Leestijd circa 29 minuten
Varia deel 2 — Welkom in het open atelier van de JCC. Deze pagina wordt voortdurend bijgewerkt, dus soms kom je stukjes tegen die nog niet helemaal af zijn. Neem evengoed een kijkje. De inhoudsopgave kan je daarbij helpen.
Een kijkje in het open atelier
In ons open atelier hebben we prikborden en varia, waarmee we vooruitlopend op het E-boek en de biografie alvast inzage geven in de samenstelling van de Joseph Cuypers Collectie. Zoals eerder verteld zitten we – vergelijkbaar met restaurateurs – in een soort aquarium, waardoor iedereen kan zien hoe het werk vordert (ondanks de tijdelijke stilstand als gevolg van het Coronavirus) en welke nova tevoorschijn komen.
Om te delen — Delen is ons motto, dus iedereen mag gebruik maken van de gegevens die hier staan, maar wel binnen de termen van de Creative Commons licentie onder deze link.
Over delen gesproken, je kunt ons en andere onderzoekers helpen door deze pagina te delen via de knop delen onderaan de pagina.
_____________
Varia deel 2 | Nenny | Antoinette Catherine Thérèse Cuypers-Alberdingk Thijm (15 maart 1829-7 januari 1898) (68 jaar)

Pierre Cuypers schonk zijn vrouw Antoinette dit reliëf met haar portret bij de viering van hun eerste huwelijksjaar. Nenny (Antoinette) Cuypers-Alberdingk Thijm, een getalenteerd pianiste en zangeres, is afgebeeld als de Heilige Cecilia, patroonheilige van de muziek. Zij zit hier achter de piano die zij als huwelijksgeschenk van Pierre Cuypers kreeg. Het reliëf werd gemaakt door Jean Hubert Lauweriks (Antwerpen 1819 – Kerkrade 1869) die bij de familie inwoonde. Tekst ontleend aan de site van Cuypershuis Roermond. Screenshot bvhh.nu 2020.
Ook al zijn we druk met de mannen bezig, de vrouwen worden niet overgeslagen. Hoewel … eigenlijk is het vreemd dat er nog maar zo weinig over Nenny, de moeder van Joseph, is geschreven (voluit: Antoinette Alberdingk Thijm). De enige die al een hele tijd geleden wat dieper op haar persoonlijkheid is ingegaan, is de Roermondse historica en stadskenner Yvonne de Vries in De Spiegel van Roermond (1995).1 Een verrassend fris artikel dat – ook al is het natuurlijk na ruim 20 jaar op een aantal punten aan herziening toe – een mooi beeld geeft van deze vrouw achter de schermen. Net als Wies van Leeuwen in zijn biografie van Cuypers tien jaar later heeft ze gebruik gemaakt van het album dat zich in het Cuypershuis bevindt:
In Memoriam Antoinette Catherine Thérèse Cuypers-Alberdingk Thijm, 1829-1859-1898 (als handschrift gedrukt), H.J. Koersen, Amsterdam 1915 (een door Pierre Cuypers samengestelde keuze uit haar dagboek, begeleid door teksten van hemzelf).2
In de biografie over haar man geeft Van Leeuwen een mooie impressie van hun huwelijk dat bijzonder hecht was. Verder vermeldt hij in een noot:
32 De briefwisseling met Pierre en vrienden in Persoonsgebonden archief G 48.1-48.2 en in het Gemeentearchief Roermond. Een dagboek verbrandt ze zelf in een ‘auto da fé‘ op 24 november 1858. Veel gegevens en citaten uit haar jeugdherinneringen geciteerd in In Memoriam. Daaronder citaten uit haar in het Italiaans gestelde herinneringen.3
In de JCC hebben we een aparte rubriek voor haar opgenomen met onder meer correspondentie en excerpten in haar handschrift, in het Italiaans. Hierin bevindt zich verder het ‘dagboek van Joopie’ (Joseph Cuypers), dat Nenny schreef voor haar zus Door. Ook De Vries refereert hieraan, maar dan door tussenkomst van Cuypers’ In memoriam. Een van de bijzonderheden is het verslag dat Nenny geeft van Joopie’s taalontwikkeling en wel vooral van het Roermonds. Voordat Joseph een Amsterdammer werd (1864), had hij zich ontwikkeld tot een ‘Romundsje jong’ (zijn woorden4) dat vlot dialect sprak dankzij Betje de dienstmaagd. De Vries, getrouwd met de eerste streektaalfunctionaris van de provincie, Pierre Bakkes, merkt op dat het noteren van het dialect door Nenny een zeldzaam iets is.5
Uit de JCC blijkt verder dat Jan Alberdingk Thijm zich in 1912 op verzoek van de oude Pierre zet aan de uitgave van een bloemlezing uit de brieven van Nenny. Daarover heeft hij overleg met Joseph Cuypers en ontvangt hij van zijn oom onder meer een selectie brieven van Nenny aan haar stiefdochter Rosa. Hierin zit interessante informatie over de jonge Joseph, Katrientje en Annie, terwijl Kareltje Thijm (Lodewijk van Deyssel) eveneens langskomt. Je krijgt verder een beeld van gewone dagelijks dingen, zoals het keren van kleding en zuinig met geld omgaan. En heel interessant is de omgang van Nenny met de dood, in dit geval die van haar vader. Uiteindelijk resulteert het werk van pater Jan in het hiervoor aangehaalde In Memoriam Antoinette Catherine Thérèse Cuypers-Alberdingk Thijm.6
Joseph Cuypers was zeer gesteld op zijn moeder, zoals onder meer blijkt uit een stuk waarin hij pater Jan de belangrijkste biografische gegevens stuurt. In de begeleidende brief aan Jan maakt hij melding van de correspondentie met zijn moeder uit zijn tijd op kostschool in Rolduc, die hij volledig bewaard zegt te hebben. Deze is tot dusver niet aangetroffen. Mogelijk heeft hij deze niet teruggekregen van pater Jan, in tegenstelling tot de andere stukken. Daartoe behoren ook de enveloppen met de laatste brieven van zijn moeder aan zijn vrouw Delphine en aan hem.7

Antoinette Catherine Thérèse Cuypers-Alberdingk Thijm op gevorderde leeftijd. Screenshot beeldbank Cuypershuis, bvhh.nu 2019.
Bronnen
- De Vries, ‘Antoinette Cuypers-Alberdingk Thijm’, pp. 99-108.
- Van Leeuwen, Pierre Cuypers, architect, pp. 20-30, 325. Het persoonsgebonden archief staat online en wordt hier verkort geciteerd als HNI/Nai, ‘CUYP Cuypers, P.J.H., J.Th.J. & P.J.J.M’.
- De Vries, ‘Antoinette Cuypers-Alberdingk Thijm’, p. 108, verwijst naar Pierre J.H. Cuypers, In Memoriam – Antoinette Cathérine Thérèse Cuypers-Alberdingk Thijm. De omslag en het schutblad staan online bij het Cuypershuis.
- GAR, JCC v.n. 85-86, 158-159, 201, 204.
- Zie GAR JCC v.n. 150. In de krant wordt dit vernederlandst tot ‘Roermondsche jongen’: “Lezing van den heer Jos. Cuijpers voor de leden van den R.K. Volksbond”. Maas- en Roerbode. 9 februari 1897. GAR, Historische kranten. http://bit.ly/2ZL7XNH-JCC.
- GAR, JCC v.n. 86 (fotonummers P1300551.JPG-P1300574.JPG). Wies van Leeuwen vermeldt de inbreng van Jan Alberdingk Thijm bij de totstandkoming van het hiervoor vermelde album In Memoriam: Van Leeuwen, Pierre Cuypers, architect, p. 26. Voor de brieven van Nenny aan Rosa zie Wie is wie in de JCC (zoekterm Rosa); ze bevinden zich in GAR JCC v.n. 198.
- GAR, JCC v.n. 86 (fotonummers P1300551.JPG-P1300574.JPG). Jan Hartmann, bezig met een digitale herdruk van het boek ‘De kleine republiek’, dat Lodewijk van Deyssel (Karel Alberdingk Thijm) over zijn kostschooljaren op Rolduc schreef, heeft tijdens al het onderzoek dat hij heeft gedaan, hier evenmin de hand op weten te leggen. Vooralsnog bevinden de laatste brieven van Nenny aan Delphine en Joseph zich in GAR, JCC v.n. 92, maar overwogen wordt deze apart op te slaan, mogelijk met het dagboek van Joopie in v.n. 204.
Aparte link voor dit segment: http://bit.ly/3b10nU1-JCC
_____________
Varia deel 2 | De datering van de studietijd van Joseph Cuypers in Delft
Af en toe is het ontsluiten van archiefcollecties echt priegelwerk. Zo ben ik een tijdje terug een hele ochtend bezig geweest om de juiste datering te achterhalen van de studietijd van Joseph Cuypers aan de Polytechnische School in Delft. Die staat fout op de oude site van het Nai (en dus ook in mijn boek over de nieuwe Bavo), ze staat onvolledig op Wikipedia en helemaal niet in het lemma op het Biografische Woordenboek van Nederland. Dankzij de stukken uit de Joseph Cuypers Collectie die we invoerden in MAIS-Flexus, kan ik nu met zekerheid zeggen dat het 1879-1883 was (JCC v.n. 38 en JCC v.n. 112). Zegt het voort, zegt het voort!
De Polytechnische School te Delft was de voorganger van de Technische Hogeschool en de huidige Technische Universiteit. In de tijd dat Joseph er studeerde, van 1879 tot 1883, stond de opleiding bouwkunde onder leiding van professor Eugen Gugel uit Duitsland.
Joseph heeft trouwens ook een evaluatie geschreven over het onderwijs in Delft (JCC v.n. 112). Gelet op het handschrift is dat vrij kort gebeurd na de afronding van zijn studie.
_____________
Varia deel 2 | Joseph Cuypers en Virgilius in Delft. Hoe zit dit precies?
Bij de huldiging van pater de Groot in 1912 heet het: ‘De heer Cuypers verklaart de relatie van de Violier tot Prof. de Groot en schetste hoe hij op 15-jarigen leeftijd voor ‘t eerst kennis maakte met Prof. de Groot in het klooster te Huissen en later als student in de Studenten-vereeniging te Delft’.1 We spreken hier over een bezoek in 1876 – architect van het kloostercomplex van Huissen was Pierre J.H. Cuypers (1856-1858) – en de studententijd van Joseph van 1879 tot 1883.2 Aangezien Virgilius pas in 1898 werd opgericht ziet het er naar uit dat de verslaggever hier een vergissing heeft gemaakt. Of bestond er een voorloper van deze vereniging? Blijkens het goed gedocumenteerde lemma op Wikipedia is dat inderdaad het geval, maar ook die lijkt niet ouder te zijn dan 1898. Voor deze vereniging ontwierp Joseph Cuypers een bewijs van lidmaatschap, waarin de naam – Crescendo Gramen Sementat (Al groeiende brengt het zaad vruchten voort) – prominent figureert (zie foto hieronder).3
Uit de Joseph Cuypers Collectie komt naar voren dat er inderdaad sprake is van een nog oudere voorloper. Er zijn verschillende brieven van vriend en student Paul Versteegh aan ‘Joop’ bewaard gebleven, waarin hij aangeschreven wordt als ‘Hoofdman’ en ‘Sarastro’ (een figuur uit de Zauberflöte). Voorts vraagt Versteegh hem of of hij een cachet (zegelstempel) voor ‘onze vereeniging’ wil ontwerpen.4
Tijdens een van de reünies heeft Joseph Cuypers vermoedelijk pater Herman Ermann s.j. leren kennen, die moderator was van Virgiel. Aan hem schreef hij een indringende brief over de belevenissen van dochter Marguerite als frontverpleegster tijdens de Eerste Wereldoorlog.5
Wordt vervolgd!
Bronnen
- “Jubileum Prof. J. V. de Groot.” Het Centrum, 6 november 1913. Delpher Koninklijke Bibliotheek. http://bit.ly/2OTIJ9b-nB.
- Van Leeuwen, Pierre Cuypers, architect, p. 283.
- “Geschiedenis vereniging”. Virgiel.nl. Voorts het lemma op Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/K.S.V._Sanctus_Virgilius. De ontwerpen zijn opgeslagen op basis van formaat: GAR JCC v.n. 79 normaal, v.n. 190 middelgroot, v.n. 191 groot en v.n. 192 zeer groot.
- GAR JCC v.n. 140. (1876-1885). Joseph Cuypers kende Paul (Jean Paul Ernest) Versteegh (Pasuruan, Indonesië, 7 oktober 1858-Den Haag, 14 november 1901) al vanaf hun HBS-tijd op Rolduc (GAR, JCC v.n. 208) en zou na diens dood samen met Delphine de opvoeding ter hand nemen van diens zoon, Paulus Franciscus Maria Jozef Versteegh (29 augustus 1895, Besuki, Indonesië-25 januari 1971, Rotterdam) (GAR JCC v.n. 156). Zie hierover meer bij Wie is wie in de JCC (zoekterm Paulus).
- GAR JCC v.n. 90, conceptbrief van Joseph Cuypers aan pater Herman Ermann sj, d.d. 20 mei 1918.
Aparte link van deze paragraaf: https://www.vanhellenberghubar.org/index.php/archief/webitems/varia-deel-2/#virgilius
_____________
Varia deel 2 | Momentopname: de brief van Katy (Catharina) Cuypers aan haar schoonzusje Delphine
JCC v.n. 90, brief d.d. 10/9/1893: Katy (Catharina Wilhelmina Maria) Cuypers1 (1866-1934) aan haar schoonzusje Delphine Cuypers-Povel vanuit Valkenburg, nadat Pierre J.H. Cuypers uit Amsterdam is vertrokken.2 Ze verkeert in een situatie, waarin haar moeder, Nenny Cuypers-Alberdingk Thijm haar niet begrijpt, maar Delphine wel. Ze wil graag naar de kunstnaaldwerkschool, maar haar vader is niet overtuigd (dit blijkt ook uit de brieven in het familiearchief op het GAR). Op de beeldbank van het Cuypershuis zijn verschillende naaldwerken van haar te vinden. Deze borduur- en kantwerken komen van een anonieme schenkster, van wie de grootmoeder een goede vriendin was van Katy: ‘Volgens de schenkster is er kantwerk door Catharina aan haar grootmoeder gegeven bij diverse familiegelegenheden, maar ook in 1916 bij het intreden van Catharina in het klooster, toen zij geen bezittingen mee mocht nemen’.3
Het raadsel van de vier Ever(t)sen — Katy schrijft haar schoonzusje: ‘Vandaag sinds gisteren avond is Mgr Everts hier en zijn neef Prof. Everts dineerden met ons’. Het was behoorlijk wat puzzelwerk, maar alles viel op zijn plek dankzij een artikel dat Joseph Cuypers in 1939 voor Rolduc’s jaarboek schreef.4 We zetten het op een rij:
- De eerst genoemde persoon is monseigneur dr Willem Everts (1851-1900), een goede vriend van haar vader met wie hij in 1863 de fameuze Romereis had gemaakt, en sinds het drama Stoltzenberg woonachtig bij hem aan de Maastrichterweg (1893). Joseph kende Willem Everts niet alleen als huisvriend, maar ook als directeur van zijn kostschool in Rolduc. Na zijn schooltijd bleef hij met Willem Everts corresponderen. Hoe goed de relatie met met zijn vroegere principaal was, blijkt wel uit het feit dat Willem Everts de peetoom was van zijn oudste dochter, Marguerite (*1896).5
- Uit het genoemde artikel blijkt dat de tweede man die Katy noemt monseigneur Henri W.H. Everts (1854-1938) is, die net als zijn oom verbonden was aan Rolduc, en wel vanaf 1879. Ook hij werd een huisvriend van de familie Cuypers. Als hij in 1899 tot hoogleraar aan het Groot-Seminarie te Roermond wordt benoemd, zien Pierre J.H. Cuypers en hij elkaar regelmatig.4
- Het gevaar is groot dat Katy’s vermelding van ‘prof. Everts’ als een verschrijving wordt opgevat van een van de andere intimi van Cuypers: Henri Evers, hoogleraar bouwkunst in Delft, die de Roermondse architect tot op hoge leeftijd naar congressen begeleidde.6
- De laatste Everts met wie Joseph Cuypers contact houdt is dr Pieter S. Everts zijn (*1888) die in 1939 directeur van het gymnasium in Rolduc werd. Ook hij hoort tot de familie, want Joseph vermeld dat de briefwisseling tussen zijn vader en Henri Everts na diens overlijden door Pieter bewaard wordt.4 Met hem heeft Joseph tot op hoge leeftijd contact vanwege werkzaamheden op Rolduc.

Cuypershuis Roermond: ‘Op foto 5275-2, genomen in augustus 1895, staan volgens het opschrift aan de achterzijde Annie Cuypers en de gezusters Kathy en Marie Povel.’ Marie, het Engelse nichtje van Delphine (zie hieronder), had geen zusje Kathy, dus waarschijnlijk gaat het hier om Kathy/Katy/Catharina Cuypers (links).7
Bronnen
- Katy schreef zich afwisselend Katy en Catharina, maar wordt door anderen ook als Kathy aangeschreven.
- Voor het vertrek naar en het verblijf van de familie in Valkenburg zie Hubar, Rien de pareil, deel 1 (zoekterm Valkenburg); pp. 181-188. Voorts de biografie Van Leeuwen, Pierre Cuypers, architect.
- Voor het naaldwerk van Katy: Cuypershuis Roermond, beeldbank, zoekterm Catharina Cuypers. Katy trad in 1916 als zuster Maria Benedicta in bij de redemptoristinnen in Velp bij Grave; zie Van Leeuwen, Pierre Cuypers, architect, p. 288.
- Joseph Th.J. ‘Wijlen Mgr. Kanunnik H. W. H. Everts en de overleden Bouwmeester Dr. P. Cuypers’. In Rolduc’s Jaarboek, 11–13. Rolduc, 1939. https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB26:001037001:00017. Voorts “Directeuren en leraren van 1843 tot 1946 (Rolduc)”. DocPlayer, 2018. bit.ly/2WLbkCv-JCC. Voor de relatie tussen Willem Everts en Pierre J.H. Cuypers zie verder hierboven noot 2.
- GAR JCC, v.n. 86, 140, 208 (Rolduc) en 175 (Marguerite Cuypers).
- Zie de bijdrage van Henri Evers aan: Limburg’s Jaarboek, Limburg Provinciaal Genootschap Voor Geschiedkundige Wetenschappen Taal en Kunst, Dr. Cuypers-Nummer. Vol. 33. z.pl. (Roermond), 1927. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dts:1932001:mpeg21:0003.
- Voor de familierelaties zie Pierre M. Cuypers, ‘CUYPERS – MyHeritage’.
_____________
Varia deel 2 | De kinderen van Joseph en Delphine
In de JCC zitten verspreid verschillende stukken die in het bijzonder licht werpen op de wederwaardigheden van de kinderen. Vooral in de correspondentie van het ouderpaar is veel te vinden, maar ook in de stukken ter onderbouwing van de familiekroniek.*
- Over Yvonne en Michael zie onder meer de brief van Joseph aan pastoor Th. (Thomas) Kwakman d.d. 31 oktober 1926. Kwakman heeft Joseph Cuypers vermoedelijk leren kennen als lid van De Violier en schreef regelmatig over kunst, onder meer in het Gildeboek. Hij maakt overigens deel uit van het netwerk dat Joseph Cuypers en Toorop gemeen hadden. Kwakman heeft geprobeerd te bemiddelen bij de conflict tussen Michael en zijn vrouw Enny Schlencker met Joseph en Delphine, wat met name door de opstelling van Enny en haar ouders niet lukte. Met Yvonne blijkt Kwakman vrij veel contact te hebben gehad, voordat zij intrad bij de zusters Clarissen-Capucinessen in Amsterdam(1922-1923?). Na een mislukt en naar zeggen van Joseph en Delphine veel te zwaar noviciaat keerde zij terug met ernstige psychische problemen, waar ze nooit helemaal meer uitgekomen is.*
- Marguerite is het onderwerp van een brief van Delphine aan haar schoonzoon Feico Glastra van Loon en aan een vriendin bij wie ze haar hart lucht. Hoe romantisch het ook allemaal begon, Marguerite heeft geen gelukkig leven met Feico gehad. Het huwelijk eindigde dan ook in 1933 in een echtscheiding.*
Wordt vervolgd!
Bronnen
- GAR JCC v.n. 90-91 (Correspondentie); v.n. 81-83, 133-134, 196 (Familiekroniek).
- Kalf, “Vierde jaarverslag van den Katholieken Kunstkring De Violier”, (zoekterm Kwakman), p. 140.
- Van Roon, Goud, zilver & zijde (zoekterm Kwakman), verwijst naar Th. Kwakman, ‘Alex Asperslagh’, in: Het Gildeboek 11 (1929), 1, p. 12–17.
- Toorop, Jan. “Portret van Thomas Kwakman (1875-1955), Utrecht, Museum Catharijneconvent”. RKD | Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, 1910. http://bit.ly/2QhZux8.
- Kwakman over Michel/Michael en Yvonne: GAR JCC v.n. 90, brieven van Thomas Kwakman d.d. 29/10/1924 en d.d. 31 oktober 1926. Op verzoek van Joseph Cuypers stuurt Kwakman de originele brief terug.
- Leeuwen, Y. M. van, Olga Minkema, K. van Dooren, P. te Winkel, en Chr. Dols. “AR-Z020 Archiefinventaris Clarissen-Capucinessen (Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven)”. Archieven.nl, 2018. http://bit.ly/2YP759C-JCC.
- Marguerite: GAR JCC v.n. 196 (Familiekroniek). Zie de brief van Joseph Cuypers hieronder. Cuypers, Pierre M. “Stamboom van Marguérite Marie Delphine Antoinette Cuypers”. Geneanet, 2018. bit.ly/2XayZfG-JCC.
_____________
Varia deel 2 | Losse krabbels
- Wat is de relatie van Pierre J.J.M. Cuypers met Herman en zijn zoon Frans van den Eerenbeemt van onder meer het Internationaal Cultuur Centrum Paviljoen Vondelpark Amsterdam? Herman van den Eerenbeemt kan getypeerd worden als een katholieke cultuurdrager. In ‘De genade van de steiger‘ hebben we hem behandeld als oprichter van het weekblad Opgang. Hij speelde een belangrijke rol in de affaire rond de kruisweg van Albert Servaes en zorgde voor de verspreiding van het gedachtengoed van de neothomist Jacques Maritain. Diens ideeën, verwoord in Art et Scholastique (1920)| Kunst en Scholastiek (1924), zijn van zeer groot belang geweest voor de katholieke kunstkritiek van Pieter van der Meer de Walcheren en Jan Engelman, en voor de kunstenaars rond het tijdschrift De Gemeenschap, van met name Engelman. Tot deze groep behoorden onder meer Charles Eyck en Joep Nicolas, welke laatste bevriend was met Pierre J.J.M. Cuypers en een een enkele keer met Joseph Cuypers heeft samengewerkt (Tilburg, Breda) (JCC v.n. 72, 188). Zie Hubar e.a., De genade van de steiger, pp. 131, 133 (Van den Eerenbeemt); 130-166 (Jacques Maritain, Pieter van der Meer de Walcheren, Jan Engelman, De Gemeenschap).
- JCC v.n. 65 In dit gereconstrueerde schetsboekje vind je onder meer de dierenkoppen van het woonhuis van Joseph en Delphine Cuypers ‘Nabijbuiten’, Roerzicht, vlakbij het Cuypershuis.
- JCC v.n. 23 Notitieboekje met zakelijke, persoonlijke en financiële notities, waaronder reisherinneringen Italië (1937), schetsjes, besteknummers 101-240, oorlogsjaren, kerk Meerssen, ziekte in 1943 (met ingenestelde stukken waaronder de speech bij zijn 80ste verjaardag), 1937-1943. Uit GAR JCC v.n. 121 blijkt dat Joseph Cuypers in 1943 in het O.L. Vrouwegasthuis te Amsterdam lag. Vanuit het ziekenhuis vraagt hij aan zijn secretaresse het dossier op over de lezing over Victor de Stuers in Arnhem; hij weet precies onder welk nummer ze moet kijken. Dat bewijst – nogmaals – het bestaan van een oude ordening. Waar Joseph toen aan geopereerd is, is nog niet bekend.
- JCC v.n. 90, brief d.d. 27 nov (poststempel 28 nov 89): in het Engels geschreven brief van Marie (Marie Marguerite Jeanne) Povel (14 dec 1866-7 jun 1957) aan haar nicht Delphine over het overlijden van een vrouwelijk familielid. Apart genoeg waren de vaders van Delphine en Marie broers, terwijl hun moeders zusters waren. De naar Engeland verhuisde familie Povel was woonachtig in Manchester en in Salford en Chorlton bij Manchester.* Vrijwel zeker is dit het gezin waar Marguerite logeert als ze onder meer in 1914 in Engeland is (zie de conceptbrief hieronder).
- JCC v.n. 91, brief d.d. 23/3/1908: verjaarsbrieven van de Marguerite en Yvonne aan hun moeder Delphine. Ze logeren met alle vijf kinderen bij tante Bernadette (?). Marguerite, bijna 13 jaar oud (bijnaam Paquerette), vindt dat haar ouders wel erg lang weg zijn. Zijn Joseph en Delphine dan op reis. Is zij naar Engeland om haar nichtje te helpen voor haar oom te zorgen?
- JCC v.n. 90, brief d.d. 2/8/1908: een bijzondere, openhartige brief van kloosterlinge Jeanne Povel, zus van Delphine, aan haar zwager Joseph over roeping. Verder heeft ze het over Pierre J.J.M. (1891-1982) die – op dat moment 17 jaar oud – plannen maakt om in Delft te gaan studeren (hij heeft daarvoor extra voorbereiding nodig).
- De R.K. Volksbond: ‘Zinrijk en waardig ook is hun door Dr. Alberdingk Thijm z.g. ontworpen herkenningsteeken, hun insigne: een schildjen, horizontaal overdekt met het rationale rood-wit-blauw en het pauselijk geel-wit, in smallen band, dwars daarover heen’. Zie het artikel in tijdschrift De Katholiek van 1898.* Het aparte hiervan is dat de R.K. Volksbond ouder is dan de encycliek Rerum novarum van paus Leo XIII, waarin het katholieke sociale beleid uiteengezet wordt Zie het lemma op Wikipedia). De encycliek dateert van 1891, terwijl Jozef Alberdingk Thijm in 1889 overleden is. Ook Joseph Cuypers was betrokken bij de R.K. Volksbond, zoals we bij de retroacta van de JCC hebben uitgelegd (zoekterm postacta).
- Uit een brief van Delphine aan het adres van het Rijksmuseum blijkt Joseph Cuypers in 1918 daar nog steeds een bureau te hebben: datum poststempel, vrijdag 3 mei 1918. Idem een brief van Michel Cuypers d.d. 1 juni 1918.*
- JCC v.n. 91, conceptbrief Tweede Pinksterdag 2018: De oudste dochter van Joseph Cuypers, Marguerite, heeft tijdens de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk en Nederland gewonde soldaten verpleegd. Conceptbrief Joseph Cuypers aan pater Herman Ermann s.j. (Fotonummer MG_1132-1133).
- Uit de stukken blijkt dat Pierre J.J.M. Cuypers in 1914 zijn studie aan de TH Delft niet kon starten, omdat hij gemobiliseerd werd. Na 1918 was dit niet meer in te halen. Nu is eindelijk duidelijk waarom hij niet naar Delft is gegaan (JCC v.n. 81).
- Fotonummer P1300923, 1915: Pierre J.H. Cuypers schrijft Joseph Cuypers dat hij de plannen voor de kerk van Steenbergen heeft ondertekend. Hij bleef dus tot op hoge leeftijd boegbeeld. Een van de voorwaarden die hij stelde in ruil voor financiële regelingen?
- JCC v.n. 144: Het Comité Neerlando-Belge d’Art Civique en de wederopbouw van de steden en dorpen in België. Begint hier de belangstelling van Joseph Cuypers voor stedenbouw? De lezing voor de Sorbonne vindt plaats in 1924.*
- Delphine is lid van de vrouwelijke vrijwillige landstorm. Is dat al tijdens de Eerste Wereldoorlog of daarna? Het probleem van de brieven van Delphine is dat ze die meestal niet dateert! Als er geen envelop met poststempel is, zijn ze moeilijk te dateren.
- Joseph ondertekent zijn brieven aan Delphine met Joop! Zoals ook hieronder bij ‘Joopie’ blijkt, was dat zijn eigenlijke roepnaam die alleen door familie en intimi werd gebruikt. Ditzelfde was het geval met zijn peetoom, Jozef Alberdingk Thijm.* Overigens schrijft zijn vader hem nooit anders aan dan als Joseph.
- JCC v.n. 72: Lezing #terracotta met brief P.F. Martin: typeert Joseph als de eerste die terracotta constructief heeft gemaakt.
- Joopies dagboek, van zijn moeder Nenny aan haar zus Dora. Geeft een kijkje in de keuken over huiselijke gebruiken en opvoeding. Joseph sprak als kind al Limburgs.
- Stuk over glas in lood van Joseph Cuypers (getypt). Heeft het over de glazen van Joep Nicolas in de Noordhoekse kerk. Volgens de Tilburgse Wiki uit 1938-1939. Was dit niet eerder? Totaal andere visie dan bij de nieuwe Bavo, waar hij rond dezelfde tijd slaags raakt met dom van der Meij. Interessant om uit te werken.
- In 1943 maakt Joseph Cuypers een soort reconstructietekeningen van de meubels uit de eerste van zijn vaders atelier voor het museum. Zie v.n. 65, v.n. 68 en v.n. 69.
- Waarom is Joseph Cuypers zo vaak naar Osnabrück geweest? Daar geven met name de schetsboeken blijk van.
- Kun je ook een verhaal vertellen over het ordenen? Zeker, want de manier waarop je een collectie aantreft, zegt alles over de archiefvormer.
- Schetsboekjes gereconstrueerd op basis van formaat, verkleuring, bindgaatjes, thema en/of jaartal. Dat is niet eenvoudig omdat je ervan uit mag gaan dat bladen van hetzelfde formaat in principe tot meer schetsboekjes kunnen behoren. Soms viel dat te achterhalen op grond van de bindgaatjes. Het was te intensief om aan de hand daarvan individuele schetsboeken te reconstrueren, maar het leidde wel tot de omschrijving van een stapeltje van gelijk formaat als ‘schetsboek(en)’.
- JCC v.n. 39: Album bij gelegenheid van de 12,5 jarige bruiloft van Joseph Cuypers en Delphine Povel, gemaakt door medewerkers van de firma Cuypers & Co en personeel van Architectuur.* Opvallend genoeg is de stijl van de inbreng van het architectenbureau modern en die van de kunstwerkplaatsen ‘ouderwets’ quasi middeleeuws. De twee gezichten van het bedrijf of van Joseph Cuypers?
- Portretfoto op de deelnemerskaart van Joseph Cuypers voor de wereldtentoonstelling in Brussel in 1910. Herkomst en repro GAR, Joseph Cuypers Collectie. Wat heeft Cuypers & Co toen laten zien?
- JCC v.n. 36: Receptieboek met handtekeningen aanwezigen tijdens de receptie van de 70ste verjaardag van Joseph Cuypers (met ingenestelde stukken). Verkeerd om: notitieboekje Delphine Cuypers met terugblik op de Tweede Wereldoorlog
- Het bezoek van Joseph Cuypers aan de wereldtentoonstelling in Parijs in 1900.
- Josephs vrouw Delphine Cuypers-Povel als spelverdeler bij onder meer de PR van de firma. Wordt dit beeld bevestigd door andere stukken?
Bronnen
- Pierre M. Cuypers, ‘CUYPERS – MyHeritage’: Ouders Delphine: Anton Johan Eduard Johann POVEL (24 jan 1827-17 mrt 1894) x Delphine Marie GUILLOT 15 sep 1839-29 jul 1898). Ouders Marie: Michael Anton Ludwig POVEL (22 feb 1834-28 mrt 1902) x Juliette Marguérite GUILLOT (20 jun 1840-20 jan 1907).
- Gedownload via dbnl.org: http://bit.ly/DeKatholiek-tijdschrift.
- Fotonummer P1300848.JPG e.v. (Delphine) en P1300782-786.JPG (Michel). Zie de foto’s van het bureau op de beeldbank van het Rijksmuseum, de Rijksstudio.
- De onderbouwing door middel van gegevens opgeslagen op Evernote en Zotero over dit onderwerp volgen nog.
- Vergelijk A.J., J.A. Alberdingk Thijm.
- In de correspondentie die in verschillende nummers binnen de JCC is ondergebracht, wordt het architectenbureau van vader, zoon en kleinzoon Cuypers met Architectuur aangeduid.

Opslagmedium of collectiestuk? Een deel van het bestand aan tekeningen en foto’s van de Joseph Cuypers Collectie is opgeslagen in de omslag van september 1887 van de jaargang 1886-1887 van ‘Documents classés de l’art dans les Pays-Bas du Xe au XVIIIe siècle, recueillis et reproduits par J.-J. Van Ysendyck’. Op zich heel interessant, omdat het origineel vol prachtige foto’s zit van gebouwen in Vlaamse renaissance die nauwelijks verschilt van de ‘Oud-Hollandsche’ stijl, waardoor Cuypers senior zich liet inspireren voor zijn profane gebouwen. Foto bvhh.nu 2018.
Over Joseph Cuypers is meer te vinden bij De nieuwe Bavokathedraal en Cuypers assortiment.
Het project komt verder met grote regelmaat aan de orde op onze Facebookpagina: http://bit.ly/VanHHOrg2FB
Ga eens kijken en ‘like’ de pagina, zodat de berichten over Joseph Cuypers en dit project een nog grotere actieradius bereiken!
;-) B&M
Wat dies meer zij …
- De gebruiksvoorwaarden van Creative Commons zijn gespecificeerd onder deze link: http://bit.ly/Copyright-CC-BY-NC-SA-4-0. Dus geen commercieel gebruik en absoluut naamsvermelding, zoals geldt voor al onze teksten en foto’s op onze sites. Hiertoe rekenen we ook onze pagina’s op Facebook en Blogger. Voor de goede orde, alles wat ten dienste komt van kennisverspreiding, beheer en behoud van erfgoed zonderen we uit van commercieel gebruik.
- Naar dit item kan bibliografisch als volgt verwezen worden: Hubar, Bernadette van Hellenberg en Marij Coenen. “Varia deel 2 | Van Nenny, Joseph en Katy & in de JCC”. VanHellenbergHubar.org (blog), 2019. bit.ly/2U4u4LM-VanHH2Org.
Verkorte link van dit item: http://bit.ly/2U4u4LM-VanHH2Org
← Terug naar de hoofdpagina
…