Thompson, M.A. De nieuwe kathedrale kerk ‘St. Bavo’ te Haarlem. Bouwgeschiedenis, constructie en symboliek. Haarlem: Henri Coebergh, 1898.
Deze diashow vereist JavaScript.
Tijdens de voorbereiding van een artikel voor vakblad Vitruvius1, viel het me op dat het boek van priester-journalist Marie A. Thompson uit 1898 over de nieuwe Bavo/KoepelKathedraal in Haarlem nog altijd niet online staat. Hoewel Thompson een kwestieuze rol heeft gespeeld in de katholieke kunstkritiek van het begin van de twintigste eeuw2, kunnen we er niet omheen dat hij een verbluffend iconografisch exposé heeft geschreven. Met name zijn inleiding over het ‘symbolisme’ – je leest het goed: geen symboliek, maar symbolisme – is heel bijzonder. Zeker gelet op het type kunst dat men er in die tijd al onder verstond (zie het verhaal hieronder).
Dit bijzondere karakter was de aanleiding om het verhaal van Thompson, dat sterk beïnvloed is door de bouwheer van de kathedraal, de latere bisschop A.J. Callier, en op een verbluffende manier door architect Joseph Cuypers in architectuur en uitmonstering is verbeeld, stapsgewijs toegankelijk te maken. Maar er speelt meer. Bij de hausse aan kerksluitingen en herbestemmingsprocessen waarin we op dit moment verkeren, wordt de iconografie van de betreffende gebouwen en inrichtingen zelden meegenomen in het afwegingsproces. Met het online zetten van dit boek hopen we een duw in de goede richting te geven.
We beginnen met de samenvattende inleiding over het – thomistisch – symbolisme uit het boek over de nieuwe Bavo/Koepelkathedraal uit 2016.3
Wie zich daarna verder wil verdiepen kan via deze link surfen naar de meer uitvoerige analyse uit hoofdstuk 5 van het boek.
Om te beginnen stellen we je graag voor aan een van de belangrijkste figuren op de achtergrond: de dominicaner filosoof en theoloog Thomas van Aquino (circa 1225-1274). Ga je mee?
__________
Uit hoofdstuk 1 Ad orientem, pp. 21-22.
…
Thomas van Aquino —Een van de andere aspecten die eindelijk onderzocht kon worden, omdat de bovenste lagen in kaart waren gebracht, betreft de invloed van Thomas van Aquino. Aan de oppervlakte was hier voldoende over bekend, maar wat daar onder lag … dat weet me telkens weer met stilte en bewondering te vervullen. Stilte omdat nauwelijks te bevatten is hoe groot de inspiratie van deze middeleeuwse wijsgeer voor de bouwers van de kathedraal is geweest. Bewondering om de bijzondere manier waarop die bezieling gestalte heeft gekregen. Essentieel daarin is een van de hoofdstukken uit de eerste monografie over de nieuwe Bavo, van de hand van de priester-journalist Marie Thompson, waar men over het algemeen even overheen schaatst om het daarna ongemoeid en nominaal vermeld te laten. Maar dat stuk bevat wel de crux van wat Thompson aanduidt als het ‘symbolisme’ in de kathedraal. Alleen al de keuze van die term roept vraagtekens op, omdat zich tegelijkertijd de grote Europese stroming van het symbolisme manifesteert die we verbinden met areligieus individualisme, met esoterisch gedachtegoed en duistere, tot op het decadente af geladen zinnebeelden. Of zoals Thompson zou zeggen ‘de mystieke richting der ultra moderne kunst’.4 Het tekent de situatie dat daar in de ambiance van de nieuwe Bavo een kerkelijk symbolisme tegenover wordt gezet. En de gemene deler tussen die twee is niet zozeer de symboliek, als wel het hoogstpersoonlijke stempel ervan.
Thomistisch symbolisme —Wat dit symbolisme zo interessant maakt is niet het objectieve gehalte, waarbij een vorm een bepaalde boodschap uitdrukt, zoals de cirkel als teken van Gods volmaaktheid of de lelie van Maria’s zuiverheid. Het gaat om het persoonlijke cachet, waarin Thomas manifest aanwezig is. Dit raakt zo aan de ziel van de kathedraal, dat ik er hier in de inleiding al wat over vertel. Alles wat door God geschapen is, vloeit voort uit Zijn volmaaktheid en draagt daarvan hier op het ondermaanse zijn kenmerken, doordat het deel had en heeft aan de goddelijke bron. Dat geldt dus ook voor ons mensen. Als schepselen van God participeren wij in Zijn wezen, en zijn we zelf een beetje God om het wat kort door de bocht te zeggen. We zijn immers geschapen naar Zijn gelijkenis en daardoor is het voor Thomas in principe mogelijk om Gods wezen te leren kennen. In de woorden van Thompson:
‘Dat Wezen nu kan gekend worden niet alleen in Zich, maar ook in de gelijkenis en in de volmaaktheden, welke dat Wezen uitstort over de schepselen, want elk schepsel heeft een eigen aard en soort, naar gelang het deel heeft aan de gelijkenis met de goddelijke natuur’.5
Hierdoor heeft al wat de individuele mens aan talenten bezit en daarmee produceert iets goddelijks. Zo participeert dit schepsel in de creativiteit van God: door zijn talenten te gebruiken en zelf weer scheppend bezig te zijn. En dat scheppende bezig zijn is per definitie symbolistisch, omdat alles uiteindelijk een zintuiglijk beeld vormt van de onzienlijke idee, waarvan God in zijn volmaaktheid weer de allesomvattende Idee (met een hoofdletter) is. Omdat het hierbij gaat om iets heel individueels, is het symbolisme bij Thompson bij uitstek iets persoonlijks. Hij geeft dat een plaats door niet alleen de algemene waarheden door middel van symboliek uit te willen drukken, maar ook de persoonlijke gevoelens. En dat persoonlijke cachet is net wat de nieuwe Bavo in heel de rijkdom van zijn uitdrukkingsvormen zo bijzonder maakt. Of het van Callier kwam die als oud-docent klassieke talen het spoor volgde van de retorica van de kunst in de vorm van een catechismus in steen; die aansprekende thema’s ontwikkelde rond de bruid in het westen en de bruid in het oosten, en de traditionele noord-zuidsymboliek op scherp zette. Of van de beelddenker Joseph Cuypers die de heersende visie op Thomas op een zeer persoonlijke manier vertaalde in de Unvollendete en het eclectische gebruik van ‘Spaansch-Arabische motieven’.
Het verhaal over het thomistisch symbolisme wordt vervolgd op deze webpagina. Afgezien van Thomas van Aquino, plaats ik daar de tekst van Thompson tussen grootheden als abt Suger van Saint Denis, Thijm, Toorop en Panofsky, terwijl verder verschillende heiligen en andere kerkelijke prominenten de revue passeren.
Wat betreft de ‘Spaansch-Arabische motieven’ die met name in de koepel van de kathedraal prachtig tot uitdrukking komen, kan ik je zeker hoofdstuk 7 van ons boek aanraden. Ook op dit punt speelt het (neo) thomisme een overtuigende rol.
Het boek over de nieuwe Bavo/KoepelKathedraal is bijna helemaal uitverkocht. De enige plek waar je het nog kunt kopen is in de winkel van de kathedraal zelf, in Haarlem. Als dat geen aanleiding is om een bezoek in te plannen! En natuurlijk kun je het ook lenen via De Bibliotheek, waar je in Nederland ook woont!
O ja, ook onderzoek naar erfgoed moet het hebben van kennis delen; zeker met het oog op het specifieke doel om symboliek en iconografie een volwaardige rol te geven bij de toekomstplannen voor kerkgebouwen. Wees dus zo goed om deze pagina te delen via de knop delenonderaan de pagina. Het zou helemaal fijn als je daarbij de hashtag #kerkelijkerfgoed gebruikt.
;-) B&M
Verwijzingen
Dit betreft het artikel in het volgende nummer: Hubar, Bernadette van Hellenberg en Marij Coenen. “De mantel der bescherming. De Laurentiuskerk van Joseph Cuypers en Jan Stuyt als toetssteen”. Vitruvius, onafhankelijk vakblad voor erfgoedprofessionals 14 (2021).
Voor het integralisme en de splijtende rol die Thompson op dit punt speelde in kerkelijk Nederland zie hoofdstuk 2 van het in noot 3 geciteerde boek over de nieuwe Bavo/KoepelKathedraal Haarlem.
Hubar, Bernadette van Hellenberg. De nieuwe Bavo te Haarlem: ad orientem – gericht op het oosten. Onder redactie van Marij Coenen. Zwolle; Haarlem: Wbooks ; Stichting Kathedrale Basiliek Sint Bavo, op initiatief van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed, 2016.
De JCC komt verder met grote regelmaat aan de orde op onze Facebookpagina: http://bit.ly/VanHHOrg2FB
Ga eens kijken en ‘like’ de pagina, zodat de berichten over onderwerpen als de bovenstaande een nog grotere actieradius bereiken!
Dit item kan geciteerd worden als: Hubar, Bernadette van Hellenberg. ‘M.A. Thompson en het kerkelijk symbolisme anno 1898’. Onder redactie van Marij Coenen. VanHellenbergHubar.org, 1921. http://bit.ly/33jq7ZI-JCC-Bavo.
Verkorte link: http://bit.ly/33jq7ZI-JCC-Bavo
Om te printen, te delen of te mailen, klik hieronder op 'Delen'.
Klim naar het licht —Als je het gedicht hieronder leest, zou je denken dat het gemaakt is bij gelegenheid van de ‘Klim van het licht’. Maar dat is niet zo. Bernadette schreef het als eindejaarsgedicht bij de jaarwisseling van 2015 naar 2016, toen we net het laatste hoofdstuk van het boek over de nieuwe Bavo bij de leescommissie hadden ingeleverd. Dat gaat … je raadt het al, over de koepel van Joseph Cuypers. Wat jammer dat toen de naam KoepelKathedraal nog niet bestond, want die is gelet op de iconografie van dit gebouw heel toepasselijk: vanuit het oogpunt van architectuur, van het decoratieprogramma binnen en buiten, de polychrome uitmonstering, de liturgische choreografie en noem maar op.
Zouden al die ruim 70.000 klimmers naar het licht de vue op de koepel ook zo ervaren hebben, zoals hieronder wordt verteld? Al die keren dat Bernadette tijdens de restauratie op de steigers van de kathedraal rondliep – toen de woorden nog moesten komen – werd ze steeds weer naar dit ene punt getrokken. Steeds weer die draaiende spiralen …
…
Naar de zon in het zenith gericht draaien de spiralen een dubbele helix gelijk mysterie van hoe het begon en tot de geboorte leidde van stammen, rassen en volkeren dna van duizenden gelovigen die al eeuwenlang de jacobsladder beklimmen naar het licht … vuur dat langs de vier armen van het kruis in de windrichtingen spreidt het spectrum openbreekt en de ontelbare kleuren bundelt tot energie onvoorwaardelijk voor iedereen
________________________
Klim naar het licht met gedicht op maandag —Met gedicht op maandag zitten we in Haarlem, waar het afgelopen half jaar tienduizenden mensen van de ene verbazing in de andere vielen toen ze de spilloze wenteltrap betraden, vervolgens op de balustrade van de koepel belandden en de hele kerk van bovenaf konden bekijken; de moedigen onder hen hielden zich goed vast en keken nog wat verder omhoog naar de stadsmuur van het hemels Jeruzalem en het koepelgewelf. Daarna over de gewelven van het schip naar de westtorens, waar de echte klim begon, om te eindigen op het hoogste punt met het onvergetelijke uitzicht op de koepel van Joseph Cuypers.
Het mooie is, dit kan nog even: deze week tot en met 27 oktober! Surf naar deze site voor meer informatie.
En als je daar dan staat, en je je verwondert over het oosterse karakter van het patroon op de koepel – een vorm van oriëntalisme die je ook elders in het gebouw tegenkomt (Sacramentskapel, orgeltribune et cetera) – denk dan even aan de architect, Joseph Cuypers en zijn opdrachtgever, bisschop A.J. Callier. Hun liefde voor ‘Spaansch-Arabische motieven’ (jargon van Joseph Cuypers) heeft niet alleen te maken met de erkenning van de inheemse architectuur van het heilige Land als inspiratiebron van christelijke cultuur, maar is sterk beïnvloed door de figuur van Thomas van Aquino. En deze middeleeuwse denker dankte zijn kennis van Aristoteles aan de Arabische scholen: aan stukken die hij ter beschikking kreeg via Spanje en zijn islamitische tradities van Arabische signatuur. Daarmee construeerde hij zijn eigen filosofie, zoals Joseph zijn eigen koepel bouwde. De nieuwe Bavo slaat een brug tussen de christelijke en islamitische cultuur door te laten zien wat de een vol respect van de ander heeft overgenomen en in iets eigens heeft getransformeerd. De hele wereld met zijn weelde aan visies en opvattingen was hun deel, in de stellige overtuiging dat het katholieke geloof dit een aparte plek zou geven in zijn eigen bestel; of het nu om religie, filosofie, kunst of architectuur ging. De boodschap die rond 1900 werd afgegeven, blijkt anno 2019 verrassend actueel te zijn.
Voor de volledige tekst van Ode an die Freude van Friedrich von Schiller met de profetische uitroep ‘Alle Menschen werden Brüder!’, zie dit lemma op Wikipedia. Op Spotify en Youtube kun je allerlei uitvoeringen vinden van het slotkoor van de negende symfonie van Beethoven die de Ode an die Freude met drie beginregels heeft uitgebreid en op muziek heeft gezet.
Verkorte link van dit item: http://bit.ly/2P4Pysk-Gom
Zowel aan Joseph Cuypers als aan #Gom | Gedicht op maandag wordt aandacht besteed op onze Facebookpagina: http://bit.ly/VanHHOrg2FB
Ga eens kijken en ‘like’ de pagina, zodat berichten als deze een nog grotere actieradius bereiken en wie weet, ook anderen inspireren tot dichterlijke reflecties op erfgoed!
Dat kun je ook doen door dit item te delen via de knop delenonderaan de pagina. Het zou helemaal fijn zijn als je daarbij de hashtag #gom gebruikt.
Verhalen bij de vleet | JCC — Verhalen … daar staat deze site vol van. We zijn verhalenvertellers pur sang. Je kunt dan ook niet bezig zijn met zo’n mooie collectie zonder dat je van het ene in het andere verhaal valt. In minivorm vind je er al een paar in de varia in het open atelier van de JCC. In deze rubriek volgt de uitwerking daarvan in blogs en webartikelen. In de JCC zitten niet alleen stukken van Joseph zelf, maar ook van zijn peetoom Jozef A. Alberdingk Thijm. En wat te denken van zijn moeder Antoinette Cuypers-Alberdingk Thijm, zijn vader Pierre J.H. Cuypers, zijn vrouw Delphine Povel, zijn dochters Marguerite en Yvonne, en zijn zoons Pierre J.J.M., Michael en Charles en … en …
What’s in a name —Hierboven staat in ieder geval één verhaal dat dringend bijgesteld moet worden. Zelden zijn we iemand tegengekomen die met zoveel namen aangeduid werd! Het is niet alleen Jos, Jos. of Joseph, welnee! Voor intimi, onder wie uiteraard als belangrijkste zijn vrouw Delphine, was hij Joop, terwijl zijn moeder hem als kind Joopie noemde en later Joo. Dat geldt overigens ook voor zijn zus Katy/Katrien/Catharina – jawel, ook zij had meer namen – met wie zowel hij als Delphine een aparte band hadden.* De oude Pierre noemde zijn zoon steevast Joseph en dat geldt ook voor de mensen in zijn netwerk die hem mochten tutoyeren. Was onze held een kameleon? We gaan het je vertellen, zodra we meer weten!
We hebben hier niet alleen de verhalen over de Joseph Cuypers Collectie opgenomen, maar ook die van de nieuwe Bavo (tegenwoordig KoepelKathedraal Haarlem), het kerkelijke meesterwerk van Joseph Cuypers, en enkele uit Cuypers assortiment.
Wil je gebruik maken van het materiaal van de verhalen, doe dat dan binnen de termen van de Creative Commons licentie.*
De felicitatie op de sociale media in 2018. Ook in dat jaar viel Josephs verjaardag in het Cuypersweekend. Nog meer redenen voor een feestje. Herkomst foto’s op de collage: linksboven, genomen in het Cuypershuis door Sjaan van der Jagt-Pixelpolder (2014); linksonder een scan uit de De Maasbode van 1931; linksonder midden uit de Joseph Cuypers Collectie op het GAR; rechtsonder midden scan Joseph Cuypers op 86-jarige leeftijd, uit De Katholieke Illustratie van 1947; recht midden boven, scan uit het bestek voor Oud Leijerhoven (1884) in Amsterdam, een van de eerste bouwwerken van Joseph Cuypers (zijn stempel is later toegevoegd); rechtsmidden foto van een familiefeest (?) uit deJoseph Cuypers Collectie op het GAR, circa 1895, met in het medaillon rechtsboven een uitsnede van de architect en rechtsonder, van zijn vrouw, Delphine Povel. Collage bvhh.nu 2018.
Joseph Cuypers(* 10 juni 1861) was jarig in het Roermondse Cuypersweekend van 2017. Collage bvhh.nu 2017.
Verwijzingen en wat dies meer zij
Over de relatie van Kathy met Delphine vind je meer in Varia deel 2 (zoektoets Kathy). Tijdens zijn grand tour in 1884-1885 heeft Kathy Joseph een tijdje vergezeld (GAR, JCC, v.n. 173).
In principe mag iedereen gebruik maken van de gegevens die hier staan, maar wel binnen de termen van de Creative Commons gespecificeerd onder deze link: http://bit.ly/Copyright-CC-BY-NC-SA-4-0. Dus geen commercieel gebruik en absoluut naamsvermelding, zoals geldt voor al onze teksten en foto’s op deze site. Hiertoe rekenen we ook onze pagina’s op Facebook en Blogger. Voor de goede orde, alles wat ten dienste komt van kennisverspreiding, beheer en behoud van erfgoed zonderen we uit van commercieel gebruik.
Pinksteren heb ik altijd het meest aansprekende feest gevonden van de katholieke kerk. Ik weet wel dat het formeel niet de belangrijkste plechtigheid is, maar voor mij is het de ultieme dag van de inspiratie. Dit woord werd al vroeg in het Nederlands vrij letterlijk vertaald als ‘ingheestinge’, de geest die binnentreedt in de mens als gevolg van de ‘uitstorting’.* Niet van zomaar een geest, maar van een goddelijke Geest, een heilige Geest.
Het hoogkoor van de nieuwe Bavo, ontworpen door Joseph Th.J. Cuypers (1893-1898), staat het hele jaar door in het teken van de ‘Creator Spiritus’, de scheppende heilige Geest. Van de Pinksterhymne Veni Creator Spiritus staan dan ook, conform het iconografisch programma van vicaris-generaal en later bisschop A.J. Callier, de eerste regels tussen de arcade en de eerste galerij gekalligrafeerd. Foto Beeldbank RCE-Sjaan van der Jagt/Pixelpolder 2015.
Pinksteren — Probeer het je voor te stellen, in het begin van de jaartelling: een ruimte met mensen – onder wie de apostelen – die oprecht hopen, maar toch ook treuren. Zij zijn er samen met de moeder van hun meester en verlosser die op een wel heel dramatische wijze het leven heeft gelaten, terugkeerde uit de dood en vervolgens opnieuw heenging. Natuurlijk heeft hij hen getroost, nog wel met de belofte dat hij Gods Geest zou zenden om hen te helpen, maar wanneer … En dan gebeurt het opeens:
Plotseling kwam er uit de hemel een geluid dat leek op een enorme windvlaag en het vulde het hele huis, waar zij zaten. Op hun hoofden vertoonden zich tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen. Zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken, zoals de Geest het hen gaf uit te spreken. — .*
De parakleet wordt deze geest genoemd, de vertrooster. Hoe dat opgevat moet worden, daarover zijn de meningen verdeeld, maar mij spreekt nog het meest de gedachte aan dat de parakleet door Christus is gestuurd als troost en compensatie voor zijn afwezigheid. En wat voor een compensatie! Want als er iets is dat de mens heel dicht bij God brengt, dan is het toch wel de bezieling, de ‘geestdrift’. De schrijver Jozef Alberdingk Thijm wist dat prachtig te verwoorden met zijn ‘steigring van den geest tot boven het hemelgewelf’.* Dat was de vervoering die bezit nam van de mens als hij kunst maakte en daarom was kunst zo belangrijk. Zijn petekind Joseph Cuypers, de architect van de nieuwe Bavo, dacht in soortgelijke termen en dat gold ook voor de bouwheer A.J. Callier die het iconografisch programma samenstelde. Dat de heilige Geest zeer aanwezig is in de kathedraal, heeft echter niet alleen te maken met inspiratie en creativiteit, maar ook met de bijzondere functie van dit type kerk. Alleen hier vindt de priesterwijding plaats, tijdens welk ritueel de heilige Geest zijn zeven gaven uitstort over de wijdelingen die het kerkvolk zullen bijstaan tijdens hun aardse pelgrimage van loutering en strijd. Zoals we kunnen lezen in het eerste boek over de symboliek van de nieuwe Bavo, van Marie Thompson (1898), is het thema van Pinksteren een leidmotief:
Geheel de zinnebeeldige voorstelling van het verhevenste en eerbiedwaardigste gedeelte dezer kathedraal wordt beheerscht door slechts ééne grondgedachte, de werking en de mededeeling van den H. Geest, den derden persoon der H. Drievuldigheid, de uitstorting zijner goddelijke liefdegaven over de strijdende Kerk hierbeneden. Gelijk Cherubijnen-vleugelen boven het verzoendeksel der Oud-Testamentische ark, zoo spreiden zich de heilige gewelven en de hoog opschietende bogen over de altaren der Nieuwe Wet, waar Gods Zoon, de eeuwige Liefde, troont […].*
De gewelfknoop met de sluitsteen waar de ribben, of liever de ‘vleugels’ van het apsisgewelf van de nieuwe Bavo bij elkaar komen. Centraal is de zon weergegeven die staat voor Christus als licht der wereld. In combinatie met de uitschietende stralen in goud op de ribben, kan dit motief ook geïnterpreteerd worden als symbool van het Pinkstergebeuren waarbij de heilige Geest zich in vurige tongen uitstortte en Gods bezieling bracht. Foto Beeldbank RCE-Sjaan van der Jagt/Pixelpolder 2015.
Een prachtig beeld van gewelven als engelenvleugels, die je vooral herkent in de apsis. Ook later vinden we deze vergelijking met de vleugels van ‘cherubs’ nog wel eens een enkele keer in de kunstkritiek terug.* Zelf heb ik het vermoeden dat dit niet alleen beïnvloed is door het tweetal op de ark van het verbond, maar ook door een ander verhaal uit het Oude Testament. Wat te denken van de tempel van Salomon die een aparte (achter)zaal – het Heilige der Heilige – liet bouwen voor de ark van het verbond:
Voor de achterzaal liet hij van olijfhout twee kerubs maken van tien el hoogte. Elk van de beide vleugels van een kerub was vijf el lang: gerekend van de ene vleugeltip tot de andere was de spanwijdte tien el. Elke kerub was tien el hoog; beiden hadden dezelfde afmetingen en dezelfde vorm. De hoogte van de ene kerub was tien el en die van de andere eveneens. De kerubs liet hij achter in de tempel plaatsen. De vleugels van de kerubs stonden uitgespreid; een vleugel van de ene kerub raakte de ene muur en een vleugel van de andere kerub raakte de andere muur; hun andere vleugels raakten elkaar in het midden van de tempel.*
Keren we terug naar de parakleet die zich op Pinksteren uitstortte over de eerste christenen, dan valt op dat die in de nieuwe Bavo nog tweemaal voorkomt: allereerst letterlijk in de slotregel van het Te Deum, waarvan de eerste strofe eindigt met ‘Sanctum quoque Paraclitum Spiritum’ (‘en ook de Vertrooster, de Heilige Geest’). Deze tekst is onlangs op grond van een ontwerp van Joseph Cuypers uit circa 1929 gekalligrafeerd op de westelijke muur van het noordertransept .
Jojanneke Post brengt het bladgoud aan op de laatste letters van de kalligrafie van het Te Deum in de nieuwe Bavo te Haarlem. Het betreft het woord Spiritum van (heilige) Geest. Foto Davique Sierschilderwerken 2016.
Maar dat is niet de enige plaats, want ook in de hymne die gebruikelijk op Pinksteren gezongen wordt, tevens een vast onderdeel is van de priesterwijding en waarvan de eerste regels geschilderd staan in de apsis van de kathedraal, treedt de heilige Geest als parakleet naar voren: Veni Creator Spiritus. Ik weet niet hoe het met jullie staat, maar deze wat onduidelijke figuur uit de heilige Drie-eenheid is als vertrooster, schepper en inspirator voor mij als iconograaf een stuk concreter geworden.
B.
Bronnen
De * in de tekst hierboven over Pinksteren verwijst naar de volgende bronnen:
Voor ‘ingheestinge’ zie Hubar, Arbeid en Bezieling, pp. 383-384 (→ Bibliografie).
Handelingen 2:1-4, geciteerd naar het lemma Pinksteren op Wikipedia.
Timmers, Symboliek en iconographie , p. 353, nr 716 (→ Bibliografie).
Hubar, De genade van de steiger, p. 68: het betreft de uitmonstering van Henri Sicking voor de verdwenen kapel van de Zusters van de Sociëteit van Jezus Maria Jozef te Nieuwkoop; Delpher, zoektermen: Sicking, Nieuwkoop (Nieuwe Tilburgsche Courant 1934) (→ Bibliografie).
Thompson, De nieuwe kathedrale kerk ‘St. Bavo’ te Haarlem, p. 36 (→ Bibliografie).
Willibrordbijbel.nl: 1 Koningen 6, 23-28.
Voor Thijm en de neoplatoonse context van de ‘geestdrift’ zie Hubar, Arbeid en Bezieling, pp. 67-70, 256-262, 320 (→ Bibliografie).
Voor meer informatie over de parakleet en de kalligrafie in de nieuwe Bavo zie mijn boek over de nieuwe Bavo/KoepelKathedraal Haarlem dat inmiddels is uitverkocht!
De nieuwe Bavo/Koepelkathedraal Haarlem is gerestaureerd door Van Hoogevest Architecten te Amersfoort (http://bit.ly/Hoogevest-Bavo) in opdracht van de Stichting Kathedrale Basiliek Sint Bavo te Haarlem: http://bit.ly/Bavo2Ao.
Het kalendarium in de noordoostelijke traptoren van de nieuwe Bavo/KoepelKathedraal Haarlem, ontworpen door Joseph Cuypers en uitgevoerd door firma Wed. N.S.A. Brantjes en Co., Purmerend (1898)* (foto Jo Kunnen 2015).
Komend weekend gaan we weer van winter- naar zomertijd en dat herinnert onherroepelijk aan de wisseling van de seizoenen. Die zijn in de nieuwe Bavo/KoepelKathedraal Haarlem onder meer uitgebeeld in het kalendarium bij de noordoostelijke traptoren, naast het hoogkoor.
Een kathedraal zit vanouds vol kosmische elementen die te maken hebben met de eerbied voor Gods schepping. Hemel en aarde schiep hij uit het niets, meent de een, maar er zijn ook tradities waarbij hij de bestaande chaos tot de kosmos organiseerde als een hemelse demiurg (architect) of Deus artifex (kunstvaardige God). Het sprak de mens wel aan, dat greep krijgen op tijd en ruimte. In de nieuwe Bavo komt dat in verschillende decoratieve elementen tot uitdrukking, zoals hier in de noordertoren, waar Joseph Cuypers een kalendarium voor ontwierp. In het oudste boek over de kathedraal (1898), vertelt de priester-journalist Marie A. Thompson over ‘een tijdkalender, waarin de twaalf teekenen van den dierenriem en de symbolen der vier jaargetijden’ zitten.*
Je krijgt de indruk dat dit werk in 1898 nog niet klaar was, want Thompson schrijft dat het is uitgevoerd in ‘fijn, veelkleurig mozaiek’. In werkelijkheid is het een tegeltableau dat al staat afgebeeld in een artikel van C.J. Juffermans van mei 1898. Hij is ook de eerste die de kathedraal betitelt als ‘de Nieuwe Sint-Bavo’.* Op dat moment was het gebouw nog lang niet af, want alleen de oostpartij stond er. Tegen de eerste bouwlaag van het transept leunde een houten noodschip voor de parochianen om de mis op het voltooide priesterkoor bij te kunnen wonen. Daarom is het ook zo vreemd dat de kathedraal in het boek van Thompson werd beschreven alsof ze al helemaal af is. Dat heeft te maken met het karakter van de nieuwe Bavo als Unvollendete: als bewust onvoltooid gebouw vol met potenties die op termijn gerealiseerd kunnen worden. Op papier werd een voorschot genomen op de toekomstige afwerking van de kathedraal. Over dit spannende thema vind je meer in mijn boek over de nieuwe Bavo.*
Keren we terug naar het kalendarium dan zien we hoe de hemelse sterrenbeelden zijn ingebed in de groene aarde. Op de hoeken zijn de symbolen van de vier seizoenen aangegeven in de vorm van ontluikende lelietjes van dalen linksboven (lente); dan – met de klok – mee de bloeiende roos (zomer), vervolgens de rijpe druiventros (herfst) en tenslotte de eeuwig groene hulst (winter).*
Toch klopt er iets niet helemaal … Kun je me dat vertellen?
B.
Post scriptum — Kort na het verschijnen van deze blog heb ik een stukje over de tegenhanger van de jaarkalender, de klok in de zuider koortoren, geplaatst op LinkedIn.
Verwijzingen
Het teken * in de bovenstaande tekst verwijst naar de volgende bronnen:
Hubar, Bernadette van Hellenberg. De nieuwe Bavo te Haarlem: ad orientem – gericht op het oosten. Onder redactie van Marij Coenen. Zwolle; Haarlem: Wbooks ; Stichting Kathedrale Basiliek Sint Bavo, op initiatief van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed, 2016. Voor een samenvatting surf naar http://bit.ly/Ifthenisnow-Bavo.
Antoon Erftemeijer, Arjen Looyenga en Marieke van Roon, ‘Getooid als een bruid, De nieuwe Sint-Bavokathedraal te Haarlem’, Haarlem 1997, pp. 220-222.
C.J. Juffermans, ‘Het voltooide gedeelte van de Nieuwe Sint-Bavo’, in: ‘Sint Bavo Godsdienstig Weekblad voor het Bisdom Haarlem’ 1 (1898), pp. 301-303.
M.A. Thompson, ‘De nieuwe kathedrale kerk ‘St. Bavo’ te Haarlem. Bouwgeschiedenis, constructie en symboliek’, Haarlem 1898, pp. 71-72.
Jammer genoeg het mijn boek over de nieuwe Bavo uitverkocht.
Samenvatting boek nieuwe Bavo — In dit item vind je in kort bestek de belangrijkste thema’s in ons boek over het meesterwerk van Joseph Cuypers dat medio 2019 omgedoopt is tot KoepelKathedraal Haarlem (dit om een einde te maken aan de stelselmatige verwarring met de oude Bavo in het centrum van de stad). Normaal zou achter zo’n inleidende zin een oproep komen om het boek te bestellen, maar … dat kan niet meer. Het boek is uitverkocht!
De laatste exemplaren gingen over de toonbank tijdens de manifestatie ‘De klim naar het licht’ in 2019. En nu is het wachten om een digitale oplossing. Tot die tijd moet je het boek bestellen via de bibliotheek of alvast een voorproefje nemen via enkele fragmenten die hier online staan.
Maar neem eerst kennis van de samenvatting hieronder!
*
De nieuwe Bavo te Haarlem — Ad orientem | Gericht op het oosten
…
…
Het boek dat tijdens de restauratie geschreven werd
Op 9 september 2016 is de jongste publicatie over de Haarlemse kathedraal feestelijk gepresenteerd in de nieuwe Bavo bij gelegenheid van de start van de Open Monumentendagen in Haarlem, na een korte inleiding van professor dr Paul van den Akker van de OU te Heerlen.
Ad orientem | Gericht op het oosten onthult hét leidmotief van het nieuwe boek over de Haarlemse kathedraal, beter bekend als de nieuwe Bavo van architect Joseph Th.J. Cuypers (1861-1949). De subtitel slaat zowel op de oriëntatie van het gebouw – met de apsis gericht op het oosten – als de lichtsymboliek van de dageraad en de oriëntaalse invloeden in de vormgeving. Dat heeft Joseph Cuypers niet allemaal alleen bedacht. Geen bouwmeester zonder bouwheer, dus ook zijn opdrachtgever hoort hier genoemd te worden. Dat was de bisschop van Haarlem, die vertegenwoordigd werd door zijn vicaris-generaal A.J. Callier (uit te spreken als rijmend op lier). Callier die als de programmamaker van de kathedraal beschouwd kan worden, werd in 1903 tot bisschop benoemd, tijdens de tweede bouwfase. De nieuwe Bavo kwam namelijk in drie fasen tot stand:
De oostpartij tot en met een deel van de viering in 1893-1898.
Het schip, de onderbouw van de westtorens, de rest van de viering en de koepel in 1902-1906.
De twee westtorens in 1925-1930, door Josephs zoon, Pierre J.J.M. Cuypers.
… afb. 1 De bouwheren en bouwmeesters van de nieuwe Bavo: bisschop Caspar Bottemanne, zijn opvolger vicaris-generaal Augustinus Callier, Joseph Cuypers en Jan Stuyt.
De architect en zijn ploeg
Wie de naam Cuypers hoort, zal waarschijnlijk in eerste instantie denken aan de ontwerper van het Rijksmuseum en het Centraal Station te Amsterdam. Dat ook zijn zoon Joseph en kleinzoon Pierre junior actief waren in het bouwvak is minder bekend. Hoewel er inmiddels verschillende publicaties aan Joseph Cuypers zijn gewijd – waarvan de meest recente van pastoor Crutzen over de kerk van Klimmen – is er nog veel dat niet bekend is over zijn visie en zijn creativiteit. Wat dat betreft zal met dit boek de achterstand ingelopen worden; en dat is vooral mogelijk gebleken doordat het hier om het meesterwerk gaat van Joseph Cuypers als kerkenbouwer. Bij de totstandkoming van de kathedraal waren overigens meer mensen betrokken: zijn vader kon het niet laten om in het begin zelf wat schetsen op tafel te leggen; bijna dertig jaar daarvoor was hem immers deze opdracht in het vooruitzicht gesteld. Behalve als klankbord is zijn inbreng verder beperkt gebleven tot het glas-in-lood in de lucida (de ramen in de apsis). Verder had je daar Jan Stuyt die aanvankelijk als opzichter werkzaam was, maar vanaf 1899 als vennoot van Joseph Cuypers. Ook met hem zal de architect vaak gespiegeld hebben over zijn ontwerpen. En ten slotte was daar Pierre junior die onder de hoede van zijn vader tekende aan de westtorens en het noorderportaal.[1] Los van deze creatieve mensen had je in het bouwteam bazen en onderbazen waarvan de belangrijksten in de galerij van de apsis in symbolen en initialen vereeuwigd zijn.[2]
Waarom een nieuw boek?
Nu zijn er sinds de kerkwijding van 1898 al verschillende publicaties aan de nieuwe Bavo gewijd, waarvan de laatste uit 1997: in Getooid als een bruid is uitvoerig aandacht besteed aan de ontwikkeling van het bouwplan, de iconografie en de verschillende kunstenaars die aan de inrichting werkten. Wat maakt ‘mijn’ boek anders, en sterker nog, waarom is er nog een boek nodig? Heel eenvoudig: de nieuwe inzichten als gevolg van de restauratie.[3] Het anders en nodig heeft namelijk te maken met de ontdekkingen die vooral vanaf de steiger zijn gedaan. Als een van de betrokken onderzoekers stond ik daar oog in oog met de verschillende onderdelen die van de grond af niet waren te zien. Daar kreeg ik uitleg over de vondst van minieme kleursporen wat er toe heeft geleid dat de buitenpolychromie voor een groot deel is hersteld. Daar werd ik op een wel heel directe manier geconfronteerd met onvoltooide, brute halffabricaten en zelfs misbaksels die bij zo’n verheven bouwwerk als een kathedraal eigenlijk niet passen. Daar zag je ook het vakmanschap van de baksteenpolychromie en het spannende verschiet waarin verschillende elementen hand over hand in een klimmende beweging omhoog stuwen naar het meest majestueuze onderdeel: de groenkoperen koepel. Alleen al het complexe spel van architectonische hoofdlijnen en verfijnde detaillering is een studie waard.
… afb. 2 Op de steiger zie je de dingen in heel andere dimensies. Maar het is vooral de sfeer die je niet loslaat. Een bijzondere plek tussen hemel en aarde.
Samenvatting ‘De nieuwe Bavo te Haarlem’ | Wat kan ik vinden in dit boek?
Licht —Niet alleen de twee genoemde thema’s komen aan bod, want er speelt meer dan alleen de polychromie en de onvoltooide elementen. Ze gaven wel de richting aan van enkele andere bijzonderheden. Allereerst de opmerkelijke visie van Joseph Cuypers op licht in architectuur. Ik haal een klein stukje aan uit een van zijn belangrijkste artikelen over de nieuwe Bavo. Eerst vertelt hij over de sterke horizontale lijnen in de historische gebouwen van Nederland. Ons land is vlak en dat geldt ook voor de architectuur.
‘Moet daarin niet worden erkend de weerspiegeling van wat het Hollandsche landschap dien ouden bouwmeesters te zien en te voelen gaf — eene groote ruimte, afgeteekend door fijne, teere profielen aan den horizon, zonder scherpe kleuren of harde contrasten: eene ruimte niet omschreven door krachtige bergruggen, maar voelbaar door de tinteling der atmosfeer en de afbleekende tonen van ’t geboomte onzer polders?’[4]
Pas toen ik dit las, realiseerde ik me dat Joseph niet alleen een Limburger is, maar ook een Hollandse jongen! Zijn vader, ja, dat was een echt ‘Remunsje jung’, maar Joseph had een Amsterdamse moeder, grootvader en overgrootvader en voelde zich dus ook Hollander. Zelf zou hij zeggen dat hij van zijn moeder een ‘Hollandsch gemoed’ erfde en van zijn Limburgse vader het ‘harmonisch kunst-inzicht’.[5] Het beste dus van twee werelden.
Wat betekende dit in de praktijk? Dat hij brak met het ideaal van de zwaar gekleurde, donkere Chartresachtige glazen omdat hij het licht van het Hollandse polderlandschap naar binnen wilde halen. Zo ontwikkelde hij een nieuw concept dat je als de architectonische variant van het impressionisme zou kunnen betitelen. Want lichtinval is iets dat elk moment verandert. En daardoor heb je eigenlijk niet met één gebouw te maken, maar met een hele serie gebouwen die ieder moment van aanzien veranderen. Een belangrijke inspiratiebron hiervoor was vrijwel zeker de beroemde reeks van Monet, van de kathedraal van Rouen. Die laat prachtig zien hoeveel verschillende gebouwen één kathedraal vormt op de verschillende momenten van de dag.[6]
… afb. 3 Claude Monet, Cathédrale de Rouen (1892-1894)
De Unvollendete —De onvoltooide elementen, misbaksels en halffabricaten worden in het boek behandeld als onderdeel van de Unvollendete, onder verwijzing naar de beroemde symfonie van Schubert. Nu was Joseph Cuypers een beelddenker, geen filosoof. Ook al zou je het niet (of misschien juist wel) zeggen na het poëtische stukje dat ik net aanhaalde: hij dacht vooral in beelden en niet in woorden. En dat is wat al die onvoltooide stukken steen laten zien: hoe Joseph Cuypers als beelddenker een filosofisch concept wist te verwerken. In dit geval gaat het om een denkbeeld van Thomas van Aquino die hierbij weer steunde op Aristoteles. Kort door de bocht kun je stellen dat alles wat bestaat één grote bulk potentie is: alleen zo kun je verklaren hoe het mogelijk is dat iets is en op hetzelfde moment iets anders aan het worden is. Als we alleen al naar ons zelf kijken zijn we voortdurend in staat van verandering: we zijn niet helemaal meer wat we waren, maar ook nog niet helemaal wat we het aan het worden zijn. En het mooie hiervan is dat we ieder moment keuzes kunnen maken. Dat is precies wat uitgedrukt wordt door de Unvollendete: de potentie om na het wordingsproces tot een bepaald stadium doorlopen te hebben, iets anders te worden. En dat iets anders maakt deel uit van een eindeloos scala aan mogelijkheden. Al die mogelijkheden zitten in ons, net zoals in de steen direct uit de groeve een eindeloze hoeveelheid beelden zit besloten.[7]
… afb. 4 De Unvollendete bestaat uit rudimentair beeldhouwwerk, halffabrikaten en misbaksels
Oriëntalisme —De kathedraal valt op door sterk oosters aandoende patronen en ornamenten, met de koepel als meest in het oog lopende uitdrukkingsvorm. Deze aandacht van Joseph Cuypers voor, zoals hij het zelf noemde, ‘Spaansch-Arabische motieven’ heeft niet alleen te maken met de erkenning van de inheemse architectuur van het heilige Land als inspiratiebron van christelijke cultuur, maar is opnieuw sterk beïnvloed door de figuur van Thomas van Aquino. Want zoals deze wijsgeer de geschriften van Aristoteles te danken had aan de islamitische denkers van Arabische signatuur, ontleende Joseph Cuypers daar een onderscheidend deel van zijn vormenschat aan.[8]
Polychromie —Er wordt wel gezegd dat dit oriëntalisme ook tot uitdrukking komt in de kleuren. En hoewel er zeker enige overeenkomsten zijn, steunt Joseph Cuypers hier toch vooral op de Farbenlehre van Goethe – de dichter, ja ! – en het onderzoek van Viollet-le-Duc; om de enorme ervaring van zijn vader op dit gebied niet te vergeten. Vooral de buitenpolychromie is heel bijzonder, omdat we van dit type geen enkel ander voorbeeld in Nederland (meer?) hebben. Voor de oorlog moet die voor een groot deel al zijn verweerd, want in het collectieve geheugen van Haarlem was geen enkele herinnering meer aan de eertijds rijke tooi van de torens, gevels en steunberen van de kathedraal. De polychromie werd ondersteund door verguldsel dat het licht en de kleuren reflecteerde, zoals ook aan de binnenkant gebeurde door middel van glanselementen als terracotta, edelsmeedwerk, mozaïeken en noem maar op.[9]
… afb. 5 Van de buitenpolychromie van de nieuwe Bavo was nauwelijks nog iets over.
Catechismus en Biblia pauperum —Ook de latere bisschop Callier was intensief bezig met het gedachtegoed van Thomas van Aquino. Hij liet zich zelfs vereeuwigen in het beeld van deze heilige bij het heilig Hartaltaar. Anders dan de architect was hij geen beelddenker, maar vooral een docent die elementaire geloofswaarheden, vervat in de catechismus, over het voetlicht wilde brengen. Daarvoor koos hij onder meer de systematiek van de middeleeuwse Biblia pauperum (armenbijbel), waarvan in het bisdom nog verschillende originele exemplaren bestonden, zoals in de Grote Kerk van Laren. Callier wist heel goed dat hij zijn ideeën niet kon realiseren zonder de tussenkomst van de uitvoerende kunstenaar, die hij dan ook een bijzondere status toekende. Zo werd zijn haast persoonlijke beeldhouwer, Johannes Maas, getypeerd als ‘priester van het Schoone’. Het geeft aan dat kunstenaars en geestelijken tijdens de bouw een bijna gelijkwaardige status hadden. Bijna, want uiteindelijk voelde de geestelijkheid zich toch ver verheven en bevoorrecht boven de leken. Wel kon de kunstenaar net als een geestelijke als een ingewijde worden beschouwd, iemand die door zijn scheppingsvermogen, kennis en inspiratie dieper doordrong tot de goddelijke geheimen dan de gewone gelovige.[10]
Netwerk en De Heilige Linie —Om het verhaal over de verschillende actoren in te kaderen, is zowel aandacht besteed aan het netwerk waarin zij verkeerden, als aan de gemene deler die onder het programma lag, het handboek over kerkbouwsymboliek van Josephs peetoom, J.A. Alberdingk Thijm, De Heilige Linie (1858).[11] Om te beginnen komt dit tot uitdrukking in de oriëntatie van de kerk, maar er spelen nog talloze andere thema’s mee die onder meer leidden tot de ontdekking van de bruid van het oosten en de bruid van het westen.[12]
Ervaring
Wat heeft het nu zo bijzonder gemaakt om dit boek te schrijven. Sowieso was het fantastisch om dit onderzoek te mogen doen, me te verdiepen in de verschillende persoonlijkheden die direct en zijdelings bij het project van 1895 tot 1930 waren betrokken – wat heb ik veel mensen leren kennen! – en bezig te kunnen zijn met alles wat zich op ons netvlies ontvouwt. Want daar gaat het per slot van rekening bij een kunsthistoricus om: om het visuele spel dat zich voor onze ogen afspeelt dankzij de kunst die door mensenhanden tot stand is gebracht. Maar wat dit boek toch wel extra bijzonder maakt, is dat ik het tijdens de restauratie heb mogen schrijven. En dat is behoorlijk apart in Nederland, want meestal gebeurt zoiets als het werk gedaan is. Dan kun je in principe al niet meer achter de schermen, of liever, vanaf de steigers kijken. Vooral dat laatste heeft dit me bij dit boek veel gebracht. Zo vond bij het herstel van de polychromie een directe wisselwerking plaats tussen onderzoek, schrijven en restaureren, waarbij over en weer een verdiepingsslag plaatsvond. Maar ook de gelukkige situatie dat het gebouw vanaf de steigers bestudeerd kon worden, leverde kennis en inzichten op die zonder dat onmogelijk zouden zijn geweest.
… afb. 6 Jan Dibbets (centraal met de stok) ontwierp eigentijdse glazen voor het schip van de nieuwe Bavo.
Lest best was het heel speciaal dat er een wisselwerking was met levende kunstenaars over hun recente bijdrage aan de kathedraal. Wat dacht je van de glazen van Jan Dibbets in het schip, de glasobjecten van Marc Mulders in de doopkapel of het mozaïek van Gijs Frieling bij de Sacramentskapel, allemaal na een proces van denken en overleggen tot stand gekomen in 2016. Hierbij speelde op de achtergrond de iconografische inbreng van de plebaan, met wie ik over actuele beeldprogramma’s kon praten: niet iets van gisteren, maar van vandaag, alhoewel uiteraard wel diep geworteld in de traditie. En zo vonden verschillende gesprekken plaats met de actoren van nu, variërend van de voorzitter van de Stichting Kathedrale Basiliek Sint Bavo tot de koster en de conservator van het KathedraalMuseum; van de architect en de opzichter tot de metselaar; van de kleurhistoricus tot de meesterschilder. Deel uitmaken van een team, vergelijkbaar met dat wat de Bavo ooit tot stand bracht. Je kunt het slechter treffen als onderzoeker en schrijver.
;-) B(&M)
Sociale media en erfgoed als de nieuwe Bavo/KoepelKathedraal
VanHellenbergHubar.Org zet sociale media zowel in om nieuws over kunst, cultuur & erfgoed te delen als om vragen te stellen en zo kennis te vergaren. Met betrekking tot dit project kun je een overzicht vinden in de serie ‘Kunst met de kleine en de grote K in de nieuwe Bavo’. Daartoe behoort ook deze samenvatting die op 25 november 2015 is gepubliceerd op het platform if then is now: http://bit.ly/Ifthenisnow-Bavo. Daarna volgde In 2016 bij gelegenheid van de verschijning van het boek tot tweemaal toe een analoge druk, en wel in Vakblad Vitruvius en in de periodiek met restauratienieuws over de nieuwe Bavo, In de steigers.
Jammer genoeg bestond destijds nog niet de optie van het Twittermoment – waarvan op dit moment (juli 2019) de vraag is hoe lang dat nog blijft bestaan – maar enkele tweets zijn verzameld onder deze link.
Sinds 2018 hebben we een Facebookpagina als ankerpunt voor de berichten op de sociale media: http://bit.ly/VanHHOrg2FB
Ga eens kijken en ‘like’ onze pagina, zodat de berichten over onderwerpen als de nieuwe Bavo/KoepelKathedraal, kunstenaars als Joseph Cuypers en architectuur en kunst uit de laten negentiende en twintigste eeuw een nog grotere actieradius bereiken!
Delen is ons motto, dus iedereen mag gebruik maken van de gegevens die hier staan, maar wel binnen de termen van de Creative Commons licentie.*
Over delen gesproken, je kunt ons en andere onderzoekers helpen door deze pagina te delen via de knop delenonderaan de pagina.
*
Noten & beeldmateriaal
Beeldmateriaal in de tekst
afb. 1 Deze collage is gemaakt aan de hand van reprovrij beeldmateriaal uit het eerste boek over de nieuwe Bavo: M.A. Thompson, De nieuwe kathedrale kerk ‘St. Bavo’ te Haarlem. Bouwgeschiedenis, constructie en symboliek, Haarlem 1898. De portretten zijn van de hand van Theo Molkenboer.
afb. 2 Deze collage is gemaakt met foto’s van Bernadette van Hellenberg Hubar.
afb. 3 Deze collage is gemaakt aan de hand van reprovrij beeldmateriaal, afkomstig van Wikimedia Commons (zoektermen: Monet, Cathédral Rouen).
afb. 4 Deze collage is gemaakt met foto’s van Bernadette van Hellenberg Hubar.
afb. 5 Deze collage is gemaakt aan de hand van foto’s van Bernadette van Hellenberg Hubar en Jojanneke Post van Davique Sierschilderwerken.
afb. 6 Deze collega is gemaakt met foto’s van Judith Bohan en Bernadette van Hellenberg Hubar, en met een projectie van Van Hoogevest Architecten en een scan van Haarlems Dagblad.
Voor deze site hanteren we de Creative Commons licentie, gespecificeerd onder deze link: http://bit.ly/Copyright-CC-BY-NC-SA-4-0. Dus geen commercieel gebruik en absoluut naamsvermelding, zoals geldt voor al onze teksten en foto’s op onze sites. Hiertoe rekenen we ook onze pagina’s op Facebook en Blogger. Voor de goede orde, alles wat ten dienste komt van kennisverspreiding, beheer en behoud van erfgoed zonderen we uit van commercieel gebruik.
Noten
[1] Zie de uitleg van Arjen Looyenga in Erftemeijer e.a., Getooid als een bruid, pp. 44-58. De vennootschap van Joseph Cuypers en Jan Stuyt duurde van 1898 tot 1909 en niet, zoals vaak wordt gedacht van 1900 tot 1908 (vriendelijke mededeling Agnes van der Linden, onder verwijzing naar haar boek: Vrienden van Jan Stuyt en Louise Barozzi: Bijdragen aan een album anno 1928, Nijmegen 2015, p.86).
[2] Bernadette van Hellenberg Hubar, ‘Hommage aan het team’, op: vanhellenberghubar.org, http://wp.me/P4eh3s-7q (2013).
[3] Eggenkamp, Wim, ‘Restauratie Kathedrale complex van Sint Bavo halverwege’, in: Haerlem Jaarboek 2014, Haarlem 2015, pp. 133-179.
[4] Hubar, Ad orientem, paragraaf 6.2.5 ‘De invloed van Goethe’.
[5] Erftemeijer e.a., Getooid als een bruid, p. 214.
[6] Hubar, Ad orientem, paragraaf 6.4 ‘Licht en atmosfeer’.
[7] Hubar, Ad orientem, paragraaf 4.2 ‘De graden van volmaaktheid (Thomas van Aquino)’.
[8] Hubar, Ad orientem, hoofdstuk 7 ‘De koepel als epiloog’.
[9] Hubar, Ad orientem, paragraaf 6.1 ‘De juwelen van de bruid’.
[10] Hubar, Ad orientem, hoofdstuk 5 ‘Te Deum laudamus’.
[11] Hubar, Ad orientem, hoofdstuk 2 ‘Acte de présence’. Ibidem, hoofdstuk 3 ‘De Heilige Linie’.
[12] Hubar, Ad orientem, paragraaf 3.4 ‘De onzichtbare patrones’.
Verkorte link: http://bit.ly/2bPlZXW-nBavo
Om te printen, te delen of te mailen, klik hieronder op 'Delen'.
… op niets! Het boek over de nieuwe Bavo/KoepelKathedraal is namelijk alleen nog te verkrijgen bij de kathedraal zelf
…
De oproep ‘Bestel het boek’ is niet meer aan de orde, want je kunt het alleen nog kopen door een bezoek te brengen aan de nieuwe Bavo/KoepelKathedraal Haarlem. Dat is natuurlijk geen straf, want het is een van de mooiste en beest bijzondere kerken in Nederland. Je moet er wel niet te lang mee wachten, want het gaat om de laatste partij. En daarna? Misschien wordt het ooit ‘Lees het boek door te klikken op …’ als het online komt te staan, maar dat is toekomstmuziek. Een andere manier om aan een fysiek exemplaar te komen is door het te lenen via een van de bibliotheken die Nederland rijk is.
De oriëntaals geïnspireerde koepel op de omslag van ‘De nieuwe Bavo te Haarlem, Ad Orientem | Gericht op het oosten’ (2016). De omslag is ontworpen door vormgever Marjo Starink, met een foto van de RCE beeldbank-Sjaan van der Jagt/Pixelpolder 2015. Het paars van de leien is gebruikt als uitgangspunt van het kleurengamma voor de vormgeving van het boek.
De nieuwe Bavo te Haarlem, Ad orientem | Gericht op het oosten is 9 september 2016 verschenen bij gelegenheid van de Open Monumentendagen in Haarlem, gewijd aan het thema ‘Iconen en symbolen’. Dit thema kun je iedere dag weer in de kathedraal beleven.*
De aanbieding van het boek was een bijzonder feest, zoals je kunt zien op de diapresentatie onder deze link, waar ook de speech van Bernadette van Hellenberg Hubar is te vinden over hoe je dit werk het beste zou kunnen lezen.
Ad orientem | Gericht op het oosten
Het rode ochtendlicht op de gevels van de nieuwe Bavo (in 2019 omgedoopt tot KoepelKathedraal*) geeft al aan hoe de ondertitel van het nieuwe boek over de kathedraal luidt: Ad orientem |Gericht op het oosten.Het is uitgegeven door WBOOKS in opdracht van de stichting Kathedrale Basiliek Sint Bavo te Haarlem. Het actuele beeldmateriaal voor dit boek is onder meer ter beschikking gesteld door de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en het historisch beeldmateriaal door Noord-Hollands Archief.
Was het vorige grote boek dat we mochten schrijven – ‘De genade van de steiger’ – al zo’n bijzonder project, de nieuwe Bavo wist dit te evenaren, zo niet te overtreffen.* Zelden is over het programma van een kerk zo diepgaand nagedacht, in dit geval met name door Joseph Cuypers en de bouwheer, de latere bisschop A.J. Callier. Hoewel er vrijwel voortdurend geldgebrek was, slaagden zij er toch in hun kathedraal te realiseren zonder al te veel concessies aan de kwaliteit. Die wordt niet alleen door het artistieke niveau bepaald, maar ook door de hoge mate van ambachtelijkheid, waarmee het gebouw en zijn inrichting zijn uitgevoerd. De ideeën die vóór 1900 ontwikkeld werden over de boodschap die de nieuwe Bavo in architectuur en uitmonstering moest uitdragen, zijn tot na de jaren 1950 actueel gebleven. Ook de nieuwe tijdslagen die men in het kader van de huidige restauratie aan de kathedraal heeft toegevoegd, zijn daar voor een belangrijk deel op geënt. Zo vormt de nieuwe Bavo het podium van ruim een eeuw artistieke uitdrukkingsvormen, waarin beeld, uitvoering en inhoud elkaar completeren.
Alvast benieuwd naar ‘n voorproefje? Volg dan deze link naar de samenvatting.
De architect van de nieuwe Bavo/KoepelKathedraal heeft nooit opgehouden te fascineren. Al enige tijd zijn we bezig met een E-boek dat geschreven wordt over en tijdens de inventarisatie van de Joseph Cuypers Collectie die de nazaten in bewaring hebben gegeven aan het gemeentearchief van Roermond. Ga eens kijken op de projectpagina.
Iedereen denkt dat deze kathedraal van Pierre J.H. Cuypers (senior) is, maar hij heeft alleen de oostpartij getekend. De tweede fase kwam geheel voor rekening van Joseph Th.J. Cuypers, terwijl zijn zoon, Pierre J.J.M. (junior), ten slotte de vieringtoren zou ontwerpen.Screenshot van de site van Ad Tiggeler.
In de apsis van de nieuwe Bavo zit een eigentijdse versie van de Biblia pauperum, bedacht door de latere bisschop van Haarlem, A.J. Callier. Hij was een geweldige programmamaker, zoals je in mijn boek ‘Ad orientem’ kunt lezen. Foto BvHH mei 2014.
Ook de beelden van Charles Vos in het schip vertellen een verhaal dat een halve eeuw eerder door Joseph Cuypers en monseigneur Callier was bedacht. Foto BvHH december 2014.
Meer informatie
Volledige titel Bernadette van Hellenberg Hubar. De nieuwe Bavo te Haarlem: Ad orientem – Gericht op het oosten. Onder redactie van Marij Coenen. Zwolle; Haarlem: Wbooks ; Stichting Kathedrale Basiliek Sint Bavo, 2016.
Wil je de kathedraal bezoeken? Volg deze link voor de bezoektijden. Hier vind je ook informatie over de Klim naar het licht.
De naam van de nieuwe Bavo is in 2019 uitgebreid met/veranderd in KoepelKathedraal Haarlem. Dit vanwege de voortdurende verwarring met de oude Bavo in het centrum van de stad, waardoor bezoekers aan Haarlem zich niet realiseren wat voor een bijzonder bouwwerk zich bevindt aan de Leidsevaart.
VanHellenbergHubar.Org zet sociale media in zowel om nieuws over kunst, cultuur & erfgoed te delen als om vragen te stellen en zo kennis te vergaren. Centraal hierin staat onze Facebookpagina: http://bit.ly/VanHHOrg2FB
Ga eens kijken en ‘like’ onze pagina, zodat de berichten over onderwerpen als de voorgaande een nog grotere actieradius bereiken!
Onze website gebruikt cookies voor een optimale ervaring. VanHellenbergHubar.Org vraagt de gebruiker om hiermee akkoord te gaan door op 'Accept' te klikken.AcceptRead More
Privacy en cookies ingevolge de AVG
Privacy Overview
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.