Van ingenestelde stukken, het Gildeboek en een dilemma

Leestijd circa 5 minuten

Van ingenestelde stukken, het Gildeboek en een dilemma | Verhalen in het verschiet — Een mens komt zoveel tegen als hij bezig is met historische stukken. Rijp, maar vooral groen passeren allerlei zaken de revue. Bij een collectie gaat het dan niet alleen om de inhoud, maar ook om de vorm. Hoe werden de stukken bewaard en waarom koos men voor bepaalde oplossingen. Was het weloverwogen of ging het om een tijdelijke oplossing? Was schaarste een drijfveer of gemakzucht? Ook dit soort dingen verdient aandacht in een E-boek over een collectie. Vandaar dat ik een lijstje bijhoud met items die ik verder wil uitwerken.

Ingenestelde stukken en de oude ordening

Het boek van Matheus van Can over Alberdingk Thijm dient tevens als opslagmedium voor allerlei stukken van en over Thijm. Foto bvhh.nu 2018.
Het boek van Matheus van Can over Alberdingk Thijm dient tevens als opslagmedium voor allerlei stukken van en over Thijm. Foto bvhh.nu 2018.

Archivarissen zijn gek op een oude ordening. Die lijkt zich onder meer voor te doen bij de publicatie van Matheus (H.L.M) van Can, J.A. Alberdingk Thijm, Zijn dichterlijke periode, proefschrift Leiden (1ste dr. Rotterdam: Vox Romana, 1936). Dit proefschrift is niet alleen een boek, maar ook een opslagmedium voor allerlei brochures en overdrukken van en artikelen over Thijm. In de inventaris beschrijf ik dit fenomeen als ingenestelde stukken. Omdat er geen brieven of andere archivalia in de strikte zin van het woord bij zitten, ligt dit probleem op het terrein van de bibliothecaris. Het exemplaar is van Joseph Cuypers, dus het ligt voor de hand om de inhoud apart als een deel van zijn bibliotheek te beschrijven. Wat denk je, geldt dat ook voor de krantenknipsels?

Het Gildeboek

In de collectie zit een los deel van Het gildeboek, Orgaan van het St. Bernulphusgilde, uit 1948, met in potlood Charlot (Charles Cuypers). Het gildeboek blijkt in de laatste jaren van zijn bestaan uitgegeven te worden door Het Limburgsch Dagblad (Heerlen). Zegt dit wat over de invloed van het bisdom Roermond in die tijd op dit landelijke gilde? De redactie blijkt over heel Nederland verspreid te zijn en een realistische afspiegeling van clerici en leken in de kunst te bieden. Van de laatste zijn er dus meer dan van de eerste.

Dat is behoorlijk veelzeggend als je bedenkt dat het Gildeboek het tijdschrift was van het Bernulphusgilde dat in 1869 startte als educatief gezelschap voor kerkelijke kunst voor uitsluitend geestelijken.* Later in de eeuw opende het gilde zijn kringen voor leken. Tussen de clericale kopstukken treffen we al heel snel Joseph Cuypers en zijn vriend Antoon Derkinderen aan (1888).* Anno 1948 behoren tot de toonaangevende leken in de redactie onder meer de kunstcritici Pieter van der Meer de Walcheren en Jan Engelman, die ik uitvoerig behandeld heb in De genade van de steiger.*

Opslagmedium of collectiestuk?

Een deel van het bestand aan tekeningen en foto’s van de Joseph Cuypers Collectie is opgeslagen in de omslag van september 1887 van de jaargang 1886-1887 van Documents classés de l’art dans les Pays-Bas du Xe au XVIIIe siècle, recueillis et reproduits par J.-J. Van Ysendyck.* Op zich heel interessant, omdat het vol prachtige foto’s zit van gebouwen in Vlaamse renaissance die nauwelijks verschilt van de ‘Oud-Hollandsche’ stijl, waardoor Cuypers senior zich liet inspireren voor zijn profane gebouwen. Mogelijk is dit nog gebruikt voor het Centraal Station te Amsterdam.

Wat doe je met deze vorm van hergebruik? Behandel je het item als een afzonderlijk collectiestuk of is het een opslagmedium? Wat mij betreft best een dilemma. Maakte het origineel deel uit van de bibliotheek van Pierre J.H. Cuypers of van Joseph? En wat is er met de inhoud gebeurd?

Wordt vervolgd!

;-) B.

Vragen? Stuur een mailtje naar bernadette@vanhellenberghubar.org!


Verwijzingen

Nota bene — De * in het stuk hierboven linkt door naar de verwijzingen hieronder. De volledige titels van verkorte literatuur zijn te vinden in de Joseph Cuypers Collectie Bibliografie.

  • Voor meer informatie zie met name Lankhorst en Timmerman (Katholiek Documentatie Centrum),  Bibliografie van katholieke Nederlandse periodieken.
  • Zie het lemma ‘St. Bernulphusgilde’ op Wikipedia.
  • Hubar, De nieuwe Bavo te Haarlem, p. 56.
  • Hubar, De genade van de steiger, pp. 130-144; 144-166.
  • Zie bibliografie JCC. Voor meer informatie over Jules Jacques van Ysendyck zie het betreffende lemma op Wikipedia.

Wil je het gemeentearchief van Roermond bezoeken? Dat kan door de week van maandag tot en met donderdag van 9:00 tot 17:00 uur.

Verkorte link van dit item: http://bit.ly/2INMw9I-VanHH2Org