Nota bene — Deze pagina is nog in wording, maar ga rustig je gang, als je alvast een kijkje wilt nemen. Er staat al heel wat interessante informatie op over een onderwerp dat de gemoederen aardig bezig kan houden.
Opmaat
Je komt het vagevuur niet zo gek vaak tegen in de Nederlandse kerkelijke kunst en al helemaal niet op de oorspronkelijke locatie. Daarom was ik wel verrast om kort achter elkaar twee voorbeelden te ontdekken, beide uit het eerste decennium van de twintigste eeuw: een reliëf van de hand van de gebroeders Custers uit Eindhoven in de Paterskerk aldaar (na 1909) op de tombe van het altaar van Nicolaas van Tolentino en een schildering van J.B. Anthony in de kathedraal van Den Bosch (1910). Het zou interessant zijn om te weten of het vagevuur in die tijd weer opnieuw in de belangstelling is komen te staan. Wie weet, kwamen er nieuwe richtlijnen uit Rome om de kerkgangers er aan te herinneren dat er tussen hemel en hel nog iets anders was, waar men op voorspraak van de heiligen – en wel heel in het bijzonder van Maria – uit verlost kon worden.
Het vagevuur in het medaillon op de tombe van het altaar van Nicolaas van Tolentino in de Paterskerk te Eindhoven.
Vue op het altaar van Nicolaas van Tolentino in de Paterskerk te Eindhoven.
Het retabel van het altaar van Nicolaas van Tolentino in de Paterskerk te Eindhoven.
Beeldsnijder Jan Custers in zijn atelier.
Detail met het vagevuur op de tombe (boven), het altaar (links) en het retabel (midden) van Nicolaas van Tolentijn in de Paterskerk te Eindhoven, van de hand van de gebroeders Custers aldaar (na 1909). Foto: Barbara Bonfrer van franken-pm.nl (2014). Uiterst rechts: Jan Custers was de leidende artistieke figuur van het atelier.1
Het vagevuur in de theologie
Een mooi lemma over het vagevuur is te vinden op Lucepedia van de Katholieke Universiteit Tilburg. Daar heb ik de volgende uitleg aan ontleend. Als je het leest, ben je bijna geneigd te denken dat het vagevuur het katholieke alternatief vormt op de reïncarnatieleer uit andere godsdiensten. Los je daar je karma op in volgende levens, als katholiek doe je dat in het vagevuur. Typerend genoeg voor de Januskop van de Una sancta werd dat proces vanouds enerzijds aangeduid met de positieve benaming louteren en anderzijds met de sombere noemer straf: de milde kerk tegenover de strenge kerk.2 Aan de ene kant voel je hoe de kerk de gelovige wilde tegemoet komen en aan de andere kant kon men de controle door middel van schuld en boete niet loslaten. Lucepedia kiest voor de eerste benadering:
‘Het vagevuur, in het Latijn ook wel purgaturio genoemd (vergelijk het Engelse purgatory), duidt een proces aan waarbij de menselijke ziel na de dood wordt ontdaan van ‘onzuiverheden’ veroorzaakt door zonde, om na deze periode van loutering toe te kunnen treden in de hemel. Hoewel het vagevuur wordt geassocieerd met verbranden, pijn of straf, moet het eerder als een louteringsproces gezien worden. Het betreft de reinigende liefde van God die menselijke onvolmaaktheden, veroorzaakt door zonden begaan tijdens het leven, wegbrand. Deze reinigende kracht van het vagevuur is in het Latijn (en het Engels) nog wel enigszins terug te vinden, zo betekent het Engelse woord to purge zoveel als ‘reinigen’ of ‘uitbannen’. Vanwege de associatie met vuur wordt het purgatorio ook wel (ten onrechte) in verband gebracht met de hel, en als het ware als een voorportaal hiervan gezien. Het vagevuur is echter eerder een proces dan een plaats, en in tegenstelling tot de verbanning tot de hel, is de loutering in het vagevuur van een eindige aard; nadat alle zonden zijn uitgezuiverd kan de geperfectioneerde menselijke ziel de hemel betreden.’3
Het altaarstuk van J.B. Anthony uit 1910 met de lijdende kerk rechts (waar het vagevuur centraal staat), de strijdende kerk links en centraal de overwinnende kerk. Het staat in de eerste straalkapel aan de zuidzijde van de kathedraal van Den Bosch. Het beeldsnijwerk is uit het atelier van Hendrik van der Geld aldaar. Foto: auteur (2014).
Het lemma op Wikipedia legt meer de nadruk op de boetende kant:
‘iedere zware zonde, hoe groot ook, kan worden vergeven door een volmaakt berouw (als biechten niet mogelijk is) of middels een berouwvolle biecht, maar de schuld die aan de zonde aankleeft moet nog worden goedgemaakt, uitgeboet. Men kan dit bij zijn leven doen door zijn lijden, ziekte etc. geduldig te dragen, werken van barmhartigheid te doen, gebed, het bijwonen van de heilige Mis, maar is men te kort geschoten dan boet men de rest van de schuld in het vagevuur uit’.4
Dit laatste concept, waarbij je als het ware in je leven een groot deel van je karma oplost, werd als het ware gekwantificeerd in de vorm van aflaten. Zo kon je door de hiervoor genoemde handelingen van goede werken, mis bijwonen et cetera aflaten verdienen die je tijd in het vagevuur bekorten. Wat je ook deed in je leven, er lagen altijd kansen om je te revancheren. Sterker nog, het was ook mogelijk om aflaten voor anderen te verwerven, zoals op Allerzielen voor de dierbare overledenen.4 Op dit systeem werd op allerlei manieren ingespeeld, zoals onder meer blijkt uit het wonderdadige scapulier van de karmelieten. Een van hun grote ordegeestelijken, Simon Stock, zag met leedwezen toe hoe de karmelieten in de loop van de dertiende eeuw een ernstige crisis doormaakten. Biddend tot Maria om hem te helpen beleefde hij in 1251 een verschijning, waarbij hij uit haar handen een hemels geschenk ontving, namelijk het scapulier: twee lapjes stof die door schouderlinten aan elkaar zijn verbonden en door de gelovigen onder hun kleding werden gedragen, een op de borst en een op de rug:
‘Dit hier is een teken voor jou en een voorrecht voor alle Karmelieten: diegene die in dit kleed sterft wordt gespaard voor het eeuwige vuur.’ 5
Door aan het dragen van een scapulier een volle aflaat te verbinden, bleef je niet alleen gespaard voor het eeuwige vuur, maar ging ook het louterende vagevuur aan je voorbij. Een volle aflaat betekende immers dat je terug was in de staat van je doopsel, direct nadat je gereinigd was van de erfzonde. En wat nog mooier was, je kon zelfs een ander uit het vagevuur bevrijden.5 Heel beknopt lijkt dit de boodschap te zijn die J.B. Anthony in het rechterluik van zijn triptiek afgeeft, waarin de scapulier een prominente plaats inneemt. Maar daar kom ik nog op terug.
Overigens ontaardde het systeem van de aflaten tegen het einde van de middeleeuwen in een even oneigenlijke als levendige handel die onder anderen door Maarten Luther aan de kaak werd gesteld.6
De rol van Maria
Zoals de triptiek van J.B. Anthony laat zien, was een bijzondere rol weggelegd voor Maria. Die wordt heel pakkend toegelicht in dit verhaal uit het leven van Dominicus, de stichter van de orde der dominicanen of preekheren, uit de beroemde Legenda aureau:
‘Nog voor de stichting van de orde van predikheren was er een monnik die in extase raakte en zag hoe de gezegende Maagd geknield en met samengevouwen handen tot haar Zoon bad ter wille van de mensheid. Hij wees zijn liefhebbende moeder meermalen af maar zij bleef aandringen. ‘‘Moeder,’’ sprak hij toen, ‘‘wat kan of moet ik nog voor ze doen? Ik heb ze al patriarchen en profeten gestuurd maar ze hebben zich onvoldoende gebeterd. Ik ben zelf naar ze toegegaan en daarna heb Ik mijn apostelen gezonden, maar ze hebben Mij en hen ter dood gebracht. Martelaren en belijders en leraren heb ik ze gestuurd, maar ze hebben geen acht op hen geslagen. Maar u mag Ik niets weigeren! Ik zal de mensen dus mijn predikers geven, door wie zij verlicht en gezuiverd kunnen worden.’7
De opvatting dat Christus zijn Moeder niets kon weigeren, versterkte haar positie als middelares.8 Heel karakteristiek zijn de verschillende passages hierover uit de beroemde Glorie van Maria van Alphonsus de Liguori, zoals deze:
‘Op den zelfden oogenblik dat Maria geschikt wierd om de moeder van den Verlosser te zyn, wierd zy ook bestemd om de middelares tusschen God en den mensch te wezen. Daerom zegt den H. Thomas dat Maria zoo eenen overvloed van gratie ontving, dat hy genoegzaem was om alle menschen zalig te maken. En daerom ook noemt den H. Bernardus Maria eenen vollen waterstroom, van wiens volheyd wy allen deelachtig worden. 0 myne Koningin, o middelares der zondaers, oefen uwe bediening yt met voor my ten besten te spreken.’9
Omdat Christus zijn moeder niets kon weigeren, ziet het er naar uit dat op haar voorspraak niet alleen de zonden werden vergeven, maar ook de boetetijd werd bekort. Die overtuiging vond ook haar weg in de kunst, zoals het luik met het vagevuur van J.B. Anthony laat zien.
Inspiratiebronnen van J.B. Anthony
Via Wikimedia kun je verschillende afbeeldingen van het vagevuur bestuderen. Er zitten nauwelijks Nederlandse voorbeelden bij, maar een ervan is wel van het allerhoogste niveau, namelijk het exemplaar uit Les Très Riches Heures du Duc de Berry, van de Nijmeegse gebroeders van Limburg uit 1410.10
In de miniaturen van het getijdenboek ‘Les Très Riches Heures du Duc de Berry’ (1410) is ook het vagevuur opgenomen. Let op de engelen die de zielen zowel uit het water als uit het vuur verlossen. Vermoedelijk werd op deze manier onderscheid gemaakt in de zwaarte van de vergrijpen die uitgeboet moesten worden. Herkomst: Wikimedia Commons.
Al vanaf de late middeleeuwen zijn voorbeelden bekend, waarin het vagevuur wordt gecombineerd met Maria met Kind, als om te benadrukken dat Gods moeder bij uitstek in staat is om de tijd in het vagevuur te bekorten en een einde te maken aan het lijden van de ziel. Het slot van het Weesgegroet herinnert daaraan: ‘Heilige Maria, Moeder van God, Bid voor ons zondaars, nu en in het uur van onze dood’. Ik laat hier overigens geen exemplaar uit de middeleeuwen zien, maar een contrareformatorische weergave, geschilderd door Ludovico Carracci, circa 1610:
Ludovico Carracci (1555-1619), Het vagevuur: de engel die de ziel verlost wijst naar Maria met Kind, omringd door de paus (met de witte mijter) en met name vertegenwoordigers van de belangrijkste religieuze orden. Mogelijk was de vingerwijzing bedoeld om te benadrukken dat vooral Gods moeder door haar voorspraak de boetetijd kan bekorten. De figuren om haar heen laten op typisch contrareformatorische wijze zien dat dit alleen mogelijk is binnen de enige heilige roomse kerk: de ‘una sancta catholica et apostolica ecclesia’ uit de geloofsbelijdenis. Verblijfplaats: Pinacotheek van het Vaticaans Museum. Herkomst: Wikimedia Commons.
Als Antwerpenaar zal J.B. Anthony ongetwijfeld ook het barokke Vagevuur van Rubens hebben gekend, waarin de engelen druk bezig zijn om de zielen naar de hemel te brengen. Toch was dat niet de tijd waarop hij zich richtte. Dat was het snijvlak van de gotiek en de renaissance, de late vijftiende en vroege zestiende eeuw toen, naar de mening van de kerkelijke kunstenaars rond 1900, de hervorming nog niet had toegeslagen en er dus nog samenhang was tussen kunst, religie en maatschappij. Anthony heeft zich verbazingwekkend goed ingeleefd in die tijd, want zijn aan Maria gewijde altaarstuk vormt een zeer overtuigend ensemble. Toch draagt het onvermijdelijk ook de kenmerken van de religieuze kunst van rond 1900, met name in het thema van de lijdende, strijdende en overwinnende kerk. Maar daar kom ik nog een keer op terug. Laten we samen een detail van het rechterluik bekijken om na te gaan wat de schilder nu precies heeft gedaan.
Detail van het altaarstuk van J.B. Anthony uit 1910 met de lijdende kerk in de vorm van het vagevuur. Foto: auteur (2014).
Het eerste dat opvalt is dat J.B. Anthony gekozen heeft voor een vuurzee, waardoor de elementen water en vuur tot een geheel zijn gemaakt, als een soort lava-achtige, smeulende stroom. Vervolgens zien we dat de verloste zielen zijn gekleed, terwijl de boetende personages naakt zijn. Dit rijmt met de middeleeuwse associatie van naaktheid met slechtheid, hetgeen nog terug te voeren was op de zondeval: pas nadat hij gegeten had van de appel realiseerde Adam zich dat hij naakt was en daar schaamde hij zich voor. Heel bijzonder is de persoon rechtsonder, omdat dat geen type is, maar door het portretachtige karakter van zijn kop een bestaand iemand lijkt. Met de blik gericht op het middenpaneel (afb. 2) onderstreept hij dat Gods moeder in de verlossing van de ziel bij haar Zoon kan en zal bemiddelen. Concentreren we ons op deze groep, dan zien we dat Maria geheel in de lijn van O.L. Vrouwe van Den Bosch gekroond is als hemelkoningin. De voorwerpen die zij en haar Zoon in hun hand houden zijn scapulieren, zoals ik hiervoor heb uitgelegd. Ongetwijfeld werden in 1910 ook scapulieren uit naam van O.L. Vrouwe van Den Bosch uitgereikt. Later werd de stof vervangen door een medaille die men als amulet aan de onderkleding spelde. Het bericht dat afgegeven wordt, zou je kunnen interpreteren als: ‘Draag deze scapulieren die ik de mensheid geschonken heb om zich te ontlasten van schuld en boete.’
Terug naar de gebroeders Custers
Vergeleken met de epische opzet van J.B. Anthony, waarin meer verhaallijnen voorkomen die elkaar uiteindelijk treffen in één boodschap – namelijk de verlossing van de ziel – zetten de gebroeders met hun reliëf als het ware een on liner neer: of je nu een koning bent of een eenvoudige sloeber, jong of oud, man of vrouw, je kunt pro-actief bijdragen aan de bekorting van je boetetijd in het vagevuur door de voorspraak te vragen van de heiligen, in dit geval de augustijner heilige Nicolaas van Tolentino. De augustijnen wisten wel hoe ze hun devotiekerk zo moesten opzetten dat er een grote aantrekkingskracht op de gelovigen van uit zou gaan. Ook dit altaar getuigt daarvan.
B.
← Terug naar de hoofdpagina!))
Wat nog volgt
- Een passages over het Concilie van Trente over de voorspraak van Christus en de heiligen.
- De Gregoriusmis en het vagevuur.
- Nederlandse contrareformatorische weergave(n) van het vagevuur.
- Lidwina’s geduldig lijden.
Bronnen
Nota bene — In de voetnoten gebruik ik onder meer verkorte titels die volledig aangehaald zijn in de bibliografie van deze site.
- Herkomst: Janssen, Van Leeuwen e.a., Arbeyd Sere, p. 114, naar een repro van Peter Thoben.
- Hubar, De genade van de steiger, pp. 500-513: register; zoektermen: Una sancta, Januskop, transcendentie.
- Zie Lucepedia, dossier Vagevuur. Omdat Lucepedia regelmatig off line is, heb ik een overzicht van de items onder de zoekterm ‘vagevuur’ opgeslagen op Evernote, waarnaar deze link verwijst.
- Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Vagevuur.
- Zie De scapulier van de berg Karmel via de Way Back machine.
- Zie Wursten, Luther over Aflaat. Wursten, Luthers 95 stellingen (lat-ned).
- Hunink, Jacobus de Voragine, pp. 3-4 [vet door mij, bvhh]. Met de predikers worden de Dominicanen of predikheren bedoeld, de ordo predicatores.
- Zie voor deze titel van Maria http://en.wikipedia.org/wiki/Mediatrix.
- De Liguori, Glorie van Maria, 1839, (eerste druk midden achttiende eeuw), p. 402. Alphonsus de Liguori (1696-1787) was de stichter van de orde der redemptoristen en staat voor de verzoenende, barmhartige kant van de kerk. Later is ook dit weer in zijn tegendeel omgeslagen, want de mens was als zondaar al die genade zo onwaardig dat hij eerst boete moest doen. De volksmissies die De Liguori nu juist had ingesteld om de barmhartige God centraal te stellen, ontwikkelden zich tijdens met name in het interbellum tot massale boetedoeningsbijeenkomsten, waarbij de redemptoristen de gelovigen angst inprentten met hun preken over hel en verdoemenis.
- Zie de collectie afbeeldingen op Wikimedia met betrekking tot het vagevuur. Zie het lemma ‘Les Très Riches Heures du Duc de Berry’ op Wikipedia. Voorts de gebroeders van Limburg op Wikipedia.
Het bovenstaande item kan geciteerd worden als: Hubar, Bernadette van Hellenberg. “Vagevuur in de Paterskerk”. VanHellenbergHubar.org (blog), 2014. http://bit.ly/39yXSb7-VanHH2Org.
Om te printen, te delen of te mailen, klik hieronder op 'Delen'.