Op de steigers in de Rotterdamse kathedraal

Ook bij #kerkverhalen van ifthenisnow.eu besteden we aandacht aan de Laurentius-Elisabethkathedraal, zoals je hieronder kunt lezen.


#Kerkverhalen | Op de steigers in de Laurentius-Elisabethkathedraal te Rotterdam | if then is now

Wil je met de zoektoets door dit artikel kunnen gaan, surf dan naar het origineel op ifthenisnow.eu.

Dan kun je meteen de aparte website #kerkverhalen van if then is now bekijken, waarop een selectie van interessante artikelen staat van onder meer Wies van leeuwen, André Droogers en Joost van Hest. Vergeet vooral niet te kijken naar de topics en de mirror, waarin then en now bij elkaar komen.

;-) B.

Vragen? Stuur een mailtje naar bernadette@vanhellenberghubar.org!


Verkorte link van dit item: http://bit.ly/2vvhLfJ
Terug naar de hoofdpagina!

BewarenBewaren

Een boek voor de bisschop

Soms heb je van die ontmoetingen die heel verrassend zijn. Dat overkwam mij toen ik begin dit jaar de Laurentius-Elisabethkathedraal in Rotterdam bezocht voor een gesprek over de schilderingen in de apsis, waar onderzoek voor nodig was. Bij die gelegenheid maakte ik kennis met de bisschop, monseigneur dr Hans J.H. van den Hende. De bisschop verraste me door een vergelijking te trekken tussen het werk van de gebroeders Dunselman en hun collega F.H. Bach, welke laatste zelfs in de kringen van kenners weinig bekendheid geniet. Bach heb ik, net als de gebroeders Dunselman, behandeld in ‘De genade van de steiger‘.* Van den Hende draagt warme herinneringen aan de heilig Hartkerk van zijn jeugd in Groningen die beschilderd was door deze kunstenaar, docent aan Academie Minerva in Groningen. Helaas is dit gebouw van Jan Stuyt uit 1913 in 1994 gesloopt.* Saillant detail: dit gesprek vond hoog boven op de steiger plaats, terwijl we de eerste resultaten van het herstel van de sjabloonschilderingen door Jojanneke Post in de apsis bekeken.

Maandag 17 juli heb ik op weg naar de kathedraal een omweg gemaakt via het bisschopshuis om De genade van de steiger aan de bisschop aan te bieden. Ik voelde me een beetje als Jozef Alberdinkg Thijm toen hij de bisschop van Haarlem De Heilige Linie aanbood; zo spiegel ik me aan een van mijn ‘helden’ uit de negentiende eeuw.* Alleen verging het mij beslist beter dan Thijm, want Van den Hende heeft grote belangstelling voor kerkelijke kunst en is heel geïnteresseerd in de terugkomst van Kees Dunselman in de kathedraal. Wordt dat een letterlijke terugkeer? Nee, zeker niet. Zoals we door de ogen van Kees kijken naar het ontwerp van zijn broer Jan – die dit project niet meer af heeft kunnen maken – zo kijken we straks door de ogen van Jojanneke Post naar de schildering van Kees Dunselman. Dat gaat nog heel spannend worden.

Van de aanbieding van ‘De genade van de steiger‘ is een bericht verschenen op de website van het bisdom, dat je hieronder kunt lezen.

Bisschop neemt boek over kerkelijke schilderkunst in ontvangst - bisdom Rotterdam (21 juli 2017).

Wil je het verhaal lezen met actieve snelkoppelingen en er met de zoektoets doorheen gaan, surf dan naar de pagina op de site van het bisdom Rotterdam.

Als kunsthistorici willen we wel eens vergeten dat de kunst van schilders als de gebroeders Dunselman niet alleen iconografisch spannend is, maar ook een liturgische functie heeft. Dat is best een ingewikkeld begrip, liturgie, dus het is goed dat Van den Hende er hier nog eens de aandacht op vestigt. Dit past overigens in de eigentijdse context, want het werk van Kees Dunselman in de Lebuïnuskerk van Deventer werd onder meer gunstig beoordeeld vanwege de ‘streng liturgische afwerking‘.* Dat was in 1927, twee jaar voordat hij de Elisabethkerk in Rotterdam van zijn broer overnam.

Hoe dat afliep … dat kun je lezen in mijn e-boek ‘Tussen Gabriel en Michael’.

B.

Vragen? Stuur een mailtje naar bernadette@vanhellenberghubar.org!


Verwijzingen
  • Hubar, van Hellenberg, Bernadette C.M., Angelique Friedrichs en G. W. C. van Wezel. De genade van de steiger: monumentale kerkelijke schilderkunst in het interbellum. Zutphen: Walburg Pers, 2013.
  • “Groningen, Moesstraat 8 – Heilig Hartkerk – Reliwiki”, 2016. http://bit.ly/2vFyAV6.
  • “Franciscus Hermanus Bach”. Wikipedia, 22 juli 2017. http://bit.ly/2vGdXbu.
  • Thijm, J.A. Alberdingk. De Heilige Linie, proeve over de oostwaardsche richting van kerk en autaer als hoofdbeginsel der kerkelijke bouwkunst. Sterck, J.F.M., red., J.A. Alberdingk Thijm, werken IV, kunst en oudheidkunde I. Amsterdam/Den Haag: C.L. van Langenhuysen, Martinus Nijhof, 1909. http://bit.ly/Thijm-Heilige-Linie.
  • “UIT ANDERE PLAATSEN. Polychromie St. Lebuinuskerk te Deventer.” De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad. 30 augustus 1927, Dag druk. Delpher Koninklijke Bibliotheek. http://bit.ly/2tAKYIB.

Verkorte link van dit item: http://bit.ly/2ul3rrz
Terug naar de hoofdpagina!

 

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

Apsis kathedraal krijgt nieuwe schildering

Een interessant artikel in het blad van het bisdom Rotterdam Tussenbeide met een interview met projectleider Hans Beijersbergen. Het geeft een aardige indruk van hoe dit initiatief zich ontwikkelde en waar we op dit moment staan. Mooi om het werk van Kees (C.A.) Dunselman uit de vergetelheid te mogen halen.

Konings, Ted., Apsis kathedraal krijgt nieuwe schildering. (bit.ly)

Wil je een doorzoekbare versie van de pdf, volg dan deze link: http://bit.ly/2vuuwqX

B.

Jan Dunselman, Eerste statie van de kruisweg in de Laurentius-Elisabethkathedraal van Rotterdam (1916-1925). Foto bvhh nu. 2017.

 


Verkorte link van dit item: http://bit.ly/2ujFosP
Terug naar de hoofdpagina!

De Laurentius & Elisabeth Kathedraal te Rotterdam


Hoe het begon en hoe het afliep

Op de steigers met de bisschop in de Laurentius & Elisabeth Kathedraal te Rotterdam. Foto Davique.nl 30 jan 2017.
Op de steigers met de bisschop van Rotterdam, mgr dr Hans van den Hende (1964), samen met Peer Houben (links), Jojanneke Post van Davique Sierschilderwerken (rode jas) en Hans Beijersbergen (rechts). Het was in meer opzichten een verrassende bijeenkomst, zoals je onder deze link kunt lezen. Het leidde ertoe dat ik 17 juli 2017 de bisschop ‘De genade van de steiger‘ ben gaan aanbieden, om daarna vol inspiratie verder te gaan met mijn onderzoek in de kathedraal.

Op deze projectpagina komt de inhoudsopgave van de items te staan over het herstel van de schilderingen van Jan en Kees Dunselman (1915-1929) in de Laurentius & Elisabeth Kathedraal van Rotterdam. Niet alleen mag ik weer op de steigers staan, ook is dit het onderwerp van mijn volgende boek: Tussen Gabriel en Michael. Vergelijkbaar met de collectie 4all in Bibliodoc, gaat het om een E-boek dat ik in opdracht van de parochie schrijf. Tijdens het onderzoek is heel wat nieuwe informatie boven water gekomen. Bijna niemand in Rotterdam wist nog dat het werk in de kalot niet van Jan Dunselman (1863-1931) was, maar van zijn 14 jaar jongere broer, Kees (1877-1937). Dat roept natuurlijk de nodige vragen op.

Of ik die allemaal in mijn boek heb kunnen beantwoorden? Dat kun je beoordelen door het E-boek te downloaden en – natuurlijk – te lezen!

Het werk van Jojanneke Post en haar team – van Davique Sierschilderwerken – was eind december 2017 helemaal klaar. Ze heeft aan de hand van ons onderzoek nieuwe schilderingen ontworpen op basis van het oorspronkelijke oeuvre van Kees Dunselman. Beetje bij beetje heb ik van dichtbij op de steiger en van veraf via foto’s het werk gevolgd. Het is heel fascinerend om zo’n proces mee te maken, want hoe vaak maak je nu mee jouw onderzoek uitmondt in een nieuw kunstwerk? En het resultaat is verbluffend.

Ga maar eens kijken naar het filmpje onder deze link.

Wordt vervolgd!

B.

Vragen? Stuur een mailtje naar bernadette@vanhellenberghubar.org!


Meer informatie

Verkorte link van dit item: http://bit.ly/LauElKat-inh

Het boek kan gedownload worden via de website van de kathedraal, het bisdom en deze site. De volledige titel luidt

  • Bernadette van Hellenberg Hubar, met medewerking van Jojanneke Post (Davique Sierschilderwerken) en Marij Coenen. Tussen Gabriel en Michael. De schilderingen naar Kees Dunselman in de Laurentius & Elisabeth Kathedraal te Rotterdam. Rotterdam: HH. Laurentius & Elisabethparochie, 2018.

Ben je in Rotterdam, ga de kathedraal dan eens bezoeken:

  • Het parochiecentrum is vrijwel iedere dag geopend tot 13:00 uur: op werkdagen vanaf 10:00 uur en zondags na de mis.
  • Bezoekadres: Robert Fruinstraat 36 (achterzijde kathedraal)
  • Voor verdere contactgegevens en bereikbaarheid met openbaar vervoer surf naar de site van de kathedraal.

#Kerkverhalen

Afgelopen jaren (2021-2024)

Collectie #kerkverhalen

De nieuwe Bavo | KoepelKathedraal Haarlem

De genade van de steiger

Zwaargewichten


Augustijnenklooster bij de Paterskerk te Eindhoven Charles Eyck circa 1933. Foto bvhh.nu 2014.

Tijdens het onderzoek naar de Paterskerk ontdekte ik deze muurschildering van Charles Eyck in de refter van het augustijnerklooster Marienburg bij de Paterskerk te Eindhoven (circa 1933). Het werk is dubbel onbekend: in het klooster wist men niet meer dat het van Charles Eyck is en in zijn tot 2014 bekende oeuvrelijst komt het niet voor. Vergelijkbaar met wat Eyck in de kapel van de kweekschool te Zeist heeft gedaan, past hij een vorm van het historisch presens toe door de de gekruisigde Verlosser te omringen met augustijnen (links) en augustinessen (rechts) in de jaren dertig. Het opschrift op de banderol luidt: Ante omnia fratres carissimi, diligatur Deus, deinde proximus (Voor alles, zeer beminde broeders, wordt God bemind en vervolgens uw naaste). Liefde is het sleutelwoord van  Augustinus, zoals prachtig verwoord op de site van de orde, waar deze schildering eveneens staat afgebeeld. Aan het monumentale werk van Charles Eyck heb ik overigens veel aandacht besteed in De genade van de steiger.

Verkorte link van dit item: http://bit.ly/3kXNEYB-VanHHOrg

Presentatie ‘De genade van de steiger’

Deze presentatie heb ik in mei 2016 gehouden voor de Probusclub Leudal en Thornerkwartier. Daarvoor heb ik deze lezing in verschillende variaties voor allerlei gremia voorgedragen, variërend van erfgoedstudenten van de universiteit van Amsterdam tot de voorjaarsbijeenkomst van de stichting Oud-Roermond Rura. Iedere keer weer blijkt dan hoe dankbaar dit onderzoek is geweest, want na afloop krijg ik vrijwel steeds te horen dat men nu met heel andere ogen naar deze vergeten kunst en kunstenaars kijkt. Daar doen we het toch voor!

Vanwege de effecten met verschijnende en verdwijnende voorbeelden in de presentatie, kun je de dia’s het beste handmatig doorklikken via het pijltje →.

B.

Han Bijvoet, Kruiswegstatie nieuwe Bavo. Foto beeldbank RCE-Margareta Svensson 2013.

Bronnen &
  • Vrijwel alle foto’s in deze presentatie zijn afkomstig van de Beeldbank van de RCE en gemaakt door Sjaan van der Jagt/Pixelpolder.
  • De foto in het medaillon betreft een van de kruiswegstaties in de nieuwe Bavo van Han Bijvoet. Hij was een leerling van Antoon Derkinderen aan de Rijksacademie van Amsterdam en is datgene wat hij in zijn stijl integreerde van zijn leermeester zijn hele leven trouw gebleven.
  • Verkorte link van dit item: http://bit.ly/GvdS-presentatie

Tweemaal lezing ‘Genade van de steiger’

Op 13 april aanstaande houd ik een lezing voor de kring Maastricht van Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap en op 22 april voor de stichting RURA te Roermond. Hieronder vind je de aankondiging!


Lezing 'Genade van de Steiger': F.H. Bach in de Juvenaatskapel te Maastricht (1922-1927).
Een van de schilderingen van F.H. Bach in de Juvenaatskapel te Maastricht (1922-1927). Foto: Beeldbank RCE-Pixelpolder.

Bernadette van Hellenberg Hubar,
De genade van de steiger, monumentale schilderkunst in het interbellum (met een accent op Maastrichtse voorbeelden)
Lezing voor de kring Maastricht van LGOG
13 april 2015. ((Locatie en tijdstip: Stayokay, Maasboulevard 10, 6211 JW Maastricht om 19:45 uur.))

De genade van de steiger, monumentale schilderkunst in het interbellum (met een accent op Roermondse voorbeelden)
Lezing voor de stichting RURA te Roermond
22 april 2015. ((Locatie en tijdstip: Forum te Maasniel, inloop vanaf 19.15 uur, start om 19.30 uur.))

Algemeen — De lezing gaat over het onderzoek naar monumentale kerkelijke schilderkunst in het interbellum, dat in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed werd uitgevoerd. Dit resulteerde in het eerste boek over dit onderwerp: De genade van de steiger. De titel reflecteert de worsteling van de kunstenaar die in allerlei houdingen hoog op de steiger zijn werk uitvoert en in zijn hoofd een berekening moet maken van hoe dit er vanaf de grond uit komt te zien. Een beetje genade was daarbij onmisbaar.

Over monumentale schilderkunst uit de twintigste eeuw was nauwelijks iets bekend: niet alleen strikt genomen wat betreft de jaren twintig en dertig, maar ook over de aanloop vanaf circa 1900 en de nasleep na 1940. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed constateerde dat het gesignaleerde hiaat dit segment van de kerkelijke kunst onzichtbaar dreigde te maken. De geïnitieerde inhaalslag heeft er toe geleid dat er veel relevante informatie beschikbaar is gekomen voor het beheer en behoud van dit type erfgoed. Dat blijkt op verschillende niveaus opportuun te zijn.

Maastricht — Zo is in Maastricht onlangs de enige muurschildering van Henri Jonas – in de Koepelkerk – gerestaureerd door de SRAL (Stichting Restauratie Atelier Limburg). ((Zie het fragment op deze site via http://wp.me/P4eh3s-1ms.)) Minder goed is het gesteld met het werk van Jan Grégoire en Jaap Mes in de Lambertuskerk, terwijl de leegstand van het vroegere juvenaat van de broeders Maastricht het nodige doet vrezen voor de schilderingen van F.H. Bach. Daartegenover staat weer het werk van Harrie Schoonbrood en Eugène Laudy in de Hubertuskerk dat ondanks de herbestemming van het gebouw tot sportschool ongemoeid bleef. ((Voor meer informatie over dit laatste voorbeeld zie http://wp.me/p4eh3s-fU.))

Roermond — Wat betreft Roermond is het met name de figuur van Joseph Th.J. Cuypers die centraal staat, de zoon van de architect van het Cuypershuis en het Rijksmuseum, Pierre J.H. Cuypers. Niet alleen probeerde Joseph Cuypers professioneel opgeleid kerkschilders als Joan Collette aan de kunstwerkplaatsen te verbinden, maar ook – hoewel hij het aanbod afsloeg – een autodidact als Joep Nicolas. Overigens komt een van de ontdekkingen van het onderzoek, Augustijn Hermans, zelf uit de stal van de Roermondse werkplaatsen.

Personalia — Bernadette van Hellenberg Hubar (1956) houdt zich vanaf de jaren ’80 bezig met monumentale kunst, onder meer als onderdeel van het oeuvre van de architectenfamilie Cuypers. Zij promoveerde op het proefschrift Arbeid & Bezieling, over de esthetica van Pierre J.H. Cuypers, Joseph A. Alberdingk Thijm en Victor E.L. de Stuers, zoals uitgedrukt in de voorgevel van het Rijksmuseum. Op dit moment is ze bezig met een boek over de nieuwe Bavokathedraal te Haarlem (1895-1930), een werk van Joseph Th.J. Cuypers. ((Voor Arbeid & Bezieling volg deze link, voor de nieuwe Bavo deze. De verkorte link van de onderhavige blogpost is http://wp.me/p4eh3s-1BO.))

Lezing: Joseph Cuypers | Cuypers & Co, Gewelfschildering in de kapel van kasteel De Haar , circa 1917.
Joseph Cuypers | Cuypers & Co, Gewelfschildering in de kapel van kasteel De Haar (circa 1917). De gewelven in deze kapel zijn uiteindelijk niet voltooid en in 1926 verwijderd. Ook de schilderingen zijn dus verdwenen. Ik heb dit ontwerp van Joseph Cuypers geanalyseerd in mijn boek ‘De genade van de steiger’. Met dank aan Jacqueline Heijenbrok van De Fabryck ((Hubar, De genade van de steiger, pp. 229-230. Jacqueline Heijenbrok, Guido Steenmeijer, Katrien Timmers, Wat een weelde. Tien eeuwen Kasteel de Haar, Zwolle-Amersfoort 2013, p.391.

→ Door naar De genade van de steiger!))

De genade van de steiger kan rechtstreeks besteld worden bij de Walburg Pers.

_________________________________

Voetnoten:

Jos ten Horn in Tilburg

Aanleiding

In 2015 zijn de muurschilderingen van Jos ten Horn in de nieuwe apsis van de Goirkese kerk in Tilburg gerestaureerd door Leo Scholten. De kerk is 5 jaar gesloten geweest vanwege een ingrijpende restauratiecampagne en onlangs heropend. Dit werd gevierd met een monografie over de Goirkese kerk van collega Joost van Hest, waaronder ook aandacht is besteed aan het werk van deze kunstenaar. Ten Horn is een van de weinigen onder de monumentale schilders uit de expressionistische hoek met een groot oeuvre op het gebied van de muurschilderkunst en hij heeft veel waardering gekregen. Een van de belangrijkste vernieuwingen die in het interbellum zijn beslag kreeg, was de behandeling van de muur als een vel papier: hierbij werd de kleur van de pleister als achter- of ondergrond gebruikt en kwam er veel ‘wit’ in de voorstellingen voor. Ten Horn heeft de muur in de apsis gebruikt als een blad papier waarop hij ogenschijnlijk met houtskool werkte. Dit werk is enig in zijn soort en dat is een goede reden om een paragraaf uit mijn boek te delen.

De apsisschildering van Jos ten Horn in de Goirkese kerk, gerestaureerd doorLeo Scholten. Herkomst Joost van Hest 2015.
Jos ten Horn, De verering van het kruis en Maria door de bekeerde volkeren van de overzeese gebieden (ca. 1938), in de nieuwe apsis van Kees de Bever (1937-1938) in de Dionysiuskerk of Goirkese kerk te Tilburg. Waarschijnlijk is deze aparte voorstelling bedoeld als eerbetoon aan de Tilburgse missionaris Peerke Donders, die in de parochie van het Goirke zijn wortels had en gedurende het interbellum grote verering ondervond in deze plaats. Het werk is in 2015 gerestaureerd doorLeo Scholten. Herkomst Joost van Hest 2015. 

Uit paragraaf 7.7 | De muur als een blad papier: Jos ten Horn

Ontleend aan Bernadette van Hellenberg Hubar, De genade van de steiger (Rijksdienst Cultureel Erfgoed | Walburg Pers 2013), pp. 431-435. De tekst is ietwat aangepast.*

Nota bene — De tekst weerspiegelt de stand van zaken eind 2013. De afbeeldingen in de Goirkese kerk zijn afkomstig van de beeldbank van de RCE en gemaakt door Sjaan van der Jagt van Pixelpolder.

Het experiment dat Van Rees in 1931 uitvoerde in de Pietàkapel van de Obrechtkerk, vond, voor zover dat te traceren viel, nauwelijks navolging. De eerste die erop voortborduurde, was de kerkschilder Jos ten Horn (1894-1956) in de nieuwe apsis van de Goirkese kerk te Tilburg, circa 1938 (afb. 370). Ten Horn, die opgeleid was aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid en zijn eerste schreden op het gebied van de muurschilderkunst zette als figurist in het atelier van de firma Cuypers & Co, was een van de ontdekkingen van Clemens Meuleman. De handelaar probeerde vanaf de late jaren twintig belangstelling bij de vakwereld voor Ten Horn te wekken, onder meer door Plasschaert uit te nodigen voor een toer door Twente om enkele kerken te bekijken.[1] De waardering die Ten Horn genoot, blijkt niet alleen uit de vele opdrachten – hij is een van de weinigen onder de expressionisten met een groot oeuvre – maar ook uit zijn deelname aan de Wereldtentoonstelling van 1937 in Parijs met een beschilderde altaarretabel voor de Nederlandse kapel in het pauselijk paviljoen. Op zich is dit een bijzonder werk, omdat het aangeeft dat Ten Horn met Collette en Molkenboer tot de weinige stijlpluralisten behoorde die een specifieke interpretatie van de Byzantijnse kunst ontwikkelden. Ook in zijn muurschilderingen [434] zien we hoe de kunstenaar in een gevarieerd idioom werkte, met afwisselend Byzantijnse, romaanse, gotische en barokke vormen. Wat het barokke idioom betreft, zijn de koepelschilderingen die hij met Piet Coppens uitvoerde in de achttiende-eeuwse Luciakerk in Ravenstein ongetwijfeld een hoogtepunt.[2]

Jos ten Horn, De centrale groep 'Indianen' en 'Boschnegers' die door Peerke Donders waren bekeerd, Goirkese kerk Tilburg.
Afb. 371 Jos ten Horn, De centrale groep van de inheemse Surinaamse bevolking waartussen de Tilburgse missionaris Peerke Donders werkzaam was als missionaris. Schildering (ca. 1938) in de nieuwe apsis van Kees de Bever (1937-1938) in de Dionysiuskerk of Goirkese kerk te Tilburg. Herkomst Beeldbank RCE-Sjaan van der Jagt/Pixelpolder 2011.

Hoewel Engelman Ten Horn in 1934 opnam bij de kunstenaars die de nieuwe barok beoefenden, leerde hij hem pas na de oorlog kennen, als docent glas-in-lood aan de Jan van Eyckacademie te Maastricht. In het artikel dat Engelman bij gelegenheid van de zestigste verjaardag van de kunstenaar publiceerde, schreef hij dit toe aan Ten Horns bescheidenheid. Niettemin was de kunstenaar er blijkens de vakbladen toch verschillende keren in geslaagd om de aandacht te trekken.[3] In het overzicht van de werken die Engelman in zijn verhaal opvoerde, ontbreekt jammer genoeg een van de interessantste, de apsisschilderingen in de Goirkese kerk in Tilburg. Deze zijn alleen al zo bijzonder omdat de aardse zone is gewijd aan een paradijselijke plek in de tropen. Zeer waarschijnlijk is hiermee een eerbetoon bedoeld aan de Tilburgse missionaris Peerke Donders (1809-1887): niet alleen was deze in de Goirkese kerk gedoopt, maar ook had hij er zijn afscheidsmis gecelebreerd voordat hij naar Suriname vertrok. Daar was hij werkzaam in de binnenlanden, waar hij de indianen bekeerde en de leprozen verzorgde. In het interbellum kende Tilburg een ware verering voor Peerke Donders, die onder meer leidde tot de oprichting van een standbeeld in 1926. De herdenking van zijn vijftigste sterfdag van 1937 tot 1938 gaf aanleiding tot een openluchtspel en een toneelstuk over de ‘Apostel van Suriname’, waarin ‘Indianen’ en ‘Boschnegers’ een prominente rol vervulden. Bij de keuze voor het type personages blijkt Ten Horn hier met zijn werk op te hebben ingespeeld (afb. 371).[4]

Jos ten Horn, Uitsnede van bekeerde Surinaamse 'indianen' en 'boschnegers', Goirkese kerk Tilburg.
Jos ten Horn, het centrale mensenpaar als de nieuwe Adam en Eva in het Surinaamse paradijs. Schildering (ca. 1938) in de nieuwe apsis van Kees de Bever (1937-1938) in de Dionysiuskerk of Goirkese kerk te Tilburg.Herkomst Beeldbank RCE-Sjaan van der Jagt/Pixelpolder 2011.

Op een dunne pleisterlaag waar de baksteen op verschillende plekken doorheen schemert, heeft Ten Horn de verschillende figuurgroepen op een barokke manier over het concave oppervlak verspreid. Vanuit een stevige voet die bestaat uit een trapeziumachtige opbouw in het centrum klimmen beneden links en rechts ‘Indianen’ en ‘Boschnegers’ naar boven tot ongeveer tweederde van de hoogte. Daar ontmoeten de bewoners van de aarde musicerende engelen, waarvan twee groepen naar het eigenlijke orkest in de kalot leiden: met instrumenten en wierookvaten wordt hulde gebracht aan Maria als apocalyptische vrouw en het kruis dat met enkele lijdenswerktuigen omhoog wordt gedragen door engelen. Ten Horn is vrij onorthodox te werk gegaan door geen van de hemelingen vleugels te geven, een iconografisch fenomeen dat volgens Timmers vroegchristelijk van oorsprong is.[5] Wat echter voor die tijd helemaal opmerkelijk is, is dat de engelen qua huidskleur en gelaatstrekken de tropische figuren weerspiegelen. Zelfs Maria en kind ogen bepaald niet westers.

De aardse zone is één grote hoorn des overvloeds met korven vol met de vruchten van het veld, de oogst van bomen en struiken en een net vol vissen. Dat de jacht geen plaats heeft gekregen in dit paradijs, is niet zonder reden. Ten Horn legde een speciale nadruk op Bijbelse producten als graan, appels, druiven en vissen. Dit roept onder meer associaties op met de wonderbare visvangst die Matthieu Wiegman in de Obrechtkerk weergaf. Tegelijkertijd wordt hiermee de eucharistische betekenis van brood en wijn en de vroegchristelijke symboliek van de vis als letterschrift van Christus benadrukt. Ook de activiteit van de visvangst zelf heeft een bijzondere lading: deze herinnert immers aan de opmerking van Christus dat hij van de vissers onder de apostelen vissers van mensen zou maken. Voor de apostel van Suriname zullen deze woorden een direct toepasselijke boodschap hebben gehad. De paradijselijke weelde wordt nog eens onderstreept door het mensenpaar aan de top van het trapezium, die als een nieuwe Adam en Eva de appels van het geloof mogen plukken. Om het geheel af te maken kunnen ook de vleugelloze engelen worden gepresenteerd als passende entourage voor een volk dat vergelijkenderwijs in de evangelische fase van het vroege christendom verkeerde, toen Peerke Donders hen bekeerde.

Jos ten Horn, Uitsnede van Maria en Kind, Goirkese kerk Tilburg.
Jos ten Horn, Detail met Maria met Kind en het kruis met de lijdenswerktuigen omringd door musicerende engelen. Schildering (ca. 1938) in de nieuwe apsis van Kees de Bever (1937-1938) in de Dionysiuskerk of Goirkese kerk te Tilburg.Herkomst Beeldbank RCE-Sjaan van der Jagt/Pixelpolder 2011.

Technisch bezien lijkt wat Ten Horn deed sterk op de werkwijze van Van Rees in de Obrechtkerk. De muur is opgevat als een blad papier, waarbij het gebroken wit van de pleisterlaag niet alleen is gebruikt voor de achtergrond, maar ook voor de lichtpartijen van de donkere lichamen, de wolken en de verschillende [435] overige elementen, als kruis, muziekinstrumenten et cetera. De voorstelling is vrijwel monochroom in donkerbruine schakeringen uitgevoerd, waardoor het effect is ontstaan van een houtskooltekening in het groot. Met behulp van deze tekenachtige techniek heeft Ten Horn zijn figuren een sterk modelé meegegeven, waarvan het plastische effect goed past bij de barokke weelde. Door de vervuiling van de schildering is nog maar moeilijk te zien dat de kunstenaar de compositie op verschillende plekken, met name bij de aureolen en het fruit, heeft verlevendigd met fel gekleurde toetsen en partijen. Wat het af maakt, is de kleurschijn rond de omtrekken van de verschillende groepen die haast geaquarelleerd zijn: vrij fel direct langs de contour vloeien de tinten steeds verder uit totdat ze opgaan in de achtergrond. Zo heeft Ten Horn ook dun opgezette grijs en bruin vervloeiende lagen aangebracht, onder meer bij de subtiele nuances voor de huid en de wolken. Qua compositie schakelde hij via de contrapost de figuren aan elkaar, waardoor een levende, sterk barok aandoende interactie tussen de personages plaatsvindt die als één grote guirlande stijgen en weer afhangen. Jos ten Horn was een groot vakman.

Het werk in Tilburg is niet alleen voor Ten Horn, maar ook voor het gehele interbellum enig in zijn soort. Een tweede werk van de hand van deze kunstenaar in deze uitdrukkingswijze bestaat niet. Hoewel hij haast zeker bij Van Rees inspiratie heeft gevonden, is niet alleen de vorm bijzonder maar ook de iconografie. Het getuigt van moed dat de pastoor in dit concept is meegegaan, want rond 1938 kon men heel wat conservatievere manieren bedenken om Peerke Donders te eren. Ook Ten Horn kan worden gevoegd bij die kunstenaars die in staat waren eigen oplossingen te bedenken binnen de voorgeschreven liturgisch bepaalde beeldtraditie van de kerk.

Jos ten Horn, Detail van Adam en Eva, Goirkese kerk Tilburg.
Afb. 371 Jos ten Horn, Detail met Adam en Eva uit de de centrale groep van de Surinaamse ‘Indianen’ en ‘Boschnegers’ die door de Tilburgse missionaris Peerke Donders waren bekeerd. Schildering (ca. 1938) in de nieuwe apsis van Kees de Bever (1937-1938) in de Dionysiuskerk of Goirkese kerk te Tilburg. Herkomst Beeldbank RCE-Sjaan van der Jagt/Pixelpolder 2011.

Naschrift

Tot zover het fragment uit De genade van de steiger. Meer lezen? Dan moet je het boek via de openbare bibliotheek bestellen, want het is uitverkocht!

Wil je dit artikel delen of mailen, ga dan naar het einde van deze pagina en gebruik de hashtag #GvdSteiger
De verkorte link van dit item is: http://bit.ly/GvdS-Jos-ten-Horn-Tilburg

Bernadette van Hellenberg Hubar

Vragen? Stuur een mailtje naar bernadette@vanhellenberghubar.org!


Bronnen

Nota bene — In de voetnoten staan verkorte titels die volledig zijn aangehaald in de bibliografie van het boek dat inmiddels uitverkocht is. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft laten weten van plan te zijn om het bij de DBNL.org online te zetten, maar dat is tot dusver niet gebeurd.

* De kleine aanpassingen betreffen twee punten: a) Abusievelijk heeft een van de redacteuren van het boek destijds de aanduiding ‘Indianen’ en ‘Boschnegers’ van aanhalingstekens ontdaan en in hedendaagse spelling omgezet. De herstelde benaming is ontleend aan een van de bronnen, vermeld in noot 4: wat toen werd betiteld als KB Krantenbank kennen we tegenwoordig als Delpher. In casu betreft het dit artikel in de Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant van 14-07-1937. Met dank aan Door Jelsma die me erop attendeerde dat de omschrijving ‘indianen en bosnegers’ vandaag de dag verkeerd begrepen kan worden. b) In noot 2 is bij het werk in Ravenstein het jaartal toegevoegd met de bron. 
[1]  KB krantenbank, zoektermen: Jos ten Horn schilder (Jan Engelman, De Tijd 11-06-1954). Van Dael e.a., Schoonheid in devotie, p. 41.
[2]  KB krantenbank, zoektermen: Jos ten Horn schilder (Jan Engelman, De Tijd 11-06-1954; Limburger Koerier 29-07-1937). Meuleman, Religieuse kunst, plaat 257; andere werken: platen 33-35. De kapel van gesticht Voorburg te Vught is in 1994 afgebroken. De huidige verblijfplaats van dit retabel is niet achterhaald. KB krantenbank, zoektermen: Engelman nieuwe barok (De Tijd 30-09-1936). RCE, Monumentenregister, nr. 32337. Zie voorts de beeldbank van de RCE, zoektermen: Ravenstein, Luciakerk, Jos ten Horn. Uit het spreadsheet van het onderzoek dat nog omgezet zou worden in een database, blijkt dat het werk in Ravenstein dateert uit 1936 (de datum is aangebracht naast het orgel).
[3]  W., Jozefkerk Zwolle (1933), p. 129. Van Rooijen, Kerkelijke traditie (1933), p. 11. Apelles, Van opdrachtgever tot kunstenaar (1932), p. 557. Verschuuren, ‘Aesthetische gedachten’ (1931), pp. 372-373.
[4]  KB krantenbank, zoektermen: Peerke Donders Apostel (1926, 1937, 1938). Voorts over Goirke en Peerke Donders www.parochiedebrontilburg.nl/cultureelerfgoed.htm.
[5]  Timmers, Symboliek en iconographie, p. 345, nr. 690.

Meer lezen?

Hest, Joost van. “O, prachtig huis!”: de Goirkese kerk in Tilburg: geschiedenis, gebouw en inventaris. Onder redactie van Ronald Peeters. Tilburg: Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed. Zie over dit boek verder het item op deze site: http://bit.ly/1NHYcEr

De verkorte link van het item op dit scherm is: http://bit.ly/GvdS-Jos-ten-Horn-Tilburg

← Terug naar De genade van de steiger!

Inkijkexemplaar van ‘Verhalen op de muur’

Clemenskerk inkijkexemplaar Verhalen op de muur

Op 22 november 2014 werd de digitale publicatie Verhalen op de muur in de fysieke vorm van een uitdraai gepresenteerd tijdens de opening van de Clemenskerk te Merkelbeek. Dit rijksmonument was vanaf 2013 in restauratie, waarbij niet alleen de constructie onder handen is genomen, maar ook de schilderingen die in 1901 zijn aangebracht. Dankzij de expertise en het vakmanschap van de Stichting Restauratieatelier Limburg zijn ze na ruim één eeuw weer in volle glorie te bewonderen.

Welke verhalen vertellen die schilderingen nu precies? Daar kun je je een idee van vormen via http://bit.ly/Clemenskerk-inkijkbestand.

Op de site www.clemensdomein.nl staat informatie over de openingstijden en andere bezienswaardigheden rond de Clemenskerk.

Als auteur ben ik altijd blij met feed back, dus mocht je nog iets tegenkomen dat informatief is, geef het me door.

;-) B.*

Vragen? Stuur een mailtje naar vanhellenberghubar@gmail.com!


Clemenskerk inkijkexemplaar
De Clemenskerk te Merkelbeek herbergt intrigerende verhalen op de muur. Foto Leo Reijnen (oktober 2014).

* Post scriptum
  • Toelichting bij de collage: linksboven, Dom Romanus Jacobs als jonge monnik in de benedictijner abdij van Merkelbeek. Linksonder, het monstertje op de stoel van koning David is mogelijk Titynillus. Er gaat een rijke symboliek achter dit wezen schuil. Midden: de omslag van het boek ‘Verhalen op de muur’ met de medaillons met de heiligen Gregorius, Scholastica en Benedictus (boven) en Placidus, Clemens en Bernardus (onder); daaronder bevindt zich koning David. Rechtsboven: de gerestaureerde bloemenbies in de apsis. Rechtsonder: de restauratie van de schilderingen in de apsis.
  • Verkorte link van dit item: http://bit.ly/VHH2Inkijk-Clemenskerk.

Terug naar de hoofdpagina!

Een jeugdwerk van Joep Nicolas

Jeugdwerk van Joep Nicolas in Asselt, noorderportaal.
Vue op het noorderportaal van de crypte van de Dionysiuskerk te Asselt (Foto: RCE-Pixelpolder).

Joep Nicolas in Asselt

Het is wat paradoxaal om de aandacht te vragen voor een kunstwerk dat je nauwelijks iemand kunt laten zien. Want de bijzondere cyclus over de mens en de dood en het hiernamaals in de crypte van de Dionysiuskerk te Asselt verdraagt maar mondjesmaat bezoek. Met name de gangetjes die de twee portalen met de centrale ruimte verbinden zijn zo nauw dat de verf alleen al te lijden heeft van onze jassen die er langs schuren als we er door heen gaan. Enkele dagen geleden gaf ik er op verzoek van Galerie Mariska Dirkx uit Roermond uitleg voor het Prins Bernhard Cultuurfonds van Limburg. Het gezelschap was diep onder de indruk van dit jeugdwerk van Joep Nicolas in Asselt en vond het toch wel jammer dat zo’n bijzonder oeuvre zo onbekend was. Dat vormde voor mij het sein om het betreffende stuk uit De genade van de steiger op deze site voor het voetlicht te plaatsen.

Afgelopen jaar deed zich een zeldzame gelegenheid voor om nader kennis te maken met Joep Nicolas dankzij de tentoonstelling die tot 22 februari 2015 liep in museum Cuypershuis te Roermond. Daar was ook Morte fortior te zien, het jeugdwerk waarmee Nicolas de Vigeliusprijs won en dat hierna besproken wordt. Alleen al qua legendevorming vertegenwoordigt deze opmaat tot de cyclus van Asselt een boeiend stukje geschiedenis.

Lees hier verder →

B.

Vragen? Stuur een mailtje naar bernadette@vanhellenberghubar.org!