#KunstinBreda


De glazen in de lucida of koorvensters van de Laurentiuskerk in 't Ginneken (links) en in de nieuwe Bavokathedraal (collage bvhh.nu 2016). 

De glazen in de lucida of koorvensters van de Laurentiuskerk in ‘t Ginneken (links) en in de nieuwe Bavokathedraal (collage bvhh.nu 2016). De linkerafbeelding is ontleend aan Hulshof o.p., Ben, Laurentiuskerk Ginneken, Een iconografie, Breda 2012, p. 24; de rechter van de nieuwe Bavo is van bvhh.nu 2014.

#KunstinBreda zat vol verrassingen! Dat bleek voor het eerst toen ik bezig was met de uitmonstering van de Laurentiuskerk in ‘t Ginneken, ontworpen door Joseph Cuypers en Jan Stuyt (1900-1902). Zo trok onder meer de lucida mijn aandacht:

  • Achter de glazen in de lucida of de lichtbeuk van de apsis gaat een apart verhaal schuil. Ze heten ontworpen te zijn door Pierre Cuypers, de vader van Joseph, maar dat klopt waarschijnlijk niet. Aangezien ze zo sterk lijken op die van de lucida in de nieuwe Bavo te Haarlem, staat wel vast dat ook de zoon een aandeel heeft gehad. Pierre Cuypers ontwierp de figuraties, Joseph Cuypers de ornamenten. In Haarlem vervullen ze iconografisch een rol als Biblia pauperum (armenbijbel) en in die positie maken ze deel uit van de ‘catechismus van steen’. Nu gaat het in de Laurentiuskerk niet om een kopie, want de opbouw van de ramen in horizontale lagen (registers) wijkt sterk af. Waarschijnlijk is voor een andere indeling gekozen om nog beter aan te sluiten bij de middeleeuwse platenbijbel, die Joseph Cuypers net als zijn vader goed kende. In de vijftiende-eeuwse Biblia pauperum zijn bij de indeling van de pagina’s onder de taferelen telkens twee vertellers of commentatoren geplaatst met een tekstband. Die zie je ook in het laagste register van de ramen in Breda (zie de afbeeldingen 6 en 7 in de galerij in de kop van dit artikel). De architect sloeg hiermee twee vliegen in één klap, want hierdoor kwam tegelijkertijd meer ruimte voor minder verzadigde kleurpartijen. En dat was een stokpaardje van Joseph Cuypers: meer licht in de kerk. In de vakliteratuur wordt wel gesuggereerd dat het ontwerp van Pierre Cuypers voor de glazen in de Haarlemse kathedraal aan Joseph was opgedrongen. Het vervolg in Breda geeft aan dat dat vrij onwaarschijnlijk is. Wel heeft Joseph in beide gevallen de wat ouderwetse figuraties door middel van eigentijdse ornamenten aan laten sluiten op de architectuur. In het boek over de nieuwe Bavo heb ik die samenhang als volgt […]

Lees het vervolg van dit verhaal in mijn artikel over de Laurentiuskerk op ifthenisnow.eu: http://bit.ly/25qDCR7

Nieuwsgierig naar wat dit project allemaal al heeft gebracht? Bekijk dan de diashow met collages voor de sociale media op deze site of de andere items die in de kop van deze pagina staan.

;-) B. (& M.)

Vragen? Stuur een mailtje naar bernadette@vanhellenberghubar.org!


Deze pagina is bijgewerkt op 26 augustus 2023.

Verkorte link van dit item: http://bit.ly/KunstinBreda-VHHorg of VanHH.org/?p=8823

Recensies en reacties

Recensies en reacties — De eerste recensie van ‘De nieuwe Bavo te Haarlem’ kwam 10 september 2016 van John Oomkes van Haarlems Dagblad: een ‘vlot geschreven pil’.

hq Haarlems Dagblad 10 sep #OMD2016-P1270394

Voor een downloadexemplaar volg deze link of klik op het pijltje in de balk hierboven.

Overige recensies en reacties vind je hieronder. Benieuwd naar de errata (die zijn er natuurlijk altijd) en het voortschrijdend inzicht (en dat is er gelukkig ook), volg dan deze link.


Reacties van lezers

Gerard Brom (26 april 2017)

  • Ik heb eerder je boek gekocht en een start gemaakt om te lezen. Pittig!
    Inmiddels van voor naar achter en van achter naar voren doorgewerkt.
    Bij het steeds opnieuw doornemen van het boek en het kijken naar Kathedraal Bavo ontstaat er bewondering voor zowel de architect als de schrijver van dit boek. Het is geweldig de achtergronden te lezen van/voor de restauratie van de Nieuwe Bavo. Het boek is heerlijk compleet.
    Al maar meer kwamen we in ons studiegroepje erachter hoe bijzonder het bouwwerk is. Daarnaast verbaast het ons nog steeds dat zo weinig mensen van het bestaan van de kerk weten. Mensen die er naast wonen zijn nog nauwelijks binnen geweest. Je kunt lezen in het boek dat het ook wel jouw levenswerk geworden is. Hulde.

Philip Weijers uit Aerdenhout, als diaken en vrijwilliger betrokken bij de kathedraal (19 november 2016):

  • Allereerst mijn complimenten voor dit prachtige boek met veel mooie en unieke foto’s. Het is ook nog eens verrassend van inhoud. Ik refereer naar het fenomeen van het Unvollendete, de ontdekkingen mbt de polychromie, de symboliek, de oosterse invloed. Heel leerzaam en zeer bruikbaar in onze rondleidingen, zowel de reguliere (kerkbezoek door de weeks van maart t/m oktober) als de zgn. gewelventochten (3 x per jaar).

Letty Muizelaar uit Haarlem (27 oktober 2016):

  • Leuk dat zelfs mijn naam vermeld wordt bij de errata.
    Verder wil ik je laten weten dat ik erg geniet van je doorwrochte boek over de Bavo!

Bart Maltha, voorzitter voorzitter van de stichting ‘Vrienden van de Abt’, van de Antonius Abtkerk in Scheveningen (29 september 2016):

  • […] alleréérst wilde ik je feliciteren met jouw doorwrochte boek over de ‘Nieuwe Bavo’! Ik heb het grondig doorgelezen en veel zijdelingse informatie gevonden, die
    me helpt om aspecten van de H. Antonius Abt beter en misschien ook anders te gaan bekijken. Natuurlijk gaat soms de diepgang van jouw Bavo-boek mijn kennisniveau te
    boven, maar nergens verloor ik mijn interesse’.

Reacties via de pers en de digitale media
Woord en Dienst, opiniërend magazine voor protestants Nederland (juni 2017)

Recensie Nieuwe Bavo Woord & Dienst (bitly)

Download hier de PDF-versie of klik op het pijltje in de balk hierboven.

Een bijzondere recensie van Aarnoud van der Deijl over het onvoltooide, Thomas van Aquino, de potentie en de ‘buit van de Egyptenaren’, het goud en zilver dat het uitverkoren volk meenam bij de uittocht uit Egypte (en waaruit Mozes de ark van het verbond liet maken). Dit stond symbool voor het gebruik en ommunten van het gedachtegoed van heidense volkeren. Het slot van de recensie is heel mooi: ‘In de huidige tijd, waarin geloof enerzijds en cultuur en wetenschap anderzijds elkaar soms met wantrouwen bejegenen, vormt de Bavo een inspiratie om het goud en het zilver van de andere gerust te gebruiken’.

Reformatorisch Dagblad (19 december 2016)

Van ‘t Reformatorisch Dagblad kwam wel een heel aparte reactie (zie Evernote). De journalist signaleert op basis van recent onderzoek interessante verbanden tussen de oude en de nieuwe Bavo. Dat doet hij aan de hand van mijn boek en dat van Thomas von der Dunk. Ik zal niet zeggen Bien étonnés de se trouver ensemble, want Thomas en ik delen een verleden als actieve leden van het Cuypersgenootschap. Maar het was toch wel frappant. Nadat de journalist het betoog van Thomas over de uivormige bekroning van de vieringtoren eindigt met:

  • ‘En verschillende Bourgondische hertogen en graven van Holland die over Haarlem de baas waren, hadden Jeruzalem bezocht. De grote steden in Holland kenden bovendien invloedrijke Jeruzalembroederschappen. De oosters-uivormige beugelkroon van de toren van de Bavo is volgens Von der Dunk een directe link met Jeruzalem. Zo’n lijn legde de architect Jospeh Cuypers bijna vier eeuwen later ook bij de bouw van de in 1898 in gebruik genomen rooms-katholieke Sint-Bavo. Vooral de grote koepel van de kerk en veel ornamenten doen sterk denken aan een oosters gebouw. Daarnaast staat de kerk gericht op het oosten. In ”De nieuwe Bavo van Haarlem” laat Bernadette van Hellenberg Hubar zien hoe dat komt. Een van de gedachten was dat de Arabieren, die net als de Joden behoren tot de afstammelingen van Sem, weleens een meer authentieke ontwikkeling van hun cultuur uit de mozaïsche traditie zouden kunnen hebben gerealiseerd dan de christenen. Het fotorijke boek over de rooms-katholieke Bavo laat zien dat de kerk vol Bijbelse symboliek zit, waarbij het gedachtegoed van de scholastieke Thomas van Aquino (1225-1274) over de Unvoll­endete bepalend was. Zo zijn in lijn hiermee in het kerkgebouw ruwe, onbehouwen stenen opgenomen. Over de kleinste details in de kerk is nagedacht, zo bleek tijdens nauwkeurig onderzoek dat mogelijk was door de vele steigers die de afgelopen jaren in de kerk stonden vanwege de grote restauratie. De foto’s laten ook de kleurrijkdom van de kerk zien’.
Stadsglossy (week 24 november 2016)


Positieve reactie Stadsglossy op het boek over de nieuwe Bavo te Haarlem (2016).

Biblion (16 november 2016)

Van WBooks kreeg ik dit bericht van Biblion, een instelling die de Openbare Bibliotheken informeert over interessante publicaties. Hier ben ik blij mee, want ik ben een groot voorstander van de de Openbare Bibliotheek. Kijk maar ‘ns wat recensent drs J.W. Pauw van het boek vindt:

  • ‘Ter gelegenheid van de restauratie van de Nieuwe Bavo in Haarlem is dit boek uitgegeven, opgedragen aan het voltallige team. De beroemde architect is Joseph Cuypers, de zoon van Pierre Cuypers (architect van onder andere het Rijksmuseum). Dit zeer rijk geïllustreerde (235 illustraties) naslagwerk bevat een uitvoerige uitleg over de binnen – en buitenzijde van de basiliek, met speciale aandacht voor ornamenten en de achterliggende betekenis ervan. De bouwperiode beslaat een ruime periode (1893-1930) en bewust zijn nog steeds onderdelen onvoltooid gebleven. De auteur weet deze basiliek in een context te plaatsen van christelijke bronnen (Thomas van Acquino) en andere kunst (bijvoorbeeld Monet). Deze beschrijving ondersteunt het unieke karakter van dit bouwwerk als cultureel erfgoed. De auteur is een zeer toegewijd onderzoekster, die eerder publiceerde over kerkelijke kunst en over de familie Cuypers. Dertig pagina’s eindnoten en een register zijn toegevoegd’.

Wel apart dat mijn toewijding hier wordt genoemd, die kennelijk tot aanbeveling strekt om het boek te kopen. Overigens zit er inderdaad een register bij het boek, maar dat staat on line, zowel op deze site als bij WBooks en de KoepelKathedraal (zoals de nieuwe Bavo als kerkmuseum en publiekstrekker sinds 2018 heet).

Els’ blogs (29 september 2016)

Strikt genomen is het geen recensie van het boek, maar een reflectie op de samenvatting die ik schreef. Aanleiding voor Els van Swol was haar bespreking van de Weissenbruch tentoonstelling in Teylers Museum te Haarlem met de bijbehorende publicatie, allebei in de categorie klein: ‘Maar pas op’, meent de auteur, want ‘beiden hebben veel te zeggen! Kijk en lees’.

  • Bijvoorbeeld ook het artikel over de nieuwe Bavo in Haarlem dat Bernadette van Hellenberg Hubar schreef in de 5de editie (september 2016) van Nieuwe Bavo in de steigers. Nieuws over de restauratie van de kathedrale basiliek St. Bavo in Haarlem. Daarin heeft zij het onder meer over De Unvollendete: ‘onvoltooide elementen, misbaksels en halffabricaten’ die in een nieuw boek over de Bavo (De nieuwe Bavo in Haarlem) worden behandeld. ‘In dit geval gaat het om een denkbeeld van Thomas van Aquino die hierbij weer steunde op Aristoteles. Kort door de bocht kun je stellen dat alles wat bestaat één grote bulk potentie is (…). De potentie om na het wordingsproces tot een bepaald stadium doorlopen te hebben, iets anders te worden. En dat iets anders maakt deel uit van een eindeloos scala aan mogelijkheden. Al die mogelijkheden zitten in ons, net zoals in de steen direct uit de groeve een eindeloze hoeveelheid beelden zit besloten.’
    En dan doemen Socrates en Michelangelo in mij op: je moet ze geboren laten worden, uithakken wat eigenlijk al in de steen verstopt zit.

En verder …

Voor errata en voortschrijdend inzicht volg deze link.

;-) B.

Vragen? Stuur een mailtje naar bernadette@vanhellenberghubar.org!

Thijm en het theater #collectievissen

Thijm en het theater, een thema dat eigenlijk niet in een blog valt te vangen! Toch deed ik een poging in het kader van #collectievissen* 

Als het gaat over de liefde voor het theater van de familie Alberdingk Thijm, kan Lodewijk van Deyssel niet ontbreken. Maar dat geldt niet minder voor zijn oom Pierre Cuypers en zijn vrouw, Antoinette Alberdingk Thijm. En dan heb je ook nog de familie Diepenbrock!

Binnen katholieke kringen werd die liefde voor het toneel bepaald niet altijd gewaardeerd, zelfs niet als het om Vondel ging. Dit vormt een zijlijntje van mijn boek over de nieuwe Bavo dat over een paar dagen, op 9 september (2016), wordt gepresenteerd.*

Nieuwsgierig? Lees dan het hele verhaal op LinkedIn door te klikken op het sterretje *

;-) B.

De Vioolstruik. Herkomst: http://bit.ly/2cqsgaT


Verwijzingen

De * verwijst naar het volgende:

  • Voor collectievissen volg deze link.
  • Voor de aankondiging van de boekpresentatie surf naar dit webartikel op ifthenisnow.eu: http://bit.ly/nBavo-boekpresentatie-ITIN
  • Mijn speech bij gelegenheid van de presentatie van het boek over de nieuwe Bavo, kan ingezien worden op deze webpagina.
  • Het boek over de nieuwe Bavo kan hier besteld worden.

De luchtboogbeelden onderweg

Onderweg — De aanleiding mag Jeroen Bosch zijn geweest, maar dat had de ‘wonderlijke klim’ bij de Sint Jan van Den Bosch helemaal niet nodig. Het was werkelijk een briljante vondst geweest om deze sculptuur op de steunbogen langs het schip – die globaal tussen 1470 en 1520 tot stand kwam – op deze manier toegankelijk te maken voor een groot publiek. Wie wat vaker verhalen van mij leest, weet dat ik gek ben op steigers, of liever, helemaal weg ben van die wonderlijke wereld tussen hemel en aarde. Toen de Bossche kathedraal de laatste keer in de steigers stond, heb ik daar rond mogen dwalen in het gezelschap van Wies van Leeuwen die de problematiek van de restauratie toelichtte. Was dat al boeiend, nog aangrijpender was de poëtische sfeer op de steigerplanken tussen de beren, luchtbogen en wimbergen, oog in oog met beelden en ornamenten. Een andere wereld, dacht ik toen, een totaal aparte wereld. Datzelfde gevoel overviel me toen ik in 2013 op de steigers stond bij die andere fantastische kathedraal, de nieuwe Bavo in Haarlem, en waar dat toe leidde gaan we 9 september beleven. Maar nu eerst het fata morgana – of was het een fantas morgana? – dat me overviel bij de ‘wonderlijke klim’ in Den Bosch.

Sint Jan Den Bosch, De wonderlijke klim (bvhh.nu 2016).


Zittend op de luchtboog
zetten we ons voorzichtig af
om opwaarts te schuiven
‘n trage dodendans
van heiligen en zondaars
zotskappen en wijzen
de man om de hoek en de koning
tussen dieren en monsters
zestien bogen lang
‘n brug tussen aarde en hemel
waar Cerberus wacht
in vele gedaanten

de muil wijd geopend
gebeurt ‘t ieder moment
kokhalzend spuwend
een zondvloed van water
kolkt op onze lijven
houvast verdwijnt
graaiend, tuimelend,
vallend klauwend
vergeefs grijpen we
naar wapperende panden
‘n arm ‘n voet van hen
die nog sneller
dalen
de aarde tegemoet

aan de voet van de beren
zijn wij als Sisyphus
behept met ‘n taak
die nooit lijkt te voleinden
Steeds weer onderweg
naar waar engelen
zingen: Alleluja


Programma — Je wil nog weten wat er waar is in mijn verhaal in dichtvorm? Of het klopt van die waterspuwers boven de luchtbogen? Zoals zo vaak, is het antwoord ‘ja’ en ‘nee’. Wat de luchtboogbeelden precies betekenen heeft tot dusver niemand kunnen achterhalen, zoals Ronald Glaudemans in zijn boek hierover nog eens benadrukt.* Het onderliggende programma blijft in raadselen gehuld. Sterker nog, mijn promotor, Kees Peeters, meende zelfs dat de cyclus van toevalligheden aan elkaar hing. Ongetwijfeld is er naar de middeleeuwse achtergronden nog veel onderzoek nodig, maar misschien is het ook wel aardig om de menagerie op de luchtbogen te bekijken door een negentiende en vroeg twintigste-eeuwse bril. Want we denken wel dat we naar een middeleeuws toneel kijken, daarboven in de dakgoot van de Sint Jan, maar het gros van wat we zien is negentiende-eeuws. We zijn niet zozeer beland bij de wereld van Jeroen Bosch, als wel bij die van de belangrijkste restauratie-architect, Lambert Hezenmans (1841-1909) , en de man die namens het Rijk de inspectie van de werken uitvoerde, Pierre J.H. Cuypers (1827-1921). De twee kenden elkaar goed, want beiden waren door de afdeling kunsten en wetenschappen van het ministerie van buitenlandse zaken – dat wil zeggen, Victor de Stuers – aangesteld als rijksinspecteur. Niet zelden controleerden ze in die functie elkaars werken. In het geval van de luchtboogbeelden leidde dat tot pittige kritiek van de kant van Cuypers, met name wat betreft de concrete aanpak van Hezenmans, waardoor origineel, gerestaureerd en aangevuld niet goed te onderscheiden waren.*


Lambert Hezenmans, Schetsjes van een aantal luchtboogbeelden (1870-1885). Herkomst: site Bossche Encyclopedie
Lambert Hezenmans, Schetsjes van een aantal luchtboogbeelden (1870-1885). Herkomst: site Bossche Encyclopedie: http://bit.ly/29kyLN3.

Lange tijd is behoorlijk denigrerend gedaan over de kennis die mensen als Hezenmans en Cuypers over de middeleeuwen hadden en wat dat voor een fnuikende gevolgen had voor de middeleeuwse monumenten van ons land. Vanaf de jaren zeventig kwam een herwaardering op gang die startte met een pleidooi voor de erkenning van de intrinsieke oudheidkundige betekenis van dit soort restauraties. Vrijwel niemand vond de negentiende-eeuwse bijdrage in die tijd ‘mooi’, maar dat stond los van de cultuurhistorische waarde. Geleidelijk kwam meer oog voor de ambachtelijke kwaliteit van de negentiende-eeuwse ateliers met hun strak gepolijste technieken. Toen eenmaal die horde tot het ‘mooi’ vinden genomen was, bleek ook nog eens dat men in die tijd veel meer wist van de middeleeuwen dan tot dusver was aangenomen. En dan valt onvermijdelijk de naam van Cuypers’ zwager, J.A. Alberdingk Thijm en zijn standaardwerk De Heilige Linie (1858). Niet dat Thijm de enige was die zich bezighield met de middeleeuwen, maar op het gebied van de iconografie en symboliek kun je hem zeker beschouwen als een vaandeldrager.*

Microkosmos — Voor Thijm en zijn tijdgenoten was de kathedraal een microkosmos, waarin ‘de gedaante der kerk als afbeelding der waereld’ centraal stond: een wereld in het klein, met al het goed en het kwaad wat ertoe behoorde. Zijn petekind, Joseph Cuypers, zou – vast ook geïnspireerd door de Sint Jan die hij onvermijdelijk kende – deze visie tot uitdrukking brengen in de beeldencyclus van de nieuwe Bavo. Dat deed hij niet alleen, want ook vicaris-generaal en later bisschop A.J. Callier droeg bij aan dit programma. Een belangrijk netwerk waar katholieke kunstenaars en geleerden elkaar ontmoeten was De Violier die in 1906 een bezoek bracht aan de kathedraal van Den Bosch. Tot deze kunstkring hoorde onder meer Xavier Smits die al eerder voor De Violier een lezing had gehouden over de Sint Jan en een proefschrift daarover voorbereidde bij de universiteit van Leuven.* Juist hij wordt afgeserveerd door Ronald Glaudemans:

  • ‘Een andere onderzoeker van de bouwgeschiedenis, C.-F.-X. Smits, ‘Doctor in de Archaeologie’, […] beredeneert in 1907 dat de beeldjes ‘de gezamenlijke menschheid’ voorstellen; ‘De geheele menschheid is dan door dat leger van opstijgende beeldjes verpersoonlijkt. Tusschen de rangen der menschen bevinden zich eenige potsierlijke en phantastische typen, die den mensch op zijn weg door het leven bemoeilijken’. Deze minstens zo merkwaardige verklaring verraadt duidelijk de tijdgeest van de periode waarin deze werd opgeschreven en kan vandaag de dag ook niet echt stand houden’.*

Als we het woord mensheid vervangen door schepping dan komen we dicht in de buurt van Thijms visie op de microkosmos die – zoals hij in De Heilige Linie uitlegt – een sterk antropologisch karakter heeft. Al zo lang als de mensheid bestaat hebben de volkeren in hun gewijde gebouwen de wereld in het klein weergegeven; niet alleen in het westen, maar over de hele aardbol. Dit idee werd bij De Violier verder uitgedragen door een andere vriend van Joseph Cuypers, de iconograaf Matthaeus Nieuwbarn die hierbij op Viollet-le-Duc leunde:

  • ‘De kunstenaars der middeleeuwen hebben van de Christelijke Kerk een soort van nieuwe schepping gemaakt; zij hebben er al wat in de zichtbare en onzichtbare wereld geschapen was, als een heldendicht van lijn en steen in samengebracht.’*

In die wereld is de mens op een symbolische pelgrimage op weg naar de hemel, en onderweg ontmoet hij alles en iedereen: naast de man om de hoek en z’n vrouw, de elite van koningen en keizers; naast bekende dieren de meest vreemdsoortige wezen die onder meer staan voor de beproevingen en verleidingen, zoals Jeroen Bosch ze heeft weergegeven op zijn beroemde schilderijen van heilige heremieten. Zo tijdgebonden was de visie van Smits dus niet. Daarbij komt dat de luchtboogbeelden zich bevinden boven het schip, de plek die volgens Thijm bij uitstek staat voor de aarde, de strijdende kerk, waar de gelovigen ‘zich door des waerelds woelige golven trachten heen te werken’.* Sinds ik met de nieuwe Bavo bezig ben geweest, koppel ik dit beeld van goed en kwaad aan de theodicee* van Thomas van Aquino die vanaf 1879 (opnieuw) in het centrum van het katholieke denken stond. Of daarin nog aanknopingspunten zitten voor het middeleeuwse programma van de beeldencyclus van de kathedraal, vraagt om verder onderzoek.


Brochure met de plattegrond en de benaming van de luchtboogbeelden. Net als het informatieve boekje van Ronald Glaudemans (zie hieronder) verkrijgbaar bij de kaartverkoop van ‘De wonderlijke klim‘ van de Sint Jan in Den Bosch.

Klassieke referenties — Maar ja, zul je denken, hoe zit het dan met Cerberus en Sisyphus? Dan komen we toch terecht in de klassieke oudheid? Dat klopt, maar uit het oogpunt van de middeleeuwen was er geen scheiding met die oudheid. Die maakte integraal deel uit van het eigen erfgoed. Een mooi voorbeeld daarvan is de Divina Commedia van Dante uit het eerste kwart van de veertiende eeuw: de auteur gaat hierin met de – let wel! – klassieke schrijver Vergilius op stap. Op zijn reis – die in de vakliteratuur vaak als pelgrimage wordt bestempeld – komt hij onder meer Sisyphus en Cerberus tegen.*

Kijk, dat is het nu het mooie aan gedichten: met een minimum aan woorden roep je een beeld op, waarna heel veel zinnen nodig zijn om uitleg te geven. Terwijl zo’n gedicht ontstaat gebeurt er van alles in je hoofd: in een hoog tempo rijgen zich voorstellingen aan elkaar die vanuit de enorme vergaarbak van het geheugen intuïtief elkaars gezelschap zoeken en vervolgens via je vingers op het scherm belanden. Dit is een proces van ‘n paar minuten, het denken daarna over de achtergrond en de context vraagt heel wat meer. Dat geeft de verdiepingsslag en maakt het – wie weet – wel mogelijk dat je als je daar staat, terugdenkt aan dit verhaal.

;- B.

Vragen? Stuur een mailtje naar bernadette@vanhellenberghubar.org!


Bronnen

De * in de tekst verwijst naar de volgende bronnen:

  • ‘Luchtboogfiguren’, op: bossche-enyclopie.nl, http://bit.ly/29kyLN3 (2016).
  • Cuypers, Jos. en Jan Stuyt (Constructie) en Xav. Smits (Symboliek), De nieuwe St. Jacob te ’s-Hertogenbosch, ’s-Hertogenbosch 1907.
  • Davidson,Linda Kay en David Martin Gitlitz, Pilgrimage: From the Ganges to Graceland: an Encyclopedia, deel 1, 2002, pp. xviii-xix. | http://bit.ly/29NFwau
  • Divina commedia: zie https://www.wikiwand.com/nl/De_goddelijke_komedie
  • Donkers, Geert, ‘“De parel aan Brabants kroon”: het bezoek van ‘De Violier’ aan ‘s-Hertogenbosch’, in: Bossche Bladen, Cultuurhistorisch magazine over ‘s-Hertogenbosch 3 (2001), pp. 16-20. | http://bit.ly/29AHsPK
  • Donkers, Geert, ‘De Katholieke Kunstkring De Violier, 1901-1920’, in: Trajecta 10 (2001), pp. 112-135. | http://bit.ly/29mBa5Y
  • Glaudemans, Ronald, Een wonderlijke klim, De luchtboogbeelden op de Sint-Jan, Den Bosch 2016, pp. 6; 10-12.
  • Hubar, Bernadette van Hellenberg, Arbeid en Bezieling; de esthetica van P.J.H. Cuypers, J.A. Alberdingk Thijm en V.E.L. de Stuers, en de voorgevel van het Rijksmuseum, Nijmegen 1997, onder meer pp. 325-329 (microkosmos).
  • Kalf, J., ‘Vierde jaarverslag van den Katholieken Kunstkring: De Violier’, in: Van Onzen Tijd 6 (1905-1906), pp. 130-142. | http://bit.ly/VanOnzenTijd (lezing Xavier Smits kathedraal Sint Jan).
  • Nieuwbarn, M.C., Het Roomsche kerkgebouw, leer der algemeene symboliek en ikonografie onzer Katholieke kerken, Nijmegen 1908, p. 9. | http://bit.ly/Nieuwbarn-bouwsymboliek.
  • Theodicee: https://www.wikiwand.com/nl/Theodicee
  • Thijm, J.A. Alberdingk, De Heilige Linie, pp. 73; 197. | http://bit.ly/Thijm-Sterck-Oudheidkunde

Beeldmateriaal

De foto’s in de kop en de diashow zijn van de hand van de auteur (bvhh.nu) en vallen onder http://bit.ly/Copyright-CC-BY-NC-SA.

Dit bericht is tot stand gekomen in het kader van #kerkverhalen en tevens geplaatst op ifthenisnow.eu: http://bit.ly/29PRceK.
Geïnteresseerd in nog meer #kerkverhalen? Volg dan deze link.

Sociale media en erfgoed

VanHellenbergHubar.Org zet sociale media in zowel om nieuws over kunst, cultuur & erfgoed te delen als om vragen te stellen en zo kennis te vergaren. Centraal hierin staat onze Facebookpagina: http://bit.ly/VanHHOrg2FB

Ga eens kijken en deel onze berichten, zodat items over onderwerpen als de voorgaande een nog groter bereik krijgen!

Verkorte links van dit item: bit.ly/28U5chf of VanHH.org/?p=8559