Blinde verering …

Blinde verering maakt deel uit van de bundel Poèmes de Picardie uit 2009.* 

Blinde verering - Poemes de Picardie Word2019

Blinde verering schreef ik tijdens de derde excursie die ik met Kunst der Vormen meemaakte, opnieuw georganiseerd door Marjan van den Bos in de Picardie (2009). Soms landt een gedicht in een vloek en een zucht en dat is wat er gebeurde tijdens het bezoek aan ‘le petit cloître’ van ‘l’Ancienne abbaye de Saint-Jean-des-Vignes’ te Soissons. Ook al gaat het hier duidelijk om een vrouw en een man, ze deden me aan het tragische lied van de koningskinderen denken! Die associatie borrelde op toen ik het koppel ontmoette in de voorlaatste travee van het petit cloître. De tragiek waaide me tegemoet … eeuwig gescheiden door de boog van de arcade, werden ze vervolgens nog verder uit elkaar gedreven door de tijd: toen de een zich eindelijk bloot kon geven, mistte de ander zijn ogen … quelle tristesse!

;-) B.

Vragen? Stuur een mailtje naar bernadette@vanhellenberghubar.org!


Bronnen en andere informatie
  • De volledige titel van de bundel luidt: Hubar, Bernadette van Hellenberg. Poèmes de Picardie. Art des formes à la recherche de structures du passé. Ressons le long/Ohé en Laak: VanHH.org, 2009. http://bit.ly/Poemes-de-Picardie. Onder de voorgaande link kun je de bundel inzien en downloaden.
  • De foto’s zijn van de hand van Poul de Haan. Hierop zijn alle rechten voorbehouden.
  • Meer weten over mijn gedichten op locatie, lees dan hier hoe het allemaal begon!
  • Een van de andere gedichten in de bundel – die veel bekijks trok – betrof de Grand’ parade in Soissons
  • Met Kunst der Vormen verbleven we steeds in ‘La ferme de la Montagne‘ in Ressons-le-Long. Echt een aanrader voor iemand die nader kennis wil maken met Noord-Frankrijk. 

Ben je een keer in Soissons, ga dan eens kijken op de locatie waar dit gedicht zich afspeelt.

Verkorte link van dit item: http://bit.ly/2HEQLRw-Gom

Grand’ parade te Soissons

Grand’ parade

Grand’ parade, de faun in de groteske van 'le petit cloître' van l'Ancienne abbaye de Saint-Jean-des-Vignes te Soissons. Foto Poul de Haan 2009.

Onbeschaamd
de dijen gespreid
wachtte de faun
de eeuwen af
steunend op zijn geslacht
een slang uit de doodskop van zijn buik

Ontdekt als groteske
in de ruïnes van het paleis
kreeg hij een plaats
op het timpaan boven
de voluut op de zuil
die de beer geleedde
De verheerlijking van de klassieken
een schaamlap
om zich open en bloot
te tonen
aan de pandgang van de abdij

Toen de tijd
zijn werk had gedaan
en ranken zijn
benen verlengden
werd het effect bizar uitvergroot
decoratief, obsceen en grotesk

Gemaskerde koppen
monsterden het resultaat
gillend grijnslachend om zoveel lef
in een sacrale ambiance
Grand’ parade

Het gedicht 'Grand' parade' in de bundel 'Poèmes de Picardie' uit 2009. Tekst en collage bvhh.nu 2009.

___________________

Grand’ parade Dit gedicht schreef ik tijdens de derde excursie die ik met Kunst der Vormen meemaakte, opnieuw in de Picardie (2009). In Soissons hadden Marjan van de Bosch en Marja Langenberg al vastgesteld waar ik dit zou moeten maken: bij het beeldhouwwerk van le petit cloître van l’Ancienne abbaye de Saint-Jean-des-Vignes te Soissons. Mijn aandacht werd direct getrokken door de ruïneuze decoratie op een van de steunberen die een wat scabreuze indruk maakte. ‘Volgens mij is het een faun’, zei ik tegen Poul de Haan die zich zette aan het fotograferen van de details. ‘Leunt hij op zijn geslacht?’, vroeg Poul wat verbaasd. Daar leek het sterk op. Nu we dankzij de scherpe foto’s de details kunnen zien komt naar voren dat de buik van de faun – jawel, hij heeft hoeven – een doodskop is waaruit een slang glijdt als geslacht. Hoe bizar kun je het bedenken.

Als het gaat om de belangstelling voor monsters is er niet zoveel verschil tussen de Middeleeuwen en de renaissance. Zoals zo vaak gebeurt in de cultuurgeschiedenis, krijgt hetzelfde beestje een andere naam. Toen men in Rome rond 1490 onder vele lagen puin de domus aurea van Nero ontdekte, raakten de kunstenaars helemaal in de ban van het stucwerk en de schilderingen die ze daar zagen. De meest vreemdsoortige mythologische wezens, monstertjes, maskers, bladmotieven en architecturale franje passeerden de revue. Nadat Rafael deze eenmaal verwerkt had in de loggia’s van het Vaticaan, was de opmars niet meer te stuiten. Wie als kunstenaar in Rome vertoefde kon niet naar huis keren zonder tekeningen van deze grotesken, die vernoemd waren naar het grotachtige karakter van de ondergrondse ruimtes van het paleis van Nero. Kijken we naar de verspreiding van dit type decoratie benoorden de Alpen, dan zijn het met name de graveurs geweest die daarin een grote rol hebben gespeeld. Bij ons heeft vooral Hans Vredeman de Vries (1527 – circa 1609) met zijn architectuurtraktaten de toon gezet. Concentreren we ons op de Franse invloed­­sfeer dan valt de naam van zijn tijdgenoot, Jacques Androuet du Cerceau (1515 –1585). De abt die le petit cloître liet bouwen liep dus helemaal in de pas met de ontwikkelingen van zijn tijd.

Toch wordt hier een vreemde boodschap afgegeven en lijkt de scabreuze faun op dezelfde manier gelegitimeerd te worden als de bekoringscènes die Jeroen Bosch rond 1500 in zijn werk opnam: om aan te geven waar het kwaad in school moest het wel afgeschilderd worden en dus werden de verleidingen zo onomwonden mogelijk op doek en paneel en in hout en steen uitgebeeld. De legitimatie school bij de faun niet alleen in de klassieke herkomst, maar ook en opnieuw in de suggestie van grens tussen goed en kwaad, het aardse en het hemelse.

;-) B.

Vragen? Stuur een mailtje naar bernadette@vanhellenberghubar.org!


Bronnen

  • Gedicht en toelichting zijn ontleend aan Hubar, Bernadette van Hellenberg. Poèmes de Picardie. Art des formes à la recherche de structures du passé. Ressons le long/Ohé en Laak: VanHH.org, 2009. http://bit.ly/Poemes-de-Picardie.
  • Voor de achtergronden van de groteske zie onder meer
    Rackham, Don, Bernadette van Hellenberg Hubar en Karl Pesch-Konopka. Kasteel Wolfrath, Cultuur- en bouwhistorische analyse. Erfgoed in ontwikkeling 6. Ohé en Laak/Horn: Res nova, 2006. Zie Google Boeken.
  • De foto’s zijn van de hand van Poul de Haan. Hierop zijn alle rechten voorbehouden.

Ben je een keer in Soissons, ga dan eens kijken op de locatie waar dit gedicht zich afspeelt.

Verkorte link van dit item: http://bit.ly/2F1WQFW-Dichtwerk

Mamelis revisited

Mamelis revisited — Binnenkort heb ik een afspraak op de Sint Benedictusberg in Mamelis, een abdij die jammer genoeg niet zozeer bekend is vanwege de prachtige expressionistische architectuur van Dominikus Böhm, maar vanwege dom Hans van der Laan. Natuurlijk is het heel bijzonder wat deze laatste architect aan innovaties heeft bedacht, maar ik blijf het betreuren dat dat ten koste is gegaan van het werk van zijn oudere collega.1

Hoe ‘t ook zij, ik was er in 2010 met Kunst der Vormen, een aparte vereniging van haast exclusief Delftenaren die samen op excursie gingen om te tekenen en te fotograferen. Ik zat daar zo’n beetje bij als buitenbeentje, geen bouwkunde in Delft, maar kunstgeschiedenis in Utrecht, niet om te tekenen of te fotograferen, maar om gedichten te maken. Uit deze samenwerking ontstonden beeldgedichten. Hieronder kun je zien wat dat ten aanzien van Mamelis bracht.

Ditmaal ga ik niet naar Mamelis voor het werk van Böhm, noch voor Van der Laan, maar vanwege de Clemenskerk in Merkelbeek. Ik ben bezig met een kleine publicatie over de onlangs gerestaureerde schilderingen daar. Nu waren de benedictijnen die in Mamelis zitten, rond 1900 gevestigd in Merkelbeek. Een van hen was de jonge dom Romanus Jacobs die van zijn abt de opdracht kreeg om de kerk te beschilderen. Maar dat verhaal ga ik hier niet vertellen.2

Er is echter nog een reden voor mij om Mamelis te bezoeken. Dankzij dit project kwam ik erachter dat een oude klasgenoot van mij daar ingetreden is. Een van de gedichten hieronder speelt zich af in de kapel, en daar meende ik hem destijds al te herkennen. Gezichtsbedrog, hield ik me zelf voor. Maar nu, zoveel jaar later … enfin, blader maar eens door naar beneden en klik gewoon op het meest rechtse icoontje als de letters te klein zijn. Mocht je de dichtbundel als geheel willen zien, dan vind je beneden een snelkoppeling.3

Mamelis, uit de bundel In 't Zuie, 2010


Een fijne sfeer hangt daar. Ga er maar eens heen!

B.

Vragen? Stuur een mailtje naar bernadette@vanhellenberghubar.org!


Verwijzingen
  1. Zie de lemmata Dominikus Böhm en Abdij Sint Benedictusberg Mamelis op Wikipedia.
  2. Zie het item Clemenskerk in Merkelbeek op deze site.
  3. Hubar, In ‘t zuie op Issuu: http://bit.ly/In-t-Zuie, of via http://bit.ly/IntZuie-VHHorg
  4. Bij de herdenking van mijn moeders 101ste verjaardag heb ik ook een van de gedichten over Mamelis geplaatst.

Verkorte link van dit item: http://bit.ly/1NHZMGc | http://wp.me/p4eh3s-Li