Clemens Merkelbach van Enkhuizen —De nieuwsbladen kopten het al: Clemens Merkelbach van Enkhuizen schenkt zijn Bredase oeuvre aan Stedelijk Museum Breda en dit wordt gevierd met een tentoonstelling die loopt tot en met 23 februari 2020. Het thema is ‘Verstilling en verandering’: je komt oog in oog te staan met de ingrijpende afbraakprocessen die Clemens heeft vastgelegd van kerken van de architecten Cuypers* en hun leerlingen, zowel in Breda als in zijn latere woonplaats Amsterdam. Maar ook het verdwenen landschap van Gageldonk bij Prinsenbeek (Breda) komt in beeld.
Wat was de bijdrage van ons bureau? Het positioneren van dit deel van zijn oeuvre in de context van de verschillende relevante kunsthistorische stromingen. Dat was spannend werk, want als erfgoedspecialisten zijn we nog maar net begonnen met het waarderen van werk dat niet tot de avant-garde behoort, zoals dat van Clemens. Ook wij leren hierdoor opnieuw te kijken en ons gereedschap te ijken. Daarbij bots je ook tegen je eigen vooroordelen aan. Een mens wordt altijd wat kriebelig als de zoveelste verwijzing naar Vincent van Gogh langs komt. Kun je een groter cliché bedenken? Heeft die kunstenaar niet zelf genoeg in huis om het zonder zo’n gewilde opwaardering met Van Gogh te doen? In dit geval zaten we er goed naast. We spreken anno 1958 en de voorganger van Stedelijk Museum Breda organiseert een tentoonstelling over Van Gogh. Hier komt Clemens als jonge man van nog geen twintig voor het eerst direct in aanraking met het werk van Van Gogh, in al zijn kleurrijke en haptische weelde. En dat heeft een verpletterende indruk op hem gemaakt. Keer op keer komt hij terug, ook om anderen rond te leiden en in zijn enthousiasme te laten delen.
De andere bijdrage die we hebben geleverd was het schrijven van de tekstbordjes van de tentoonstelling. In 60 woorden aan de toeschouwer uitleggen waar het om draait in het werk wat hij ziet, is echt een hele uitdaging! We komen er nog op terug!
Down memory lane — Voor Bernadette was dit project ook nog een trip down memory lane, zoals ze hieronder vertelt:
Het was een heerlijk project om aan mee te werken. Curator Linda Eversteijn* en ik kennen elkaar van Museum aan het Vrijthof. Ze zag de naam Cuypers staan, toen ze zich ging inlezen in haar project over Clemens. ‘Cuypers, mmm … Bernadette’; en zo kwam er iets moois op mijn pad. Het toeval wil dat ik Clemens in de jaren tachtig al heb leren kennen toen hij het dubbelportret schilderde van mijn oom en tante op het Geudje in Ohé. Ons gesprek ging al heel snel over Cuypers en om een lang verhaal kort te maken … Clemens maakte een prachtige tentoonstelling in het huidige Cuypershuis met behulp van zijn tekeningen en zijn collectie objecten uit de gesloopte kerken; dat was bij gelegenheid van het eeuwfeest van het Rijksmuseum in 1985. Peter van Dael die ook aan de Bredase expositie meewerkt, hield destijds een mooie inleiding. Dat gaat hij 17 augustus bij de officiële feestelijkheden in Breda weer doen. Zo wordt de cirkel gesloten.*
Nieuwsgierig geworden? Lees dan verder in het bericht hieronder dat het museum aan de pers heeft verstrekt.
Breda is een stad die op een verrassende manier rijk is aan kunst en cultuur, zoals we hebben ontdekt bij ons project #KunstinBreda. Als je naar de tentoonstelling gaat, wandel dan eens een van de kerken binnen die we behandeld hebben, zoals de kathedraal of de Begijnhofkapel. Heb je meer tijd, ga dan de Laurentiuskerk bezoeken van het Ginneken, ontworpen door Joseph Cuypers en Jan Stuyt. Zeer de moeite van een bezoek waard!
;-) B&M
Verwijzingen
De volledige titel luidt: Kuilman, Dingeman, Linda Eversteijn, Peter van Dael, en Bernadette van Hellenberg Hubar. Clemens Merkelbach van Enkhuizen. Verstilling en verandering | Stillness and change. Breda: Stedelijk Museum Breda, 2019.
We spreken tegenwoordig over de architecten Cuypers, omdat inmiddels gebleken is dat zowel Pierre J.H. Cuypers en zijn zoon Joseph Th.J. Cuypers, als Joseph Th.J. Cuypers en diens zoon Pierre J.J.M. Cuypers op zo’n manier hebben samengewerkt dat van een dubbel of zelfs drievoudig auteurschap gesproken kan worden. Een markant voorbeeld is de zogenaamde kathedraal van Amsterdam, de Willibrordus buiten de Veste, die Clemens tijdens de sloop heeft getekend. De oostpartij was van Pierre J.H. Cuypers, schip en transept van zijn zoon Joseph en de vieringtoren van Pierre J.J.M. Cuypers.
Linda Eversteijn heeft haar eigen bedrijf DichtbijKunst en werkt in opdracht van musea en andere instellingen aan tentoonstellings- en collectieprojecten, kunsteducatie en workshops/trainingen rondom mindfulness en kunst.
Deze tekst is gebruikt voor verspreiding van dit bericht op de sociale media. Over de tentoonstelling in het Cuypershuis verscheen een artikel in Heemschut 1985 (pp. 174-175).
Sociale media en erfgoed
VanHellenbergHubar.Org zet sociale media in zowel om nieuws over kunst, cultuur & erfgoed te delen als om vragen te stellen en zo kennis te vergaren. Centraal hierin staat onze Facebookpagina: http://bit.ly/VanHHOrg2FB
Ga eens kijken en ‘like’ onze pagina, zodat de berichten over onderwerpen als de voorgaande een nog grotere actieradius bereiken!
Je kunt ons en andere onderzoekers ook helpen door deze pagina te delen via de knop delenonderaan de pagina (graag de hashtag #ClemensSMB gebruiken).
Verkorte link van dit item: bit.ly/2M6JQFt-VanHH2Org
Om te printen, te delen of te mailen, klik hieronder op 'Delen'.
Zo … de respons op de zoektocht in verband met O.L.Vrouwe ten Hemelopneming in Prinsenbeek is verwerkt. Er is nog een hoop tevoorschijn gekomen, alleen geen vergelijkbare voorbeelden. Dat zou dus betekenen dat het hier om de weinige keren gaat, dat het woord ‘uniek’ op zijn plaats is.
Meer weten? Surf naar deze pagina en scroll naar beneden tot je bij dit kopje bent: ‘Respons op de oproep: aggiornamento’ op http://bit.ly/2fVUrAz.
Wie weet, komt er nog een vervolg!
;-) B.
Om te printen, te delen of te mailen, klik hieronder op 'Delen'.
Specialist in religieus erfgoed Door Jelsma ontdekte de kunstenaar van het liturgisch centrum: Gerrit de Morée uit Breda ontwierp zowel de monumentale schildering als het mozaïek en de sculptuur! En het was geen schildering in eigenlijke zin, maar sgrafitto! Daar komen we nog op terug. Surf alvast naar deze bladwijzer om verder te lezen!
Voor en na Vaticanum II in Prinsenbeek (1963) — Het webartikel hieronder is geschreven in het kader van het project #KunstinBreda. Het gaat niet zomaar over een opvallend kerkinterieur, maar tevens over kennisuitwisseling op de sociale media. Het eerste deel vormt de concepttekst van de waardenstelling na een bezoek op locatie en kennisname van de toen bekende stukken, onder meer via internet. Vanwege het bijzondere karakter van de uitmonstering is toen een oproep gedaan op de sociale media, waarop veel respons is gekomen! Die is verwerkt in het tweede deel. Ten slotte is aandacht besteed aan de vondst van de naam van de kunstenaar, Gerrit de Morée, door Door Jelsma. De voorstelling tegen de achterwand van het priesterkoor bleek anno 2019 nog altijd zonder equivalent; reden waarom ze is opgenomen in de brochure Monumentale kerkelijke schilderkunst (1890-1980), die we voor de RCE hebben gemaakt.*
Cees Geenen en Leo Oskam, O.L.V. ten Hemelopneming Prinsenbeek (1963), #KunstinBreda bvhh.nu 2016.
Een eigentijdse uitmonstering anno 1963
Het gebouw —De Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming in Prinsenbeek is in 1961-1963 ontworpen door architectenbureau van ir Cornelis Gerardus (Cees) Geenen (1902-1973) en L.R.T. (Leo) Oskam. Dit gebouw verving de neogotische kerk van architect Pierre Soffers uit 1858-1860. Dankzij de beeldbank van de RCE kun je een goed beeld krijgen van dit gebouw en zijn uitmonstering, van welke laatst een groot aantal beelden herplaatst werden in de nieuwbouw. Behoorlijk ongebruikelijk voor het verzuilde Nederland werkten de katholiek Geenen en de gereformeerde Oskam samen en ontwierpen zij voor beide denominaties. De eerste katholieke kerk die het duo gezamenlijk ontwikkelde was de Sint-Jozefkerk van Someren-Heide (1961), dat uitgemonsterd is met een abstract-figuratief raam rond de zondvloed van J. Marten.* Hierna volgde een aantal opdrachten van gereformeerde signatuur. In Prinsenbeek is een typische Vaticanum II-kerk opgetrokken, wat ook aan de uitmonstering goed is af te zien.*
Liturgisch centrum — De de oorspronkelijke bouwtekeningen geven de indruk dat Geenen & Oskam zelf de ontwerpers zijn van het liturgische centrum, dat op het mozaïek na als een geheel met de architectuur is ontworpen. Het meest opvallende onderdeel is de muurschildering, waarbij in een sterk gestileerde, abstract aandoende vorm een teken op de muur lijkt te zijn gekalligrafeerd. Door linksboven in een afwijkende kleur en lijnvoering een oog toe te voegen, wordt de spontane mimesis geprikkeld, waardoor de figuur van een decoratief element transformeert in een vredesduif.* Hoewel het vrijwel zeker om een origineel ontwerp gaat, kan het geïnspireerd zijn door illustraties en vignetten uit kerkelijk of met de kerk gelieerd drukwerk uit die tijd. Al tijdens het interbellum blijken de twee typen steeds sterker inwisselbaar, doordat de muur behandeld wordt als een blad papier.* Hoe dat ook zij een vergelijkbaar exemplaar is tot dusver niet gevonden, ook niet in de database van de RCE: Help monumentale wandkunst opsporen. Dat het om een ontwerp gaat dat specifiek voor deze locatie is gemaakt, in samenhang met de andere onderdelen, wordt overigens bevestigd door de herhaling van de ronding van de hals van de duif in de sculptuur boven het Sacramentsaltaar links. Die relatie tussen locatie en uitmonstering wordt nog eens versterkt door de – mogelijk latere – bichrome opzet, waarbij het blauw van de vredesduif een echo krijgt in dat van de muurdammen en de zachte toon van de achterwand identiek is met de abstracte sculpturen boven de altaren.
Sacramentsaltaar (voorheen Maria-altaar), (kunstenaar(s) onbekend). Cees Geenen en Leo Oskam, O.L.V. ten Hemelopneming Prinsenbeek (1963), #KunstinBreda bvhh.nu 2016.
Sacramentsaltaar —Hier staat het tabernakel (gesierd met een vis in emaille) opgesteld op een altaar tegen een in steen gevlochten ‘gordijn’, waarboven twee cirkelvormige kommen – ‘open handen’ – een samenspel vormen met de ronding van de aarde in het mozaïek op de achtergrond en de vredesduif. En andere uitleg van de zon en de maan lijkt minder aan de orde door het polychrome mozaïek met zijn aardse tinten. De maker is onbekend, maar het zou toegeschreven kunnen worden aan Will Vaes-Gubbels, die meer werk in Breda heeft gemaakt (Ulvenhout). De kerk heeft van haar in het voorportaal een bijzondere textielplastiek die een bijbelse reflectie op het woord HART behelst. Dit heilig Hartbeeld kwam tot stand in het kader van de BKR (1985).
Maria-altaar —Waarschijnlijk hebben Geenen & Oskam in de opzet van de twee altaren onbedoeld de uitgangspunten van de pondération toegepast. Hierbij wordt door het evenwichtig groeperen van twee ongelijke delen een harmonie nagestreefd die een gelijkwaardig alternatief vormt van de symmetrie. De sterke metaforiek bij het Sacramentsaltaar wordt hier voortgezet bij het Maria-altaar, waarop een houten Madonna met kind staat uit de vroegere Mariakapel van de gesloopte kerk van Soffers, uit het atelier M. Peeters-Dievoort (Turnhout). Ook dit beeld heeft als achterwand een stenen ‘gordijn’, waarboven zich een structuur verheft tot aan de zoldering. Deze oogt abstract-decoratief en laat zich via de mimesis trouvé interpreteren als een boom: zeer waarschijnlijk is hier de boom van Jesse mee bedoeld, de stamboom van Maria die teruggaat tot diep in het Oude Testament. Zoals de hals van de vredesduif de ronding van een van de ‘open handen’ links herhaalt, zo lijken de vleugels en staart als vertrekpunt de takken te hebben van de boom. Deze kan ook staan voor het geboomte waarvan de vogel een twijg mee terug nam naar Noah als teken dat het water zich terugtrok en men weer aan land kon gaan. Door hun opzet en vormgeving roepen de twee altaren verschillende bijbelse associaties op: de eendimensionale iconografie die van bovenaf gedirigeerd werd – door bouwpastoor en/of architect – wordt losgelaten voor een invulling die idealiter vanuit het kerkvolk zelf kan komen.
Maria-altaar (voorheen Gertrudisaltaar), (kunstenaar(s) onbekend). Cees Geenen en Leo Oskam, O.L.V. ten Hemelopneming Prinsenbeek (1963), #KunstinBreda mstatema.nl 2016.
Tegenover de nadrukkelijke beeldtaal van sculptuur, schildering en mozaïek zijn de altaren eenvoudig gehouden. De enige decoratie komt voort uit de geologische ‘tekening’ van de steen die door de bewerking extra accent heeft gekregen. Het enige onderdeel van het liturgisch centrum dat niet meer origineel is, is de doopvont. Die is recent vervangen door een exemplaar, waarin de neogotische kom en een sculptuur uit de oude kerk (?) zijn verwerkt.
Crucifix — Voor de muurschildering zweeft als het ware een moderne crucifix, eveneens van de twee architecten, waarop een corpus is gemonteerd afkomstig uit de beeldenschat van de gesloopte kerk. Uit de calques blijkt dat nauwkeurig is bepaald hoe deze opgehangen moet worden: de voeten moesten precies de lijn van het onderlijf van de vredesduif raken, terwijl hoofd en armen bij het bovenlijf beginnen. Hierdoor ontstaat een verticaal accent in de horizontaal golvende stroken, die weer nadruk krijgen door de strakke streep van de dwarsarm van de crucifix. De architecten hebben duidelijk een esthetische visie gehad bij deze positionering die in de praktijk goed beleefbaar is.
Tijdsbeeld —De moderne abstract-decoratieve opzet van het gehele liturgische centrum van de kerk van Prinsenbeek getuigt van de overwinning van de voorstanders van moderne kunst in de kerk na 1957. Door Vaticanum II (1962-1965) werden deze veranderde inzichten formeel bevestigd: traditie werd niet langer in termen van liturgische wetten en decorum geïnterpreteerd, maar opgevat als de overlevering die in iedere tijd anders vertaald kon worden.* Dat laten Geenen & Oskam op overtuigende wijze zien.
Oproep —Wie kent andere voorbeelden van dit type werk en/of in deze stijl? Het mag ook in glas in lood zijn, of lijken op een motief uit het werk van een grootheid als Matisse.
Wordt vervolgd!
Bernadette van Hellenberg Hubar
Respons op de oproep: aggiornamento
…
De kerkwijding van de nieuwe O.L. Vrouw ten Hemelopneming te Prinsenbeek. Het tabernakel staat op het hoogaltaar, het Mariabeeld op het zijaltaar links en dat van Gertrudis rechts. Let op het baldakijn boven de – tijdelijke – bisschopszetel links, die speciaal voor deze gelegenheid hier was geplaatst. Herkomst: Dirven, O.L. Vrouw ten Hemelopneming, 1996.
Met name op Facebook heeft de oproep veel reacties opgeleverd van mijn vakgenoten, zowel op mijn eigen pagina als die van de besloten groep ‘Nederlands Religieus Erfgoed’. Bottom line, niemand heeft dus dusver iets gevonden wat er echt op lijkt, noch wat betreft de schildering, noch wat betreft de plastiek achter het huidige Maria-altaar. Op Twitter werd dit bevestigd door onder meer @RCE_Kleur (Bernice Crijns).
Door Jelsma die zich niet kon voorstellen dat dit liturgisch centrum door architecten is ontworpen, attendeerde me op een boekje dat bij gelegenheid van het tweede eeuwfeest van de parochie verscheen.* De auteur daarvan, Herman Dirven, is echter – niet ten onrechte – zo ontstemd over de afbraak van de neogotische kerk van Pierre Soffers (1858-1860) met zijn prachtige beeldenschat van atelier M. Peeters-Dievoort (Turnhout), dat hij weinig aandacht heeft voor de nieuwbouw. Hij verwijt de toenmalige pastoor Alphons A.M. Wolters, dat hij geen oog had voor het kunstbezit van de oude kerk, waar met moeite enige beelden van zijn gered. Met betrekking tot de architecten vermeldt hij alleen dat de bisschop het kerkbestuur toestemming gaf om ‘Architect Ir. Geene (sic!)’ de gunning te laten starten. Over Oskam wordt in het geheel niet gesproken. Over het liturgisch ensemble schrijft Dirven:
De hele verdere opbouw is geladen door symboliek. De grote zwarte (sic!) figuur, achter het altaar, met ‘t donker oog, stelt de Heilige Geest voor. De ronde mozaïek achter het Maria-altaar (het huidige Sacramentsaltaar) is volgens de kunstenaar de zon of het licht op onze wereld. Dat is Christus voor Zijn kerk. Boven het Maria-altaar stellen de twee gebogen vormen de bidden[de] kerk voor. Boven het rechter zijaltaar stelt de doorlopende plastiek de kronkelende wierook voor. Het is als een gebed dat opstijgt naar de hemel.
Uit deze en enkele andere passages kunnen we het volgende opmaken:
Voor het mozaïek is kennelijk inderdaad een aparte, gespecialiseerde kunstenaar aangetrokken. Het is spijtig dat zijn identiteit onbekend blijft. In ieder geval kan aan dit mozaïek waarschijnlijk niet de naam van Will Vaes-Gubbels verbonden worden die als plaatselijke kunstenares door Dirven toch zeker met naam en toenaam zou zijn vermeld.
Dirven vermeldt geen namen voor de schildering, de altaren, het tabernakel en de sculptuur. Op grond van de bouwtekeningen blijft dus in dit stadium de toeschrijving op naam van de architecten staan.
De kerk werd in 1963 ingewijd. Pas na de inwerkingtreding van de nieuwe liturgie van Vaticanum II in 1965, is – zo vertelt Dirven – het hoogaltaar omgedraaid om de mis met het gezicht naar het kerkvolk toe te kunnen vieren. Blijkens de foto’s kreeg het tabernakel toen een plaats op het Maria-altaar, dat daarmee het Sacramentsaltaar werd.
Het Maria-beeld verhuisde toen naar het rechter zijaltaar dat voor die tijd gesierd was met het beeld van de parochieheilige, Gertrudis. Op haar beurt kreeg zij een plaats aan een van de muurdammen links.
Uit het citaat wordt duidelijk dat het mozaïek toch voor de zon en het licht der wereld staat en dat de plastiek geen boom van Jesse is – wat begrijpelijk is bij een altaar dat bestemd was voor Gertrudis – maar een meer algemene symboliek heeft van kringelende wierook. Ik houd hier vraagtekens bij, want die uitleg kan ik me wel voorstellen bij de smalle lijnen, maar de brede, vertakte vormen op de kelkvormige voet ogen eerder organisch dan als zoiets etherisch als wierook.
Bijstelling —De nieuwe informatie vraagt om bijstelling van de eerdere bevindingen. Dat wat later als de vredesduif wordt gezien blijkt een authentiek modern vormgegeven symbool te zijn van de heilige Geest die – geheel in de traditie van de Annunciatie – als het ware op weg is naar Maria voor de conceptie van het ‘licht der wereld’. Hoewel die laag is komen te vervallen door de aanpassing na 1965, is ook de nieuwe combinatie ‘heilige Geest, licht der wereld en heilig Sacrament’ iconografisch sterk. Dat geldt niet minder voor de positie van Maria aan de noordkant bij de vooral organische ogende sculptuur, die zoals we hiervoor hebben tot bijbelse associaties leidt. Als thema speelt het ‘licht der wereld’ een belangrijke rol in een van de officiële stukken van Vaticanum II: Lumen Gentium, Licht der Volkeren (1964). Het is duidelijk dat pastoor Wolters positie had gekozen en Vaticanum II ook iconografisch een rol toebedeelde.
Wat betreft de typering van het gebouw als een typische Vaticanum II-kerk, die kan staande blijven. Het concilie duurde drie jaar, in welke tijd al veel van de sfeer van het door paus Johannes XXIII nagestreefde aggiornamento (vernieuwing) de wereld in was gegaan, onder meer via het nieuwe medium televisie. Op zich was het artistiek aggiornamento, waarbij de kerk de na-oorlogse expressionistische en abstracte vormentaal accepteerde al in 1957 ingegaan.*
Ten slotte viel me bij het bekijken van enkele andere foto’s van het centrum op dat – indien de kleurstelling de afgelopen halve eeuw niet veranderd is – sprake is van een bichrome opzet: het blauw van de heilige Geest resoneert door diezelfde kleur op de muurdammen, terwijl de zachte toon van de achterwand identiek is met die van de abstracte sculpturen boven de altaren. Dit versterkt nog eens de relatie tussen uitmonstering en architectuur.
Wordt vervolgd!
;-) B.
De O.L. Vrouw ten Hemelopneming te Prinsenbeek met de inrichting van vóór de dogmatische constitutie Dei verbum (1965) van Vaticanum II. Het tabernakel staat op het hoogaltaar, het Mariabeeld op het zijaltaar links en dat van Gertrudis rechts. De aanpassing aan Vaticanum II is met weinig ingrepen gepaard gegaan, die niet tot aantasting van het liturgisch centrum hebben geleid. Het iconografisch programma was zo algemeen en dus ook zo flexibel dat de wisseling van altaren ook een verrijking van de betekenislagen teweeg bracht. Herkomst Dirven, O.L. Vrouw ten Hemelopneming, 1996.
Door Jelsma ontdekte de kunstenaar van het liturgisch centrum: Gerrit de Morée uit Breda
…
En toen kwam er 16 september onverwacht nog een toetje!
Voor meer informatie volg deze link over Door Jelsma en deze voor haar artikel over Gerrit de Morée. Zeer de moeite waard!
Zoals uit het bovenstaande stuk blijkt moet erfgoed het net als andere kennissectoren hebben van kennis delen. Je kunt ons en andere onderzoekers dan ook helpen door deze pagina te delen via de knop delenonderaan de pagina.
;-) B.
Bronnen
Bernadette van Hellenberg Hubar en Marij Coenen. Monumentale kerkelijke schilderkunst (1890-1980). Brochures Rijksdienst Cultureel Erfgoed. Amersfoort: RCE, 2019. bit.ly/2TSEmyu-VanHH2Org.
Dirven, Herman, Parochie Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming te Prinsenbeek, 200 jaar parochie Prinsenbeek, Prinsenbeek 1996, i.h.b. pp. 52-53.
Wikipedia heeft verschillende interessante lemma’s over Vaticanum II:
Hubar, Bernadette van Hellenberg, Angelique Friedrichs en Gerard van Wezel, De genade van de steiger, monumentale kerkelijke schilderkunst in het interbellum, Amersfoort-Zutphen 2013.
Marten, J, Ark van Noah (zondvloed), 1961, in de Jozefkerk te Someren-Heide van Cees Geenen & leo Oskam (1961). Foto RCE beeldbank 1989: http://bit.ly/2fwlBzE
Hubar, Bernadette van Hellenberg. “Balanceren tussen figuratief, decoratief en abstract”. VanHellenbergHubar.org (blog), 2017. http://bit.ly/2folRjT. Hierin is onder meer gebruik gemaakt van Poels, Jos, ‘Tussen Rome en Parijs’, De context van een omstreden tentoonstelling van moderne religieuze kunst in Eindhoven (1951)’, in: Trajecta. Tijdschrift voor de geschiedenis van het katholiek leven in de Nederlanden 11 (2002), p. 129-154. | http://bit.ly/2fnzG22
Voor de beeldenschat uit de oude kerk zie: RCE Beeldbank, zoektermen: Prinsenbeek, kerk: ‘De kerk van Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming werd gebouwd in 1858-1860 (architect P. Soffers). In 1964 werd de kerk gesloopt’; ‘De inventaris werd geleverd door het atelier M. Peeters-Dievoort (Turnhout)’.*
Respons netwerk erfgoedspecialisten en kerkfotografen sociale media:
Door Jelsma
Herman Wesselink
Sander van Daal
Dirk van de Leemput
Annelies Abelmann
Rudolf Scheltinga
Peter Kleuters
Jury Smit
Wies van Leeuwen
RCE_Kleur (Bernice Crijns)
Jojanneke Post
Rob Bremer
Evelyne Verheggen
Beeldmateriaal
De twee bovenste foto’s en de laatste zijn van bvhh.nu (2016). De derde is van Marjanne Statema (2016). Alleen die van bvhh.nu zijn reprovrij: http://bit.ly/Copyright-CC-BY-NC-SA
De twee zwartfoto’s zijn overgenomen uit het boekje van Dirven (zie de bronnenlijst hierboven). Foto’s uit boeken mogen reprovrij gekopieerd en hergebruikt worden.
Dit item kwam tot stand in het kader van het project #KunstinBreda en is ook te vinden op de site van ifthenisnow.eu. Het kan geciteerd worden als: Hubar, Bernadette van Hellenberg. “Voor en na Vaticanum II in Prinsenbeek (1963)”. VanHellenbergHubar.org (blog), 2016. http://bit.ly/2fVUrAz.
Marjanne Statema fotografeert de uitleg bij het heilig Hartbeeld van Will Vaes-Gubbels uit 1985 in de kerk van Prinsenbeek. Dit is het jongste object van deze kerk dat valt binnen de context van #KunstinBreda. Foto bvhh.nu 2016.
Sociale media en erfgoed
VanHellenbergHubar.Org zet sociale media in zowel om nieuws over kunst, cultuur & erfgoed te delen als om vragen te stellen en zo kennis te vergaren. Centraal hierin staat onze Facebookpagina: http://bit.ly/VanHHOrg2FB
Ga eens kijken en ‘like’ onze pagina, zodat de berichten over onderwerpen als de voorgaande een nog grotere actieradius bereiken!
Verkorte link van dit item: http://bit.ly/2fVUrAz
Om te printen, te delen of te mailen, klik hieronder op 'Delen'.
Théodore Stravinsky, Madonna met kind tussen Mozes en een heilige priester als voorafbeelding en vervulling van de oude en de nieuwe wet (1963). Théodore (1907-1989) was de oudste zoon van Igor Stravinksy en een gevierd kunstenaar in zijn tijd. Deze schildering direct op de baksteen – een kunstgreep die tijdens het interbellum ontwikkeld werd – bevindt zich zich in de herbestemde Fatimakerk van de architecten Alphons Siebers en Wim van Dael (bvhh.nu 2016). ((Voor Théodore Stravinsky zie Wikipedia. Voor Alphons Siebers en Wim van Dael, de inleiding tot de inventaris van het architectenbureau op het Nai/HNI: http://bit.ly/2cYBltJ.)) De schildering behelst een interessant iconografisch raadsel. ((Ten onrechte wordt de figuur rechts van Maria met kind geïdentificeerd als keizerin Helena, vanwege haar vondst van het heilig Kruis. Het is echter ondenkbaar dat een vrouw met een kelk met de hostie wordt afgebeeld en die ontbreekt dan ook in de traditionele iconografie van Helena, die verder altijd met een kroon wordt afgebeeld. Mijn aanvankelijke idee van Christus Eucharisticus heb ik laten vallen, omdat de kruisnimbus ontbreekt die bij het Jezuskind wel aanwezig is. Een iconografische puzzel of een anomalie, waarbij Helena wel met de kelk en de hostie is afgebeeld?))
__________
Bij het project #KunstinBreda staat het schrijven van waardestellingen centraal en dat is werk wat ik heel graag doe, omdat je dan allerlei verbindingen mag, kunt en moet leggen. In Breda heeft de afdeling erfgoed al de gebouw- en ruimtelijk gebonden kunst laten inventariseren. Voor zover deze niet beschermd is als onderdeel van een gemeentelijk of rijksmonument, worden de objecten gewaardeerd aan de hand van de erfgoedmeetlat, een instrument dat Breda heeft ontwikkeld voor het gemeentelijk erfgoedbeleid. Mijn opdracht betreft het kerkelijke erfgoed. Het team bestaat uit collega-onderzoeker Marjanne Statema die de inventarisatie opstelde, en Marc Berens en Diewert Berben van de gemeente Breda.
Met dit werk keerde ik tot mijn verrassing terug naar De genade van de steiger, want enkele vondsten heb ik alleen kunnen doen door de kennis die ik tijdens het onderzoek en schrijven van dat boek heb opgedaan. ((Zie http://bit.ly/GevdS)) Vooraan staat het bijzondere wegkruis van Leen Douwes (1930) die sterk geïnspireerd was door Albert Servaes. Dat viel in de context van de problematische verhouding van de R.K. Kerk tegenover de hedendaagse kunst van toen te plaatsen, dankzij de schier onuitputtelijke collectie digitale bronnen en de zoekmachine van de Koninklijke Bibliotheek, Delpher.
Een eerste blik op de inventarisatie laat overigens al zien dat Breda over een prachtige collectie beschikt van hoge kwaliteit. Aan de ene kant zal te maken hebben met de positie van bisschopsstad, aan de andere kant met de aanwezigheid van de kunstacademie Sint Joost. Helemaal aan het slot van het project ontdekte ik iets dat daar meer licht op werpt en daar kom ik nog op terug. Een spannend project dus, dat hier en daar tot interessante zijlijntjes leidt, zoals mijn item over de Laurentiuskerk in ‘t Ginneken op ifthenisnow.eu illustreert. En dat had ik weer niet kunnen schrijven zonder mijn boek over de nieuwe Bavo, omdat hier in beide gevallen architect Joseph Cuypers en zijn vennoot Jan Stuyt bij betrokken waren.
Met verrassend Breda is trouwens niet miszegt, want er komen heel wat interessante zaken naar voren, zoals:
de – raadselachtige iconografie van – de schildering van Théodore Stravinsky.
de speurtocht naar expressionistische wegkruisen: wat maakt het beeld van Leen Douwes zo bijzonder?
ook de architecten Pierre J.H. en Joseph Th.J. Cuypers en hun ateliers voor kerkelijke kunst hebben hun stempel gedrukt op #KunstinBreda.
wist je dat Breda een van de vroegste werken in glas in lood van Marius de Leeuw bezit?
en het meest monumentale profane werk van Joep Nicolas in vermurail?
en werk dat getuigt van de opstelling van kunstenaar(s) – zoals Albert Meertens – tijdens de oorlog (de Nederlandsche Kultuurkamer).
vermeldenswaard is ook de manier waarop (toch) een individuele artistieke toets wordt gegeven aan de populaire icoon van O.L. Vrouwe van Altijddurende Bijstand.
en wat dacht je van de kleine collectie heilig Hartbeelden in de publieke ruimte die niet – zoals vaak wordt gedacht – fabrieksmatig zijn gemaakt, maar voor het gros uit werk bestaat van professionele kunstenaars en ateliers.
een juweel van wederopbouwkunst bleek de uitmonstering van de kerk van Prinsenbeek uit 1963, waarmee wordt bevestigd dat de vernieuwing van de kerkelijke kunst in Nederland al vóór Vaticanum II doorzette.
en, en …
Nieuwsgierig naar het project, bekijk dan de twitterlijst via deze link of volg me op twitter (#KunstinBreda).
B. ((Verkorte link van dit item: http://bit.ly/2eLzFTL))
Om te printen, te delen of te mailen, klik hieronder op 'Delen'.
Onze website gebruikt cookies voor een optimale ervaring. VanHellenbergHubar.Org vraagt de gebruiker om hiermee akkoord te gaan door op 'Accept' te klikken.AcceptRead More
Privacy en cookies ingevolge de AVG
Privacy Overview
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.