De Cuyperskamer bij de Eusebiuskerk te Arnhem — Dit onbekende werk uit het oeuvre van Joseph Cuypers (1900-1904) werd een paar jaar geleden herontdekt, toen de restauratie van de Eusebiuskerk onder leiding van restauratiearchitect Erik-Jan Brans zo ver gevorderd was dat de kleinere onderdelen aan de beurt kwamen. Medio september 2022 besteedde de regionale pers er aandacht aan, waarbij de kleinzoon van Joseph Cuypers, Pierre M. Cuypers van de stichting Cuyperiana, geïnterviewd werd. Vanaf dat moment maakt Cuyperiana zich sterk voor herstel en herbestemming van dit pandje. Als adviseur van de stichting en specialist in het oeuvre van Joseph Cuypers raakte ik vervolgens betrokken bij dit non-profit project. Afgelopen januari togen collega kerkenkenner en fotograaf Sander van Daal en ik naar Arnhem om ons licht op te steken. Wat waren we verrast, niet alleen door de Cuyperskamer, maar ook door de Eusebiuskerk in haar geheel die er weer prachtig bijstaat.
De Cuyperskamer vormde een welkome aanleiding om iets te vertellen over een aspect van de Oudhollandse stijl van de architecten Cuypers dat tot dusver nagenoeg onder de radar gebleven is: de polychromie. Je staat telkens weer te kijken van de eenheid die gevormd wordt door de bouwkundige opzet en uitwerking, de uitmonstering van het interieur, de genius loci (de geest van de plek) en de symboliek. Samen bepalen ze het verhaal dat dit pandje over het voetlicht wil brengen. Bij deze exercitie in Oudhollandse stijl laat Joseph Cuypers tegelijkertijd zien hoe hij hier een eigen uitdrukking aan gaf.
Je kunt het scherm met het artikel hieronder vergroten door op het rechter icoontje te klikken, direct naast de downloadknop in het kader.
Wil je gebruik kunnen maken van de zoektoets, dan moet je het artikel downloaden.
Als onderzoeker sta je eigenlijk altijd op de schouders van anderen: in dit geval betreft het die van Karlijn de Wild van Rothuizen Erfgoed vanwege haar bouwhistorische verkenning en die van Judith Bohan vanwege haar kleurhistorisch onderzoek dat de stichting Cuyperiana ter beschikking stelde. Nadere gegevens daarover staan in de bronnenlijst van het artikel. Daarnaast waren er een inspirerende gesprekken met Meike Verhagen, directeur van de stichting Eusebiuskerk, en Sander van Daal die zijn fotoreportage ter beschikking heeft gesteld.
Voor meer informatie over de stichting Cuyperiana, kun je een kijkje nemen op haar website.
Ben je een keer in Arnhem ga dan beslist kijken bij de Eusebiuskerk! En wie weet is de Cuyperskamer dan inmiddels ook open voor publiek.
;-) B(&M)
Sociale media en erfgoed
Dit artikel kan geciteerd worden als: Hubar, Bernadette van Hellenberg en Marij Coenen, De Cuyperskamer bij de Eusebiuskerk te Arnhem, Vitruvius, onafhankelijk vakblad voor erfgoedprofessionals, 16 (2023): pp. 14-22. VanHH.org/?p=19098
VanHellenbergHubar.Org zet sociale media in zowel om nieuws over kunst, cultuur & erfgoed te delen als om vragen te stellen en zo kennis te vergaren. Centraal hierin staat Facebook: https://bit.ly/Facebook-VanHH2all
Ga eens kijken en deel de verhalen, zodat de berichten over onderwerpen als de voorgaande een nog grotere actieradius bereiken!
Je kunt ons en andere onderzoekers ook helpen door deze pagina te delen via de knop delen onderaan de pagina (graag de hashtags #kennisuitwisseling #kerkelijkerfgoed #polychromie, #JosephCuypers gebruiken).
Verkorte link van dit item: VanHH.org/?p=19098
Om te printen, te delen of te mailen, klik hieronder op 'Delen'.
Archief 2021 Centrale linkpagina Instagram en andere sociale media — Dit is het archiefbestand met betrekking tot de berichten die we hebben geplaatst in 2021.
Voor het actuele bestand volg je deze link.
Ben je op zoek naar een overzicht van alle items op deze pagina, surf dan naar de inhoudsopgave.
Voor meer informatie over hoe we sociale media inzetten om erfgoed te promoten, volg je deze link.
2021
Zalig kerstfeest
Voor alle onze vrienden en volgers een zalig kerstfeest! Houd je goed en blijf gezond!
Je vindt het exemplaar in hoge resolutie door de link in bovenstaande tweet aan te klikken! Als je het bijbehorende verhaal wilt lezen, surf dan naar dit verhaal: https://bit.ly/1Ot5Tlh-VanHH2Org
Op de kortste dag van ‘t jaar
Op de kortste dag van ‘t jaar kijken we uit naar de lente. Wie weet komen er meer rommeltuinen zoals de onze (geuzennaam) ter verkoeling van de aarde: ‘gras laten groeien, hagen zetten en bomen planten’ maakt ‘tuinen ruim 5 graden koeler’. https://t.co/2WHhJbr6ZD… #multiplierpic.twitter.com/0aDWQBlkeV
Je vindt het verhaal door de link in bovenstaande tweet aan te klikken!
Tussen foto’s en fragmenten | Nederlands religieus erfgoed op Facebook deel 2
Primeur in deel 2 van ‘Nederlands religieus erfgoed op Facebook’ in @Vitruvius: in de bulk van verdwenen kunst is gelukkig onlangs één ontheemd kunstwerk teruggevonden. Verder ‘n terugblik met @ajcvanleeuwen op de sloop van de Alkmaarse Dominicuskerk. https://t.co/3jMr3V6chkpic.twitter.com/6VMzJqCpqC
Je vindt het verhaal door de link in bovenstaande tweet aan te klikken!
Erfgoedzorg in de States
Ons webitem over Norm’s La Cienega, ‘n Googie style restaurant in Los Angeles (1956), is bijgewerkt. Wat dit specimen te maken heeft met Nederlands erfgoed, lees je onder deze link: https://t.co/zdgQhny2a4. Is er iemand die ‘n Nederlandse equivalent van Norm’s kent? Geef ‘t door! pic.twitter.com/TBAj5Haxce
Je vindt het verhaal door de link in bovenstaande tweet aan te klikken!
Herdenking Eerste Wereldoorlog | Marguérite Cuypers
11 nov. Herdenking Eerste Wereldoorlog. Net als nu met corona was de inzet van verpleegkundigen destijds heel groot; hoofdzakelijk vrouwen die niet zelden reputatieschade opliepen. Gelukkig niet Marguérite, dochter van Joseph en Delphine Cuypers-Povel: https://t.co/BOXXIYHugtpic.twitter.com/a2kg3QeoL6
Je vindt het verhaal door de link in bovenstaande tweet aan te klikken!
…
Tussen data en debat | Nederlands religieus erfgoed op Facebook
Tussen data en debat | Nederlands religieus erfgoed op Facebook | Het eerste deel van een dubbelartikel in vakblad Vitruvius (sep 2021). Wat de sociale media bijdragen aan kennisuitwisseling, voortschrijdend inzicht en feedback: https://t.co/jbZqmp0NPb#kerkelijkerfgoedpic.twitter.com/vKQ3VHnRpp
Je vindt het verhaal door deze link aan te klikken!
…
Maria Geboortekerk Ohé en Laak Open Monumentendagen 2021
Ook de Maria Geboortekerk in ons dorp opent de deuren tijdens de Open Monumentendagen van 2021. Van neogotisch houtsnijwerk uit het atelier van Cuypers tot naoorlogse schilderingen van Daan Wildschut en … en … en 11 en 12 september in Ohé en Laak, 11:00-17:00 uur. #OMD2021pic.twitter.com/gaQf64F8tG
Meer over de Open monumentendagen in de gemeente Maasgouw onder deze link.
…
Marguérite M.D.A. Glastra van Loon-Cuypers (1896-1986), oudste dochter van Joseph en Delphine Cuypers-Povel
‘Wie is wie in de JCC (Joseph Cuypers Collectie op het @ArchiefRoermond) is uitgebreid met een biografietje van Marguérite M.D.A. Glastra van Loon-Cuypers (1896-1986), oudste dochter van Joseph en Delphine Cuypers-Povel en oorlogsverpleegster in WO-1: https://t.co/b3AFaFUrUapic.twitter.com/AYQY1reDTR
Je vindt het verhaal door de link in bovenstaande tweet aan te klikken!
…
Op naar Nes aan de Amstel voor de Open Monumentendag 2021
Volgende maand is het weer Open Monumentendag en dan kun je op 12 september terecht bij een van de allermooiste kerken van Joseph Cuypers: https://t.co/qP2dCI60cA De vrienden van de Urbanuskerk van Nes aan de Amstel staan klaar om je rond te leiden!#OMD2021pic.twitter.com/Il62SYhygq
Je vindt het verhaal door de link in bovenstaande tweet aan te klikken!
…
Maskerade
Hoe ‘n wandeling in Linne uitmondde in drie gedichten. Niet over ‘t landschap, maar bij ‘n installatie in klein formaat van wandelmaatje en glaskunstenares Betteke Derix. ‘Vind je het leuk om m’n laatste werk te zien’, vroeg ze me … https://t.co/OOkSim3LgN#InBeeld#Maskeradepic.twitter.com/xnSQfL6LtA
Meer weten over Joseph Cuypers? Volg dan deze link!
…
Iconografie en de herbestemming van kerkgebouwen
Kunnen we iconografie ook betrekken bij de #herbestemming van kerkgebouwen? Een eerste stap is om relevante bronnen toegankelijk te maken. Daarom hebben we het boek over het kerkelijk symbolisme van M.A. Thompson (1898) online gezet. https://t.co/pIipGDB8QS
Wordt vervolgd! pic.twitter.com/WIq6Yz4WPy
Verkorte link van dit item: http://bit.ly/2KbldIm-VanHHpuntOrg
VanHellenbergHubar.Org zet sociale media in zowel om nieuws over kunst, cultuur & erfgoed te delen als om vragen te stellen en zo kennis te vergaren. Deze centrale linkpagina helpt ons bij het gebruik van de volgende platforms:
Sinds 2020 hebben we met name voor de foto’s op Instagram de hashtags #erfgoedflora , #erfgoedfauna en #erfgoednatuur geïntroduceerd. Je zou kunnen stellen dat we op deze manier een meer eigentijdse invulling geven aan het jammer genoeg verouderde begrip #natuurhistorie.
Graag nodigen we je van harte uit om de hashtag #erfgoedflora verder te verspreiden!
Ga eens kijken op onze Facebookpagina en ‘like’ onze berichten, zodat onderwerpen zoals hierboven een nog grotere actieradius bereiken!
Ook erfgoed moet het hebben van delen: kennis en passie kunnen we wereldwijd via de sociale media doorgeven. Vandaar onze vraag om deze pagina te delen via de knop delenonderaan de pagina. Het zou helemaal fijn als je daarbij de hashtag #erfgoed of #erfgoednatuur gebruikt.
;-) B&M
Om te printen, te delen of te mailen, klik hieronder op 'Delen'.
Overzicht diabestanden collages sociale media en website — We hebben de collages die we vanaf 2016 maken voor de sociale media online geplaatst. Je mag ze bekijken en er screenshots van maken, zij het wel binnen de termen van de Creative Commons licentie (CC BY-NC-SA), waarover hierna meer.*
Het werken met dit medium dateert van oktober 2016, toen we bezig waren met het project #KunstinBreda. In die tijd had je nog maar de helft van de tekens voor een bericht op Twitter, waardoor je nooit echt een verhaal kwijt kon. Dus maakte ik collages met een afbeelding en een stukje tekst en dat smaakte naar meer. Ik las ergens dat deze oplossing een eigen vakterm heeft, maar jammer genoeg heb ik die niet opgeslagen. Mocht je die tegenkomen, dan houden we ons aanbevolen.
Waarom we meer tekst kwijt wilden? Omdat we bij #KunstinBreda het experiment zijn gestart om informatie te verwerven en uit te wisselen via de sociale media: #dtv (durf te vragen). Hierdoor viel pas goed op ‘hoe groot tegenwoordig de expertise is waar via de sociale media gebruik van gemaakt kan worden. Professionals delen hun kennis en varen er allemaal wel bij’.*Dat is inmiddels ook gebleken bij de twee artikelen die Marij en ik schreven over de Facebookgroep Nederlands religieus erfgoed in vakblad Vitruvius (2021).
Aanvankelijk begon ik met dia’s van 30×18 cm om voldoende ruimte voor de tekst in de collage te hebben. In 2018 zijn we overgestapt naar 28×20 cm, omdat die verhouding door Instagram in die tijd wel geaccepteerd werd en die van 30×18 cm niet. Je ziet het, je moet voortdurend meebewegen met de stroom van veranderingen in de sociale media.
Hieronder geven we een beeld van de collages van het eerste uur. In het begin was het heel eenvoudig één afbeelding met een stukje tekst, waarna geleidelijk meer variatie volgde. In 2017 introduceerden we aan de rechterkant van de collage een verticale regel voor de herkomst van het beeldmateriaal. De volgorde in het bestand is overigens van beneden naar boven, omdat het gemakkelijk werkte om de nieuwste collage bovenaan toe te voegen. Of ons voorbeeld veel navolging heeft gevonden? Niet voor zover wij het kunnen nagaan, dus het is ongetwijfeld ook iets waar je plezier in moet hebben.
Overzicht
De onderstaande items in dit ‘Overzicht diabestanden collages sociale media’ kun je inkijken door de link aan te klikken. Je kunt ook de snelheid aanpassen of er met de cursor doorheen wandelen. Volg de instructies via het screenshot onderaan dit bericht.
Zoals gezegd, is ook op deze presentaties de Creative Commons licentie (CC BY-NC-SA) van toepassing, evenals op alle overige bestanden die we hebben geproduceerd. Voordat je iets gaat gebruiken, word je geacht om het stukje onder deze link te lezen.
Er zitten best wat doublures in de presentaties, waarvan de vroegste bestanden onderaan in het overzicht zitten. Ook hiervoor geldt: beter mee dan om verlegen. Ga je mee?
2021-2022
7 nov 21 tot medio apr 22 #Screenshots sociale media en website 28×20.gslides — Link
2020-2021
22 mei 21 tot 7 nov 21 #Screenshots sociale media en website 28×20.gslides — Link
20 jan 20 tot 15 mei 21 #Screenshots sociale media en website 28×20.gslides.gslides — Link
2018-2019-2020
16 aug 19 tot 2 jan 20 #1 Diaserie op webpagina bit.ly, VanHH2Org21. 28×20.gslides — Link
20 mei 19 tot 5 sep 19 #4 Diaserie op webpagina bit.ly, VanHH2Org21. 28×20.gslides — Link
19 maart 19 tot 16 aug 19 #3 Diaserie op archief webpagina 28×20.gslides — Link
17 dec 18 tot maart 19 #2 Diaserie op archief webpagina 28×20.gslides — Link
13 okt 18 tot 2 jan 20 Screenshots sociale media 28×20.gslides — Link
30 mrt 18 tot 11 okt 18 Screenshots sociale media grijs fond.gslides — Link
2017-2018
12 feb 18 tot 1 apr 2018 Selectie speciale items (powerpoint) 30×18.pptx (in gslides) — Link
Oktober 2018 #Screenshots sociale media 30×18.gslides — Link
December 2017 tot april 18 #Screenshots sociale media 30×18.gslides — Link
September 2017 tot 7 mrt 18 Screenshots sociale media grijs fond 30×18.gslides — Link
31 aug 17 tot 21 april 18 Screenshots sociale media, bit.ly 2zslpI9, 30×18.gslides — Link
Juni 2017-april 2018 #Screenshots VanHH.org in de sociale media 30×18.gslides — Link
2016-2017
2016-2017 #KunstinBreda op de sociale media (bitly), 30×18.gslides — Link
2016-2017 #CuypersinBeeld op de sociale media, 30×18.gslides — Link
2016 Screenshots sociale media grijs fond, 30×18.gslides — Link
;-) B&M
Instructies voor de presentatie on line en om deze te downloaden
Bij de presentaties online is een menu te vinden, waarmee je de snelheid kunt aanpassen en commentaren kunt lezen. Dat menu is niet direct zichtbaar als je de presentatie opent. Dus vandaar een korte uitleg aan de hand van dit screenshot:
Deze diashow vereist JavaScript.
Het menu wordt zichtbaar door met de cursor linksonder naast het scherm te gaan staan, op de manier waarop je het in dit screenshot ziet (rode pijl). Met de pijltjes kun je links en rechts door de presentatie wandelen. Door op de drie verticale puntjes te klikken wordt een submenu zichtbaar.
Als je een of meer presentaties wilt downloaden, geef dan een seintje via vanhellenberghubar@gmail.com. Dan sturen we je de link(s). Ook hiervoor geldt, gebruiken mag, maar wel onder de CC BY-NC-SA-licentie.
Sociale media en erfgoed
VanHellenbergHubar.Org zet sociale media in zowel om nieuws over kunst, cultuur & erfgoed te delen als om vragen te stellen en zo kennis te vergaren. Centraal hierin staat onze Facebookpagina: http://bit.ly/VanHHOrg2FB
Ga eens kijken en ‘like’ onze pagina, zodat de berichten over onderwerpen als de voorgaande een nog grotere actieradius bereiken!
Delen is ons motto, dus iedereen mag gebruik maken van de gegevens die hier staan, maar wel binnen de termen van de Creative Commons licentie.
Voor deze site hanteren we de Creative Commons licentie, gespecificeerd onder deze link: http://bit.ly/Copyright-CC-BY-NC-SA-4-0. Dus geen commercieel gebruik en absoluut naamsvermelding, zoals geldt voor al onze teksten en foto’s op onze sites. Hiertoe rekenen we ook onze pagina’s op Facebook en Blogger. Voor de goede orde, alles wat ten dienste komt van kennisverspreiding, beheer en behoud van erfgoed zonderen we uit van commercieel gebruik.
Over delen gesproken, je kunt ons en andere onderzoekers helpen door deze pagina te delen via de knop delenonderaan de pagina.
Je kunt dit item citeren als: Hubar, Bernadette van Hellenberg, en Marij Coenen. ‘Overzicht diabestanden collages sociale media – VanHH.org’. VanHellenbergHubar.org, 14 februari 2022. www.VanHH.org/?p=18552
Verkorte links van dit item: https://bit.ly/3JmZ1Ux óf VanHH.org/?p=18552
Om te printen, te delen of te mailen, klik hieronder op 'Delen'.
De header van @Erfgoedverhaal op Twitter met een van de ondeugden uit de nieuwe Bavo te Haarlem. Inmiddels is het aantal volgers gegroeid naar 536. Easy going is het motto! Screenshot bvhh.nu 2018.
Om te printen, te delen of te mailen, klik hieronder op 'Delen'.
Ik liep er al een hele tijd mee rond, voordat ik me waagde aan mijn eerste bundel gedichten – Assez de place pour être heureux – die ik schreef tijdens een excursie in de Picardie met het gezelschap ‘Kunst der vormen’ in 2008. De titel is ontleend aan de tekst die Marjan ons tijdens een briefing voorlas, waarin de regel voorkwam: ‘Pense qu’il faut si peu de place pour être heureux’. Wat mij betreft, was er op de plek waar we waren ‘assez de place pour être heureux’. Ik heb het als een gunst ervaren om zowel in ambiance als gezelschap zoveel inspiratie te vinden dat mijn droom werkelijkheid werd. De ‘notice explicative’ bij de gedichten ben ik gestart met een soort beginselverklaring die niets van haar kracht verloren heeft:
De gedichten zijn het resultaat van vrije associatie en zijn in de kiem vaak in enkele minuten op locatie tot stand gekomen, waarna het tijdrovende schaafwerk en het wikken en wegen van subtiele woordschakeringen volgde. Bij de opzet ervan heb ik vanwege de beoogde relatie met de ‘kunst der vormen’ geen enkele poging gedaan me los te maken van mijn discipline als kunsthistoricus. Ook al deed zich hier niet de noodzaak voor om mijn interpr taties wetenschappelijk te onderbouwen, om ze te kunnen geven – hoe verdicht ook – moest ik een beroep doen op mijn individuele schatkamer aan beelden en woorden. Daar schuilt natuurlijk ook een pracht van een paradox achter die ik graag bewaar voor een volgende keer.
Net zoals architectuur – en de kunst in het algemeen – kunnen gedichten vanuit verschillende lagen gelezen worden. Dat geldt al helemaal als er ook nog een plaatje bij zit. Het bleek een spannende worsteling te zijn om een goede onderlinge groepering te vinden tussen de twee media. Bij een gedicht op locatie zijn woord en beeld immers onverbrekelijk met elkaar verbonden. Eigenlijk gaat het om een soort stripverhaal en dan staat zo’n zin er zonder figuratieve ondergrond maar naakt bij.
Bij deze stripgedichten bestaat de eerste laag van de interpretatie uit datgene wat iedereen er zelf van maakt. En dat kan iets heel anders zijn dan ik bedoelde. Dat is niet erg. Zoals de kunstfilosoof Jacques de Visscher ooit met de nodige verve beweerde, is de bestemming van de kunst niet de maker zelf, ‘maar het publiek, en dat bijgevolg de zaak van het begrijpen van een kunstvoorwerp niet in de eerste plaats bij de maker ligt die dit dan buiten het werk om aan de toeschouwer als aangesprokene dicteert’. Kunstwerken zijn niet aansprekelijk omdat ze ‘in de particulariteit van de wereld van de maker’ gevangen zitten, maar juist omdat ze steeds weer ‘nieuwe verhalen genereren’. Het staat ieder dus vrij er van te maken wat men wil, zoals ik met mijn vrije associatie eveneens heb gedaan. Maar de meeste mensen blijken daar wel een handvat bij te kunnen gebruiken. Vandaar dat ik enige achtergrondinformatie bij de gedichten geef.
En zo ben ik dat blijven doen.
Meer weten over de gedichten die ik vanaf 2006 schreef? Volg dan deze link.
;-) B.
De eerste bundel met erfgoedgedichten op locatie was ‘Assez de place’.
* Verkorte link van dit item: http://bit.ly/2fEzLO1-Assez
BewarenBewaren
BewarenBewaren
BewarenBewaren
BewarenBewarenBewarenBewarenBewarenBewaren
BewarenBewaren
BewarenBewaren
Om te printen, te delen of te mailen, klik hieronder op 'Delen'.
Menno Heling legt uit hoe het platform if then is now in elkaar zit en werkt. Zijn missie is verhalen vertellen over erfgoed en cultuur en die weer te binden met toerisme. Foto Anton van Daal 2016.
Verslag van de bijeenkomst ‘De kerk in het midden’
Hoe je met verhalen kerken helpt
Op uitnodiging van Menno Heling van het verhalenplatform voor cultuur, erfgoed en toerisme if then is now en Bernadette van Hellenberg Hubar, sinds de oprichting van het Cuypersgenootschap in 1984 bezig met religieus erfgoed, kwamen een kleine dertig verhalenvertellers bijeen in de Laurentiuskerk te Alkmaar (1859-1861) van P.J.H. Cuypers. Dit selecte gezelschap werd op het goede spoor gezet door wethouder Anjo van de Ven van Alkmaar die haar sterke visie op de toekomst van kerkelijk erfgoed graag deelt (zie onder andere het platform Toekomst religieus erfgoed). In haar opening vroeg ze aandacht voor een drietal kernverhalen over de Laurentiuskerk: de architect Pierre J.H. Cuypers, de kerkschilder Alexander Kläsener en het heilig Bloedwonder van Alkmaar. Deze verhalen typeren bij uitstek de opzet van de bijeenkomst, zoals blijkt uit de tekst die integraal op if then is now is gezet: http://bit.ly/KihM-avdv.
Doelstelling van de middag op 12 mei was om de groep (wetenschappelijke én activistische) verhalenvertellers een breder en groter publiek te laten bereiken door enerzijds de inzet van social media, en anderzijds gebruik te maken van if then is now om verhalen te publiceren online. Immers, de komende jaren zullen steeds meer kerken moeten kiezen voor integrale herbestemming of aanvullende functies, waarvoor het belangrijk is om publiek te trekken. Profileren en krachten bundelen was en is dus het motto. Met de hashtag #KihM werd dat die middag op Twitter kracht bijgezet.
Bij haar inleiding opende de wethouder het eerste verhaal van de Laurentiuskerk door een QR-code over de schilder Kläsener, met diverse werken in de Laurentius vertegenwoordigd, te scannen. Bernadette en Menno bieden de mogelijkheid aan om op deze laagdrempelige manier de verhalen van een kerk te ontsluiten.
Wethouder Anjo van de Ven test met Menno Heling de QR-code uit die de eerste 2.0-ontsluiting vormt van de schilderingen in de Laurentiuskerk te Alkmaar. Foto Anton van Daal 2016.
Het platform ifthenisnow.eu
Menno presenteerde if then is now als een platform voor iedereen. Van experts die hun artikelen delen tot gebruikers die hun persoonlijke verhalen daaraan koppelen. Hij wil mensen warm maken, ideeën genereren en bezoekers werven voor (religieus) erfgoed. Bij die verhalen kan het zowel gaan om specialistische informatie (artikelen, biografische informatie, points of interest) als om oral history. De middag was dan ook bedoeld om een Kerk in het midden community te laten ontstaan.
Zijn presentatie (http://bit.ly/KihM-mh) liet een aantal onderdelen van if then is now zien, en wat er reeds is, van samenwerking met musea tot clusters verhalen over vluchtelingen. if then is now wil dan ook mensen aan het denken zetten door onder andere De kerk in het midden als verhalencluster te promoten.
if then is now is niet simpelweg een verhalensite, maar heeft ook een journalistieke opzet. De vele artikelen, verhalen en andere content laten zich groeperen rond een onderwerp (topic) dat vervolgens geplaatst tegenover een andere topic een spiegel tussen het verleden en het heden oplevert. Hierdoor ontstaat het broodnodige historisch perspectief waardoor ontwikkelingen vandaag de dag in breder verband beoordeeld kunnen worden. Dat levert een belangrijke waarde voor de toekomst.
Alle content op het platform if then is now is voorzien van een geo-locatie, inspireert gebruikers om een plek van (historische) betekenis op te gaan zoeken en heeft koppelingen naar objecten uit diverse erfgoedcollecties als Rijksmuseum, Centraal Museum of Archief Eemland (e.a.). Menno zijn presentatie toonde schematisch de lagen van betekenis die het platform in zich draagt, de beleving die associaties met de context en een bijzondere plek als de Laurentiuskerk mogelijk maakt.
Zo kan het verhaal van een kerk of klooster in een bredere context worden geplaatst, gekoppeld aan biografische informatie over een priester of een bisschop, aan een issue over de kerk in het algemeen of persoonlijke verhalen van gebruikers. Zo ontwikkelt zich een community die met de door Menno gepresenteerde strategie ook weer ingezet kan worden om het belang van religieus erfgoed onder de aandacht te brengen.
Naar aanleiding van de vragen uit de groep: if then is now is een open source platform gebouwd in Drupal, en heeft contact met diverse provinciale verhalensites. Het platform gebruikt alleen maar rechtenvrije foto’s of afbeeldingen met toestemming van de fotograaf. Vanuit de groep werd geadviseerd om hiervoor ook gebruik te maken van Wikimedia, waar veel reprovrije foto’s van Nederlandse monumenten op staan. Menno legde uit dat het op dit moment nog niet mogelijk is om hoge resolutiefoto’s te plaatsen op ifthenisnow. Na de pauze ging hij in op kwaliteitsbewaking van de content en de interface.
De presentatie toonde tot slot enkele aparte homepages zoals binnenkort ook voor De kerk in het midden opgezet wordt: http://bit.ly/KihM-mh.
Zo oud als de wereld: verhalenvertellers
Bernadette van Hellenberg Hubar komt met een nieuwe iconografische interpretatie van de iconografie van het heilig Bloedaltaar in de Laurentiuskerk. Dat alleen al vormt een rijke bron van verhalen. Foto Anton van Daal 2016.
Bernadette hield een pleidooi om social media te gaan gebruiken om meer aandacht voor het eigen verhaal te krijgen. Of je nu regelmatig een blog publiceert over religieus erfgoed of dat je je intensief inzet voor het behoud van een kerk, met Facebook en Twitter bereik je veel meer mensen dan via printmedia of op je eigen website. Haar missie richt zich vooral op het betrekken van de specialisten in haar netwerk, vooral omdat er veel kennis aanwezig is die vaak niet verder komt dan een beperkte groep. Haar presentatie vind je hier: http://bit.ly/KihM-bvhh.
Storytelling is hot! Erfgoed heeft dan ook een enorme voorsprong op allerlei media of vormen van vermaak. Erfgoed heeft een wereld van verhalen (content) die ze kan delen met het potentiële publiek en zo vele mensen aan zich kan binden. Met name ten aanzien van onroerend erfgoed is er nog weinig onderzoek gedaan naar de waarde van social media. Bernadette pleitte dan ook voor meer aandacht om harde cijfers te verzamelen in de strijd om de aandacht.
De traditionele manier om aandacht voor een verhaal of artikel te vragen (het broadcasten) ziet Bernadette steeds meer vervangen worden door een nieuwe manier van presenteren. Publiceren in een ‘drietrapsraket’ online op een eigen website, daar een blog over schrijven, en dit delen via de social media. Met name raakt zij geïnspireerd door het krijgen van directe respons op haar publicaties, waar vroeger hooguit een ingezonden brief het resultaat was.
Bernadette toonde de verschillende aspecten van social media als Facebook, Twitter en LinkedIn als mogelijke kanalen om te publiceren en je werk te promoten. Haar presentatie toonde diverse afbeeldingen van hoe je op deze kanalen beeld en tekst kunt combineren met onder andere video. Aan de hand van deze basiselementen overtuigde ze haar publiek om het zelf ook te gaan proberen.
Een publicatie op if then is now kan gedeeld worden via Twitter en verder verspreid via LinkedIn en Facebook via een uitgekiende strategie (WAT wil ik HOE communiceren) en in samenwerking met een groep gelijkgestemden (de claque die het op haar beurt verder verspreidt). Maar ook ter plekke kan het verhaal gedeeld worden via de eerder genoemde QR-codes.
In haar presentatie heeft Bernadette op een rij gezet wat een kerk als organisatie nodig heeft om het digitale traject te bewandelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een statische component (website) en dynamische onderdelen (sociale media, platforms zoals if then is now et cetera) Haar presentatie laat zien hoe en wat dit stappenplan betekent voor de Laurentiuskerk, maar ook een organisatie als het Cuypersgenootschap die veel voor kerken doet: http://bit.ly/KihM-bvhh.
Op vragen van de deelnemers adviseerde Bernadette Evernote of Onenote om op een eenvoudige manier inhoudelijk webpagina’s op te slaan, waardoor die kennis niet verdwijnt als er iets uit de lucht wordt gehaald. Dit is ook heel bruikbaar voor sociale media. Verder is het aan te raden om je eigen site of blog aan te melden bij de KB voor behoud op langere termijn van je content.
Bernadette pleitte tot slot nog voor het in ere houden van de klassieke digitale nieuwsbrief. Zij toonde nog Hootsuite als beheersinstrument om alle uitingen overzichtelijk te kunnen managen en niet teveel tijd aan social media kwijt te zijn, en is gaarne bereid om iemand die ons netwerk De kerk in het midden wil komen versterken, hierin verder te helpen. Zij eindigde met een citaat van het bekende blog Erfgoed 2.0: ‘Internetbezoekers zijn mensen die twitteren, namens zichzelf of namens hun organisatie, mensen die hun kennis en onkunde met elkaar delen, hun afkeer en voorkeur, passie en desinteresse. Zij verwachten van een museum [/kerk] hetzelfde.’
De onderzoeken naar musea en sociale media die Bernadette tijdens haar presentatie heeft genoemd kun je downloaden via deze link.
David Mulder geeft uitleg bij de schilderingen van Alexander Kläsener die in belangrijke mate de aankleding van de Laurentiuskerk bepalen. Foto Anton van Daal 2016.
Hoe deel je een artikel of verhaal op ifthenisnow.eu?
Na de pauze nam Menno de verhalenvertellers mee in hoe je je verhaal of artikel bij if then is now kunt uploaden. De formulieren hiervoor zijn recent vereenvoudigd en simpel in gebruik. Verder worden nieuwe auteurs door de redactie van if then is now in de gaten gehouden. Per week maken 3-5 mensen een nieuw account aan, en gaan iets toevoegen. Zo nodig stuurt de redactie een Schrijfwijzer met tips hoe je verhaal of artikel online beter tot zijn recht komt.
Auteurs worden met naam en toenaam genoemd op het platform, zodat duidelijk is voor de gebruiker hoe de waarde van een stuk is in te schatten. Persoonlijke verhalen blijven eerder hangen dan (wetenschappelijke) artikelen, en daarom is de combinatie van beide zo belangrijk voor de werking van een platform als if then is now.
Zijn presentatie liet tot slot zien dat een cluster over De kerk in het midden voor een breder publiek makkelijk te maken is. Immers een aantal artikelen rond kluizenaars en hedendaags mediteren is makkelijk te koppelen aan een fietstocht over de Moderne Devotie: http://bit.ly/KihM-mh.
Netwerkborrel
Bij de borrel zwermde de groep verhalenvertellers uit over de Laurentiuskerk waarbij David Mulder enthousiast vertelde over de recent herontdekte schilderingen van Alexander Kläzener, Cuypers’ biograaf Wies van Leeuwen het vroege werk van Pierre J.H. Cuypers detailleerde met zijn eigen verhalen en Bernadette de aparte iconografie van het heilig Bloedaltaar van J.H. Tonnaer van uitleg voorzag.
De middag heeft bewezen dat de Alkmaarse Cuyperskerk zeer geschikt is voor dit soort bijeenkomsten en dus een mooi voorbeeld is van multifunctioneel gebruik.
Wies van Leeuwen legt uit wat er zo bijzonder is aan deze vroege Cuyperskerk in Alkmaar. Foto Anton van Daal 2016.
Geef het door!
Deel dit verslag met kennissen en andere geïnteresseerden, en vraag hen ook mee te doen met het vertellen van verhalen over kerken, kloosters en ander religieus erfgoed. Dat kan zomaar door een verhaal of artikel te plaatsen op if then is now of het eigen blog te delen via social media. Maar je kunt iemand ook opgeven voor de volgende meeting van onze Kerk in het midden community, begin oktober nog van dit jaar. Dat kan via Bernadette of via Menno. Het programma wordt later bekend gemaakt.
Van de bijeenkomst en de kerk zijn foto’s gemaakt door Anton van Daal. Hij is een van de actieve leden van de besloten groep Nederlands religieus erfgoed op Facebook. Wie daar belangstelling voor heeft kan zich op Facebook aanmelden via Rob Kreukniet, tevens de beheerde van Reliwiki.
De Laurentiuskerk is van 1 april tot 1 november elke vrijdag open van 10.30 tot 16.00 uur en is zeker een omweg waard. De kerk is te vinden aan het Verdronkenoord 68, 1811 BG te Alkmaar.
Interesse om in de Alkmaarse Cuyperskerk iets te organiseren? Neem dan contact op met Kees Groenland, secretaris van de beheerstichting, via info@alkmaarsecuyperskerk.nl.
Om de boodschap van de presentaties in de praktijk te brengen, zijn op deze pagina alle links op een rij gezet voor wie de informatie over kerkverhalen verder wil verspreiden via de sociale media.
Het mooiste erfgoedverhaal? Dat zou ik je graag cadeau willen doen. Maar als je gaat zoeken voel je je in een winkel vol lekkere kaasjes (of zo je wil, bonbons): er is geen beginnen aan! Er zijn er zoveel!
Daarom houd ik het hier eenvoudig. Ik heb een keuze gemaakt tussen de erfgoedverhalen die op deze website staan. Het gaat om de items die behoorlijk veel aandacht hebben getrokken. Maar om die belangstelling te kwantificeren, is óók zo goed als onmogelijk. De verschillende statistieken van WordPress, Sohosted, Twitter, LinkedIn, Bitly en noem maar op, zijn allerminst eenduidig. Dus …
Dus ik heb zelf een selectie gemaakt van de items waar ik aardige reacties op heb gehad. Soms onverwacht veel overigens, zoals die over de Veronica in de Servaaskerk. Loop even met me mee en mocht je me feed back willen geven, dan is dat van harte welkom!
Op de steigers in de Rotterdamse kathedraal. En waar dat toe heeft geleid …
Veronica | http://wp.me/s4eh3s-veronica | De schildering van de ontmoeting tussen Christus en Veronica, toen hij op weg was naar Golgotha. Zij depte zijn gezicht af met een doek, waarop zijn beeltenis bleef staan. De schildering is van de firma Cuypers & Co en een van de weinige die de restauratie van de Maastrichtse Servaaskerk in de jaren 1980 heeft overleefd.
Jan Dibbets ontmoet Joseph Cuypers | http://wp.me/p4eh3s-Uo | Jan Dibbets heeft glas-in-loodramen voor de nieuwe Bavo ontworpen die in de loop van 2015 worden geplaatst. De kunstkritiek was lovend, maar een erfgoedtoets ontbrak. Ook die is, op enkele kritische kanttekeningen na, positief.
Mamelis revisited | http://wp.me/p4eh3s-Li | Een verrassende ontmoeting in de benedictijner abdij van Mamelis voerde me vele jaren terug.
Clemenskerk te Merkelbeek | http://bit.ly/VHH2Clemenskerk | Een bijzonder project waarin de ‘Verhalen op de muur’ centraal staan.
Ruskin in de nieuwe Bavo | http://wp.me/P4eh3s-ak | Een erfgoedraadsel dat erg veel aandacht trok en via Facebook werd opgelost. Als ik tijd van leven had zou ik er nog een heleboel meer verzinnen.
Vagevuur in de Paterskerk | http://wp.me/P4eh3s-a4 | De oeroude fascinatie van de mens met wat er na de dood gebeurt, kreeg ook een plek in een van de altaren van deze kerk. Het verhaal is nog lang niet af, wat niet vreemd is voor zo’n onuitputtelijk thema.
Nog meer erfgoedverhalen bekijken? Ga dan naar de grand’ entree.
B. ((Een van de aardigste reacties die ik kreeg was van ambachtelijk metselaar en voeger Danny van der Meer via Twitter:
‘#FF de mooie en zeer interessante verhalen van het @Erfgoedverhaal zeer inspirerend en gewoon heel erg leuk!’
En wat dacht je van deze:
@Erfgoedverhaal dank je wel, had het verhaal al een keer doorgenomen en dan heb je meteen de reden waarom ik je nu volg ;)
Waarom zou dit nu net een van de meest bijzondere erfgoedverhalen zijn?
Zullen we er een erfgoedraadsel van maken met een ludieke bekroning?
Toe maar … stuur je oplossing naar mijn mailadres.
Om te printen, te delen of te mailen, klik hieronder op 'Delen'.
Niels Polak, De lichtinval in het schip van de nieuwe Bavo gaat een sfeervolle interactie aan met de zachte, organische tinten van de baksteen en glanselementen als de glasharde terracotta’s, de terrazzo vloer en de houten banken (2014).
De atmosferische lichtval van Joseph Cuypers in de foto’s van Niels Polak
De nieuwe Bavo is een bron van artistieke inspiratie. Dat laat Jan Dibbets zien met zijn ontwerp voor de nieuwe beglazing van het schip en dat laat ook de jonge fotograaf Niels Polak zien met zijn werk in het kader van de Kunstlijn Haarlem (31 oktober – 2 november 2014 en daarna nog de hele maand november in Kunsthandel Courbois). Het opvallende is dat beide kunstenaars vanuit hun aanvliegroute de kathedraal haast intuïtief, in een oogwenk weten te vatten; een proces waarover kunsthistorici als ik soms jaren doen.
De fascinatie van Polak met de kathedraal levert boeiende foto’s in zwart-wit op die laten zien wat het licht doet als hij de ruimte op het juiste moment vanuit de juiste plek observeert. Dan slaat hij toe, precies zoals Henri Cartier-Bresson het formuleerde: want fotograferen is immers een spontane impuls die ontstaat door voortdurend kijken en die het moment in zijn eeuwigheid grijpt.[1] Dat bijzondere moment in zijn eeuwigheid is nu precies wat Niels Polak (1977) en Joseph Cuypers (1861-1949), de architect van de nieuwe Bavo, met elkaar gemeen hebben. Daarover wil ik het hier hebben en om dat uit te leggen gaan we terug in de tijd.[2] Die achterwaartse reis wordt telkens onderbroken met voorbeelden van hoe Polak het licht in de nieuwe Bavo interpreteert. Het gaat immers niet zomaar om een afstandelijke observatie van wat Cuypers bedoelde, maar om wat hij daar als kunstenaar mee doet.
Licht en ‘atmospheer’
Van de bergkam van Goethe naar de Hollandse polder —Architect Joseph Cuypers, zoon van de man die het Rijksmuseum ontwierp, heeft verschillende artikelen over de nieuwe Bavo geschreven die zijn visie op het gebouw etaleren. Het meest elementaire stuk is gepubliceerd in het tijdschrift Van onzen tijd in 1906-1907. Hierin introduceert hij onder meer het woord ‘atmospheer’ dat hij globaal in twee verschillende betekenissen gebruikt: hij bedoelt er aan de ene kant de tijdsgebonden invloed mee van het weer op het bouwmateriaal – letterlijk de verwering. Anderzijds gaat het om de waarneming van licht en kleur. Veelzeggend is de passage die volgt op de constatering dat de Nederlandse bouwkunst van het verleden veel meer horizontale lijnen toont dan elders in Europa rond dezelfde tijd:
‘Moet daarin niet worden erkend de weerspiegeling van wat het Hollandsche landschap dien ouden bouwmeesters te zien en te voelen gaf — eene groote ruimte, afgeteekend door fijne, teere profielen aan den horizon, zonder scherpe kleuren of harde contrasten: eene ruimte niet omschreven door krachtige bergruggen, maar voelbaar door de tinteling der atmosfeer en de afbleekendetonen van ’t geboomte onzer polders?’ [3]
Je zou bijna zeggen, een impressionistische beschrijving pur sang. Inmiddels weten we dat Joseph Cuypers in deze passage sterk beïnvloed was door de tekst der teksten over dit type observatie uit niet minder dan de Farbenlehre van Goethe. Dit werk dat door zijn vader al was omarmd bij de ontwikkeling van zijn polychromie, had in Nederland tot in de schoolboeken voor het schildersambacht zijn weg gevonden.[4] Ik kan het niet laten, dus ik neem je mee op een kleine omweg langs Goethe die een prachtige analyse van het blauw in de lucht noteert:
‘Wird die Finsternis des unendlichen Raums durch atmosphärische vom Tageslicht erleuchtete Dünste hindurch angesehen, so erscheint die blaue Farbe. Auf hohen Gebirgen sieht man am Tage den Himmel königsblau, weil nur wenig feine Dünste vor dem unendlichen finstern Raum schweben; sobald man in die Täler herabsteigt, wird das Blaue heller, bis es endlich, in gewissen Regionen und bei zunehmenden Dünsten, ganz in ein Weißblau [afblekend] übergeht’.[5]
‘Als de duisternis van de oneindige ruimte door atmosferische, door het daglicht verluchte nevels [van de dampkring] bekeken wordt, dan verschijnt de blauwe kleur. Op hoge bergen ziet men overdag de hemel koningsblauw, omdat daar maar weinig [wolken]sluiers voor de oneindige donkere ruimte zweven; zodra men naar het dal beneden gaat, wordt het blauw heller, totdat het uiteindelijk in bepaalde gebieden en bij een toenemende bewolking volledig in een witblauw overgaat [afbleekt]’.
Dat was de kern van de kleurenleer van Goethe, dat het niet alleen maar gaat om een natuurkundig fenomeen van frequenties en golven, maar om een atmosferische gewaarwording die we vandaag de dag vertalen in termen van sfeer en stemming. Daar pakt Joseph de draad van het verhaal op en legt hij uit hoe anders dit werkt in het Nederlandse landschap waar Goethes bergkammen ontbreken en de ruimte voelbaar wordt door het geboomte en ‘de tinteling der atmospheer’. Laat dit nu de sfeer zijn die Joseph Cuypers in de nieuwe Bavo naar binnen wilde halen. Dat benadrukt hij als hij het heeft over de kleur in de kathedraal, waarvan de zachte gele toonzetting door de toename van kleurige decoraties meer en meer naar de achtergrond zal wijken:
‘Toch is het aangewezen om hier in gevoelige schakeeringen te blijven, zooals de natuur van het licht in ons Vaderland dat naar mijn oordeel steeds eischt. Wat wij ook van de Italiaansche en andere in ‘t Zuiden gestichte bouwwerken mogen leeren, de krasse verlichting die daar enkel door kleine bovenlichten eene groote betoovering aan de gebouwen geeft, zou in ons land gedurende meer dan de helft van ‘t jaar een onvoldoende verlichting geven’.[6]
Vandaar dat hij telkens weer een pleidooi zal houden voor de toepassing van lichte, witte partijen in de glazen die in ‘onze lage en breede Kathedraal, en in ons klimaat hoog noodig’ zijn.[7] Alleen zo zal het licht de kans krijgen om zowel op heldere als bewolkte dagen de sfeer in de binnenruimte te bepalen.
Niels Polak, Licht en schaduw in het schip van de nieuwe Bavo vanaf de galerij van het transept (2014). Het gaat hier niet om de zon in zijn volle kracht, maar om het wisselende licht dat tussen de wolken door schiet en gedempte tonen veroorzaakt die de fotograaf een extra accent geeft door geeft door middel van belichtingsinstellingen. De vele tinten schaduwgrijs illustreren de ‘gevoelige schakeeringen’ die Joseph Cuypers als een reflectie beschouwde van het Nederlandse klimaat. De meer donkere pijlers en bogen op de voorgrond omlijsten het lichtere tafereel in het schip en werken als een repoussoir waardoor het oog de diepte in wordt getrokken. Daar wordt het opgenomen in de wisselwerking tussen haaks op elkaar staande richtingen – hoogte, breedte, diepte – die via de ronding van de gewelven en bogen in balans worden gebracht. Zelfs in een statisch medium als een foto weet Polak de factor beweging van Joseph Cuypers tot uitdrukking te brengen.
Van het schilderachtige naar het impressionisme
De factor beweging —Was het nieuw wat Joseph Cuypers met licht deed? In dit stadium ben ik geneigd om te zeggen: ja, maar niet zonder kanttekeningen. In relatie tot atmosfeer als stemming waren zijn collega-architecten er, gelet op de vakliteratuur, nauwelijks mee bezig.[8] Maar los daarvan hebben we ook nog te maken met de schaduw of liever de lichtval van zijn vader. Om dit in perspectief te plaatsen, ga ik het eerst hebben over iets wat daar in hoge mate mee samenhangt, namelijk beweging, en wel de beweging van ons, mensen in en om een gebouw. Al vanaf de achttiende eeuw houden architectuurtheoretici zich bezig met de ‘schilderachtige’ belevingswaarde die ontstaat doordat men al wandelend verschillende indrukken ontvangt van een gebouw.[9] Dit werd niet langer opgevat als een statisch object, maar als een bron van aangename variatie, doordat het tijdens het bewegen als het ware voortdurend veranderde. De volgende stap in dit bewustwordingsproces was dat architecten hierop in gingen spelen. Beïnvloed door de romantische landschapstuin die al in de achttiende eeuw furore maakte, ging men er toe over om ‘momenten’ te ensceneren, waardoor het gebouw in zijn diverse vormen tot zijn recht kon komen. Er kwam een choreografie van routes en vues die de toeschouwer quasi-spontaan stuurde en zo een nieuwe dimensie gaf aan de beleving van architectuur. Voor deze kwaliteit introduceerde de architectuurhistoricus Manfred Bock de factor beweging. Hij licht dit toe aan de hand van het Rijksmuseum, dat hij als een ‘modern gebouw’ typeert onder meer vanwege:
‘het feit dat Cuypers de factor beweging bij het ontwerp incalculeert en er dus voor zorgt dat de ruimtelijke structuur niet zo maar vanuit één punt afleesbaar is, maar pas in de tijd ervaren kan worden’.[10]
Deze opmerking kan moeiteloos doorgetrokken worden naar de lichtwerking, waarvoor immers bij uitstek geldt dat die alleen in de tijd ervaren kan worden. Van dat laatste was Cuypers senior zich welbewust, zoals blijkt uit de manier waarop hij scènes in licht en kleur in zijn ruimten regisseerde. Deze aanpak maakte dat er eigenlijk nooit sprake was van één gebouw, maar een verzameling momentane gebouwen die zich naar gelang de lichtinval en de factor beweging, ingezet door de wandelende toeschouwer, manifesteerden.[11] Bij de nieuwe Bavo is het al niet anders. Zijn zoon nam hier letterlijk de ruimte om gebruik te maken van het parallaxeffect: een voortdurende verandering van de ruimte als je langs of tussen de ritmisch geordende, zware pijlers van het schip loopt of in de arcade van de kooromgang. Ook met de dubbelschalige opzet van de wanden met hun vele galerijen heeft Joseph Cuypers hierop ingezet: niet alleen geven de verticale kolommen een extra impuls aan de factor beweging, maar gaat de diepte van de galerijen gepaard met licht- en schaduweffecten die het plastische aanzien van de binnenruimte vergroten.[12] De kathedraal behelst een meesterlijk ontworpen choreografie die beleefbaar wordt als je in en met het gebouw meebeweegt.
Niels Polak, Het licht gevangen in de neggen van de ramen in de noordertoren van de westbouw. De ritmische geleding, de diepte van de dagkanten en de balustrades in steen en hout geven het geheel een plastische effect. Door dit in combinatie met de lichtval uit te buiten speelt Polak in op een van vele ‘momenten’ die Joseph Cuypers in de kathedraal had ingepland (2014).
De schilderachtige visie van Cuypers senior —Dit talent hadden vader en zoon dus duidelijk gemeen, maar waar lag dan het verschil? Dat wordt duidelijk wanneer we nagaan hoe Pierre Cuypers met licht omging. Dat had in zijn geval alles te maken met de ontwikkeling van zijn visie op polychromie: veelkleurige uitmonsteringen, zoals die in het Rijksmuseum. In zijn werkwijze valt een overgang te bespeuren van relatief zachte, heldere tinten naar een zwaarder kleurengamma dat als middeleeuws geafficheerd werd. Hierover merkte ik in mijn studie ‘De muziek van het licht’ het volgende op:
‘Zeker was het een winstpunt dat het verzadigde ‘middeleeuwse’ palet meer rekening hield met de werking van glas-in-loodramen. Cuypers kon zo verbluffende clair-obscur momenten realiseren die de factor verandering en beweging in zijn interieurs optimaal uitbuitten.[13] Opnieuw zijn daarin Engelse invloeden te bespeuren en wel via het tijdschrift The Ecclesiologist, dat zowel door Thijm[14] als Cuypers geraadpleegd werd. Met de auteur van het artikel in kwestie, architect G.E. Street, had Cuypers als erelid van The Ecclesiological Society in 1862 in Londen kennis gemaakt. Street hield reeds in 1852 een pleidooi voor de integratie van ‘those lovely alterations of light and shade, when nature gives them to us in briljant sunshine.’[15] Dit doet sterk denken aan de rol die Brouwers[16] ‘het klaarder en meer donker licht’ toekent bij de afstemming van polychromie. Cuypers parafraseerde Street nog in 1891 met zijn beschrijving van de traceringen van de Utrechtse Dom, ‘die het schitterend licht met het geheimzinnige halfdonker in schilderachtige schakeering afwisselt.’ Om dit effect te bereiken adviseerde Street de architecten ‘to concentrate the admission of light on particular points.’[17] Een van de interieurs waar Cuypers dit het meest overtuigend bereikt had, betrof de verdwenen uitmonstering van de Sint Servaaskerk: de afwisselende lichtkwaliteit, variërend van gedempt tot volop stralend, genereerde hier even zovele momenten, waarin een compleet register aan clair-obscur en kleurharmonieën werd opengetrokken.[18] Door deze meerwaarde speelde de verzadigde polychromie nog beter in op de gevoelens van grootsheid, melancholie en ‘wellustige droefgeestigheid’ (‘pleasing gloom’), dat een schilderachtig beleven van architectuur vergde. Maar terwijl dit zintuiglijk deelhebben voor de één doel op zich was, moest het in de visie van de clerus leiden tot ‘huiver der heilige plaats’, tot vatbaarheid voor Gods boodschap en aldus tot het ‘Sursum Corda’, dat Brouwers met Pugin[19], Cuypers en Thijm het ultieme doel achtte van de kunst.’[20]
Naar een impressionistische visie —Waar Cuypers senior met name inspeelde op wat de heldere lichtinval via het zware glas-in-lood in zijn gebouwen deed, concentreerde Joseph zich op een veel breder gamma van het typisch Hollandse licht, dat hij ook op minder uitgesproken zonnige dagen in zijn kathedraal wilde binnenhalen. Vandaar ook dat hij afstand neemt van de verzadigde Chartres-achtige ramen en pleit voor lichte glazen. Vandaar ook dat hij heel bewust glanselementen in de nieuwe Bavo toepast, te beginnen met de glasharde gele terracottabanden die door hun spiegelende kracht bij uitstek als lichtverspreiders aan te merken zijn. Maar daar blijft het niet bij: alles doet in dit spel van reflectie mee: de luchters en het koorhek, de vergulde accenten op de sculptuur, de polychromie en het edelsmeedwerk, de fluorescerend brons geschilderde deuren en vooral niet te vergeten het glanzend opgewreven hout van de banken.[21] Het gaat niet langer om het creëren van dramatische scenes, maar om een subtiele opeenvolging van verstilde momenten, waarvoor Joseph Cuypers niet zomaar het Hollandse polderlandschap als referentie nam. Je zou kunnen zeggen dat hij de schilderachtige toonzetting van zijn vader actualiseert door een impressionistische visie te ontwikkelen. Dat hij daarmee een antwoord bood op wat men in die tijd meer en meer in architectuur waardeerde, wordt bevestigd door de kunstcriticus Jan Kalf: in een artikel over Joseph Cuypers uit 1908 liet hij zich ontvallen dat hij afziet van ‘eene architectonische of impressionistische beschrijving’ van de nieuwe Bavo, omdat er daar al zoveel van waren.[22]
Niels Polak, De Mariakapel pal in het oosten van de nieuwe Bavo (2014). Het felle licht corrigeert via de camera de donkergekleurde glazen van dom Jacques van der Meij. Door met een lange sluitertijd te werken en vaak in te flitsen is de sculptuur van het altaar in zijn detaillering zichtbaar gebleven ondanks de sterke lichtval. In werkelijkheid is de kapel op dit moment zo niet waar te nemen. Met deze opname benadert Polak het beeld dat Joseph Cuypers voor ogen stond, vooral omdat het altaar van Joseph Cuypers en Johannes Maas oorspronkelijk ook nog indirect licht vanuit het priesterkoor ving.
Tussen Monet en Schubert —Het idee van de beleving van een gebouw als een verzameling momenten wordt door de meeste mensen niet geassocieerd met architectuur en waarschijnlijk al helemaal niet met het oeuvre van vader en zoon Cuypers. Voor het gros is dit concept vrijwel exclusief verbonden met de beroemde momentopnamen van één en hetzelfde object van de impressionistische schilder Claude Monet. Een wel heel toepasselijk voorbeeld vormt de serie van de kathedraal van Rouen die hij door de dag heen in een steeds ander licht geschilderd heeft (1890-1894): de fameuze ‘instantanéité’, of zoals Cartier-Bresson zou zeggen, momenten in hun eeuwigheid.[23] Nauwelijks veel later lijkt Joseph Cuypers deze nieuwe versie van een schilderachtige visie op architectuur op te pakken om een architectonische variant van de ‘instantanéité’ ontwikkelen. Wat Monet op het doek registreerde bouwde hij in in zijn concept van de kathedraal: een verzameling momenten die onder bepaalde omstandigheden onder invloed van licht en beweging realiteit kunnen worden. Dit rijmt wonderwel met dat andere concept dat aan de kathedraal ten grondslag ligt: het gebouw als Unvollendete, als een onvoltooide symfonie à la Schubert, voltooid in zijn onvoltooidheid. Er waren heel wat overwegingen die aan dat concept ten grondslag lagen, maar als we het op de meest pragmatische houden dan is het geld. Joseph Cuypers wist dat hij de nieuwe Bavo nooit in eenmaal zou kunnen realiseren, hetgeen alleen al blijkt uit de drie bouwfasen: 1895-1898, 1902-1906 en 1927-1930. Maar dit gold ook voor het interieur met zijn noodbeglazing, dito polychromie, hoogst noodzakelijke meubilair et cetera. Dit incomplete krijgt doelbewust een plaats in het concept, zoals onder meer afgelezen kan worden aan de ruwe blokken steen die her en der de buitenkant sieren en de vele onvoltooide kapitelen, basementen en zelfs misbaksels van terracotta aan de binnenkant. De kathedraal was niet zomaar een gebouw: ze was opgetuigd met kwantumachtige potenties die in de toekomst al dan niet realiteit konden worden, zoals de glazen van Jan Dibbets laten zien.[24] En dat brengt ons weer terug bij de vraag hoe vernieuwend Joseph bezig was.
Innovatie of articulatie
Van ingrediënten naar receptuur —We zagen het al met de factor beweging: de meeste ideeën komen niet zomaar uit de lucht vallen en hebben een lange incubatietijd nodig om het niveau van een levensvatbaar artistiek concept te bereiken. Dat geldt ook voor de atmosferische lichtwerking, de architectonische instantanéité en de Unvollendete. De ingrediënten waren zonder meer aanwezig: de schilderachtige effecten waar Cuypers senior op inzette, het onvoltooide karakter van kunst waarover zijn zwager J.A. Alberdingk Thijm (de peetvader van Joseph) al had geschreven, de sfeervolle Hollandse landschappen die op schilderijen waren vereeuwigd en in de Voorhal van het Rijksmuseum zaten de eerste glazen met redelijk veel wit … het lag allemaal klaar als rijp fruit. Waarom juist bij Joseph Cuypers de vonk oversprong had te maken met zijn bijzondere, zo niet unieke positie als zoon van zijn vader. Toen hij na zijn studie in Delft in 1883 toetrad tot het productieve architectenbureau Cuypers heeft hij als weinig anderen van zijn tijdgenoten het bouwproces in een veelheid van facetten in de praktijk mee kunnen maken. Wat daarbij zeker beslissend is geweest voor de ontwikkeling van zijn visie is dat hij heel wat kerken heeft gezien in de eerste fase van de afronding: klaar om in gebruik te worden genomen, maar grotendeels oningericht. Hoe vaak zal hij niet rondgelopen hebben in zo’n gebouw met een rijk palet aan geologisch bepaalde kleuren dankzij de materiaalpolychromie, met lege afgepleisterde muurvelden, waar zich nog geen schilderingen op bevonden, en een atmosferische lichtinval als gevolg van de heldere noodbeglazing. Hoe je die laatste kwaliteit kunt behouden bij de overstap naar definitief glas-in-lood liet hij zien in zijn eerste echte eigen kerk, de Urbanus in Nes aan de Amstel (1889-1891). Daar hield hij zelfs rekening met de wisselende lichtintensiteit aan de noord- en zuidzijde van het schip.[25]
Niels Polak, De patroonheilige van de nieuwe Bavo in de lichtval vanuit de koortravee (2014). In het voetspoor van zijn vader schiep Joseph Cuypers in zijn kathedraal ook ruimte voor een type instantanéité met sterke clair-obscurpotenties. Het bronsachtig glanzende houten beeld is van de hand van Albert Termote (1958).
Die atmosferische beleving was echter niet het enige dat tot de vernieuwende impuls leidde: Joseph Cuypers wist uit ruime ervaring dat veel kerken de eerste tijd door geldgebrek een pas op de plaats moesten maken. Op het meest noodzakelijke meubilair na zouden sommige gebouwen pas decennia later ingericht worden. En het kon nóg erger: het meest dramatische voorbeeld op dit gebied had Joseph van nabij meegemaakt met de kathedraal van Amsterdam, de Willibrordus buiten de veste die na de eerste fase van priesterkoor en pastorie (1873) maar niet voltooid leek te kunnen raken. Joseph zou deze kerk in plaats van zijn vader afbouwen. En hij doet dat analoog aan de nieuwe Bavo op een manier die ruimte laat voor verdere afwerking. Dat was in 1897 toen de eerste fase van de Haarlemse kathedraal bijna klaar was.
Van de nood een deugd —Vanuit deze ervaring zet Joseph Cuypers bij de nieuwe Bavo een beslissende stap: hij maakt van de nood een deugd door de nog niet voltooide kerk tot de inzet van zijn ontwerp te maken: een voldragen Unvollendete met de potentie om ooit of misschien wel nooit afgebouwd en ingericht te worden. Een gebouw dat in zijn onaffe toestand zoveel kwaliteit heeft dat het als af kan gelden, maar ruimte houdt voor toevoegingen. Dat betekende echter niet dat er grenzeloos toegevoegd mocht worden, dat er geen kaders waren waar de toekomstige sierkunstenaars zich aan te houden hadden. Een van de voorwaarden waar Joseph Cuypers streng aan vasthield was nu juist die atmosferische lichtval. Dat liet hijzelf zien met het wit dooraderde glas-in-lood van zijn vader in de apsis en zijn engelenglazen in het hoogkoor. En daar zit ook het grote verdriet van deze man: dat zijn opdrachtgever, de bisschop, in een vrij vroeg stadium hier vanaf is gestapt. Zo kwamen er hoge koorbanken die de lichtwerking in de koorgang en de kapellen sterk verhinderen. Zo kwamen er conflicten met Han Bijvoet en dom Jacques van der Meij die met hun glazen terugkeerden naar het Chartres-achtige palet, waarin voor wit of zachte partijen geen ruimte was.[26] Hierdoor kon het ook gebeuren dat de toepassing van licht glas welbeschouwd opnieuw uitgevonden zou worden. Dat gebeurde in 1925 met de glazen van Derkinderen in het gebouw van de Algemene Handelmaatschappij te Amsterdam van K.P.C. de Bazel. Doordat deze door het onverwachte overlijden van Derkinderen voltooid werden door Joep Nicolas, kreeg het witte glas een plek in het idioom van de volgende generatie glazeniers.[27]
Innovatie of articulatie —Dat brengt ons terug bij de vraag of Joseph Cuypers innovatief bezig was of de erfenis van zijn vader articuleerde. Het antwoord kan zijn: beide. De vondst ligt in de ontdekking van de impressionistische schoonheid van de maar net afgebouwde kerk die volgens de rationele uitgangspunten van zijn vader was ontworpen. Door dit stadium als esthetisch doel te articuleren zet Joseph zijn ontdekking op het artistieke plan en zet hij de toon voor een volledig nieuwe benadering van de kerkbouw. De manier waarop hij dit concept in de nieuwe Bavo en de Willibrordus heeft uitgevoerd, is naar het zich laat aanzien eenmalig geweest: tot dusver is geen andere Unvollendete tevoorschijn gekomen. Wel is zijn impressionistische visie op atmosfeer en licht in de kerk, waarmee hij een hele verzameling instantanéitées regisseerde, een stabiele factor in zijn werk en dat van anderen gebleken.[28] Het zijn deze instantanéitées die als momenten in hun eeuwigheid zijn geïnterpreteerd en vastgelegd in de monochrome foto’s van Niels Polak.
Bernadette van Hellenberg Hubar
____________
Nota bene —De voorgaande analyse maakt deel uit van het voorbereidende onderzoek van de auteur ten behoeve van een publicatie over de nieuwe Bavo naar aanleiding van de huidige restauratie. Dit project vindt plaats in opdracht van de stichting Kathedrale Basiliek Sint Bavo te Haarlem.
De verkort aangegeven literatuur in de noten verwijst naar titels die volledig zijn geciteerd in de bibliografie op de site van Vanhellenberghubar.org.[29]
Op de foto’s van Niels Polak berust auteursrecht en zijn alle rechten voorbehouden! Toestemming voor gebruik kan geregeld worden via: niels@silicium.nl.
Niels Polak, Vue op het schip en koor van de nieuwe Bavo vanaf de orgeltribune (2014). De rustige ritmiek van de nieuwe Bavo met de schaduwslag van banken en kolommen nodigt uit tot een processie door het middenschip die alles in beweging zet.
[6] Joseph Cuypers, Sint-Bavo, Van Onzen Tijd (1906-1907), pp. 111-112.
[7] Brief van Joseph Cuypers aan bisschop Aengenent, 13 januari 1930, geciteerd naar Erftemijer e.a., Getooid als een bruid, p. 214.
[8] Een kleine steekproef via het zoekprogramma van de KB, Delpher – www.delpher.nl – met de termen architectuur en atmospheer brengt als vroegste voorbeeld het artikel geciteerd in noot 6 naar voren!
[9] Hubar, De gepatineerde droom, p. 40. Hubar, Arbeid en Bezieling, p. 114. De factor beweging valt te herleiden tot de tweede helft van de achttiende eeuw.
[10] Bock, Cuypers-Berlage-De Stijl, Forum (1986), pp. 102-103.
[11] Hubar, De gepatineerde droom, p. 40. Hubar, Arbeid en Bezieling, p. 114.
[12] Voor de dubbelschalige opzet zie de analyse van Arjen Looyenga in Erftemeijer e.a., Getooid als een bruid, pp. 76-83. De vraag van Looyenga waarom Joseph Cuypers hiervan zo’n overvloedig gebruik maakte is hiermee wel beantwoord.
[14] J.A. Alberdingk Thijm, kunstcriticus, -theoreticus, zwager van Cuypers en schrijver van de toonaangevende publicatie over kerkbouwsymboliek, De Heilige Linie (1858). Voor de nieuwe Bavo is dit handboek van grote invloed geweest.
[15] Muthesius, High Victorian movement, 39-58; m.n. 41: citeert G.E. Street, ‘The true principles of architecture and the possibilities of development’, The Ecclesiologist 13 (1852), 247-262; m.n. 257-259.
[16] J.W. Brouwers was priester, publicist en een huisvriend van Thijm en Cuypers. Hij schreef onder meer over Cuypers’ schilderingen in de Servaaskerk en op de piano van diens vrouw, Antoinette Alberdingk Thijm (zie Brouwers, Muurschilderingen). Brouwers vormde samen met zijn vrienden het ‘Roomsche ABC’: Alberdingk Thijm, Brouwers en Cuypers. Zie: http://bit.ly/Brouwers-dbnl.
[17] Zie de vorige noot en Cuypers, Voordracht 1892, pp. 5-6.
[18] Hubar en Van Leeuwen, De beginselloosheid tot adagium verheven, pp. 83-85.
[19] Brouwers, Muurschilderingen, pp. 13. King, Pugin, pp. 135-141 (De Engelse architect A.W.N. Pugin was met name aan het begin van de carrière van Cuypers een belangrijk rolmodel voor zowel hem als Thijm). Stoks, Cuypers Gedenkboek, pp. 19-25; m.n. 25. Het begrip ‘wellustige droefgeestigheid’ is afkomstig van de romanschrijver Rheinvis Feith: voor deze en aanverwante termen en hun herkomst zie Hubar, Arbeid en Bezieling, 429-432.
[20] Deze passage is in haar geheel overgenomen uit Hubar, De muziek van het licht, p. 65.
[21] Door de chemische inwerking van de onderlaag van de bronzen beschildering van de deuren is het glanseffect hiervan versterkt (onderzocht door Judith Bohan, kleuronderzoeker en restaurator, en Luc Megens van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed).
[22] Kalf, Joseph Cuypers, Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift 1908, p. 372.
[28] Een mooi voorbeeld is de Paterskerk te Eindhoven (1896-1898) van twee Cuypersleerlingen, P. Bekkers en J. Hegener, generatiegenoten van Joseph Cuypers. De atmosferische lichtinval en polychromie zijn in 2014 geanalyseerd door middel van een waardenstelling: Hubar, Paterskerk, http://wp.me/p4eh3s-pI.
Titel, verkorte link, tentoonstellingsadres et cetera
Dit item kan geciteerd worden als: Hubar, Bernadette van Hellenberg, ‘De atmosferische lichtval van Joseph Cuypers in de foto’s van Niels Polak’, op: ifthenisnow.nl, http://bit.ly/ITIN-nBavo-Polak (2014) / op: vanhellenberghubar.org, http://bit.ly/VHH-Cuypers-Polak (2014).
Het wordt een volle bak op Ambachtsdag 18 september aanstaande, én de weersverwachtingen zijn goed! Wat willen we nog meer, want we zitten niet alleen in de kerk, maar er zijn ook demonstraties en workshops buiten. ((Voor meer informatie zie Ambachtsdag in de Bavo.))
Mijn lezing is wat buitenissig, dus die hebben ze aan het einde van de dag geplaatst. Hoezo een buitenbeentje? Omdat ik de enige ben met een kunsthistorisch verhaal en als opdracht kreeg om iets over schoonheid en symboliek te vertellen. Dus niet over de laatste reinigingsmethodes, grondstoffen of baksteensoorten, maar over vorm en boodschap. Meestal kom je dan terecht in de sfeer van de architectuuriconografie, maar daar stapte ik van af na een twittergesprek met ambachtelijk voeg- en metselspecialist Danny van der Meer:
Daar ga ik het dus over hebben: haptische schoonheid.
Liefst zou ik hier nog wat meer over willen vertellen, maar dat moet wachten tot donderdag. Dan zie ik je misschien bij de nieuwe Bavo tussen de mensen die het erfgoed in stand houden dankzij hun handen.
Ook in de visioenen van Hildegard van Bingen spelen gebouwen een belangrijke rol. Ik kwam haar tegen bij mijn onderzoek naar de Clemenskerk van Merkelbeek, waar de jonge benedictijner monnik dom Romanus Jacobs in 1901 een bijzondere uitmonstering schilderde. ((Voor dit boek in wording zie het item over de Clemenskerk.)) Hierin wordt onder meer de goddelijke inspiratie of openbaring voorgesteld, en een van de oudste voorbeelden binnen de benedictijner traditie is zonder meer de miniatuur waarin abdis Hildegard van Bingen de vlammen van de inspiratie over haar hoofd krijgt uitgestort.
Hildegard van Bingen, twee miniaturen uit het Liber scivias (1142-1151). Tragisch genoeg is het origineel verdwenen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De miniaturen zijn afkomstig uit een facsimlie uit de jaren 1920. ((Zie: http://en.wikipedia.org/wiki/Hildegard_of_Bingen.))
Ondertussen trok ook die andere miniatuur mijn aandacht, en dat heeft natuurlijk te maken met de lezing over het hemelse Jeruzalem die ik zondag31 augustus om 12.15 uur in de nieuwe Bavo in Haarlem geef.
Hier wordt echter geen hemelse stad weergegeven, maar het gebouw van de verlossing. Dat leunt natuurlijk sterk tegen de Caelestis urbs aan, vooral omdat een aantal beelden direct aan Johannes ontleend lijkt te zijn. Een van die elementen herken ik dankzij het genoemde onderzoek van de Clemenskerk in Merkelbeek en dat is de waterstroom die de boom des levens voedt:
‘Toen toonde de engel mij een rivier met water dat leven geeft, helder als kristal, die ontsprong aan de troon van God en van het lam. Midden op het plein van de stad en omgeven door de rivier stond de levensboom, die twaalfmaal vrucht draagt, elke maand eens; en zijn loof brengt de volken genezing’. ((Johannes, Apocalyps, 22, 1-2, geciteerd naar willibrordbijbel.nl.))
De boom zelf echter vind je niet in het bolwerk van Hildegard. Wel de engel en ook Jezus met de banderol in zijn hand, die mogelijk verwijst naar het boek des levens van het lam, waarin alle namen staan van hen die toegang hebben tot de stad. Verder lijkt er een verwijzing naar de Jacobsladder uit Genesis in te zitten, waarbij mensen de plaats van engelen innemen die zich langs de ladder op en neer bewegen tussen hemel en aarde.
Deze bijbelse associaties hebben zeker een rol gespeeld bij het vastleggen van de visioenen. Niet alleen omdat het verlossingsgebouw van Hildegard een nadere duiding is van Christus’ leer hoe de mens het koninkrijk God zal binnengaan, maar ook omdat je altijd moet aanknopen bij een bestaand referentiekader, wil de boodschap overkomen. Die boodschap is in het geval van dit gebouw behoorlijk grimmig. In de eeuwige tweespalt van de kerk tussen onvoorwaardelijke liefde enerzijds en zonde, schuld en boete anderzijds, heeft de Januskop hier het gezicht op storm staan. En wat voor een storm!
Als je wil weten hoe Hildegard tegen het einde der tijden aankeek en zelf het diagram van haar verlossingsgebouw verklaarde, dan kun je dat in de synopsis verder lezen. ((De synopsis van het derde deel van de Scivias van Hildegard von Bingen is/was te vinden onder deze link.)) Het verhaal dat ik zondag 31 augustus om 12.15 uur in de nieuwe Bavo vertel, ontvouwt een heel wat rooskleuriger perspectief op het hemels Jeruzalem.
Waar zie je het hemels Jeruzalem in de nieuwe Bavo? Dat ga ik aan de hand van dit 3D-model op 31 augustus a.s. verduidelijken. Productie: wolthera.info.
De bijeenkomst is in principe voor de parochie bedoeld, maar iedereen is welkom vanaf 10.00 uur bij de start van de hoogmis. Mijn lezing begint om 12:15 uur en daarna is er nog alle tijd om de kathedraal te bezichtigen.
B. ((Verkorte link van dit item: http://wp.me/p4eh3s-Dh.
Onze website gebruikt cookies voor een optimale ervaring. VanHellenbergHubar.Org vraagt de gebruiker om hiermee akkoord te gaan door op 'Accept' te klikken.AcceptRead More
Privacy en cookies ingevolge de AVG
Privacy Overview
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.